Dienst van SURF
© 2025 SURF
Abstract The aim of this cross-sectional study was to develop a Frailty at Risk Scale (FARS) incorporating ten well-known determinants of frailty: age, sex, marital status, ethnicity, education, income, lifestyle, multimorbidity, life events, and home living environment. In addition, a second aim was to develop an online calculator that can easily support healthcare professionals in determining the risk of frailty among community-dwelling older people. The FARS was developed using data of 373 people aged ≥ 75 years. The Tilburg Frailty Indicator (TFI) was used for assessing frailty. Multivariate logistic regression analysis showed that the determinants multimorbidity, unhealthy lifestyle, and ethnicity (ethnic minority) were the most important predictors. The area under the curve (AUC) of the model was 0.811 (optimism 0.019, 95% bootstrap CI = −0.029; 0.064). The FARS is offered on a Web site, so that it can be easily used by healthcare professionals, allowing quick intervention in promoting quality of life among community-dwelling older people.
Internet technology offers a lot of new opportunities for the dissemination of information, sharing of support and consultation of professionals. Innovating professionals from multiple disciplines have begun to exploit the new opportunities for parenting support. The studies presented in this book are meant to deepen our insights in the subject of online parenting support and investigate the feasibility to use single session email consultation to empower parents. This publication includes: - A systematic review of 75 studies on online parenting support. - A meta-analytic review of 12 studies on online tools to improve parenting. - A content analysis of 129 parenting questions and responses in single session email consultation. - An analysis and validation study of the newly developed Guiding the Empowerment Process model. - An evaluation study of the effects of single session email consultation on parental empowerment. The results of this research indicate that the Internet is not only a source of information, but it can also be an instrument for support and training, aiming to improve parental competencies.
MULTIFILE
The purpose of this paper is to reflect on the experiences of safety and security management students, enrolled in an undergraduate course in the Netherlands, and present quantitative data from an online survey that aimed to explore the factors that have contributed to students’ satisfaction with, and engagement in, online classes during the COVID-19 pandemic. The main findings suggest an interesting paradox of technology, which is worth further exploration in future research. Firstly, students with self perceived higher technological skill levels tend to reject online education more often as they see substantial shortcomings of classes in the way they are administered as compared to the vast available opportunities for real innovation. Secondly, as opposed to democratising education and allowing for custom-made, individualistic education schedules that help less-privileged students, online education can also lead to the displacement of education by income-generating activities altogether. Lastly, as much as technology allowed universities during the COVID-19 pandemic to continue with education, the transition to the environment, which is defined by highly interactive and engaging potential, may in fact be a net contributor to the feelings of social isolation, digital educational inequality and tension around commercialisation in higher education.
MULTIFILE
Lage rugpijn is een veel voorkomende aandoening en een belangrijke reden voor patiënten om de eerstelijnsfysiotherapeut te bezoeken. De sociaaleconomische gevolgen van lage rugpijn zijn groot en worden voor het leeuwendeel veroorzaakt door patiënten die lijden aan chronische pijnklachten met als mogelijk gevolg veel medische consumptie, (langdurend) ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Om chronische rugpijn te voorkomen is het belangrijk om in een vroeg stadium de kans hierop in te kunnen schatten door psychosociale en mogelijk andere risicofactoren op chronische pijnklachten te herkennen. In de fysiotherapierichtlijn lage rugpijn ontbreekt een heldere aanbeveling over de wijze waarop deze risicofactoren moeten worden gemeten en geïnterpreteerd. Dientengevolge worden in de praktijk hiervoor verschillende vragenlijsten en/of criteria gebruikt. Onder fysiotherapeuten is er vraag naar een hanteerbare en accurate methodiek om deze risico-inschatting te kunnen maken. Fysiotherapeuten zijn met deze vraag naar het lectoraat Musculoskeletale Revalidatie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen gegaan en dit heeft aanleiding gegeven om samen met projectpartners een onderzoek op te zetten waarin een dergelijke methodiek ontwikkeld wordt. De voorgestelde methodiek betreft een Clinical Decision Support Tool: een digitale tool waarmee op basis van patiëntkarakteristieken en meetinstrumenten een geïndividualiseerde kans op chronische pijn kan worden bepaald gekoppeld aan een behandeladvies conform de lage rugpijnrichtlijn. Om dit te bereiken zal eerst worden geïnventariseerd welke methoden fysiotherapeuten nu reeds gebruiken en welke in de literatuur worden genoemd. Op basis hiervan wordt een keuze gemaakt t.a.v. data die digitaal verzameld gaan worden in minimaal 16 fysiotherapiepraktijken waarbij patiënten gedurende 12 weken gevolgd gaan worden. Met de verzamelde data worden met machine-learning algoritmes ontwikkeld voor het berekenen van de kans op chroniciteit. De algoritmes worden ingebouwd in een en online calculator, de Clinical Decision Support Tool, en een gebruiksvriendelijke prototype app. Bij het ontwikkelen van de tool worden de eindgebruikers (fysiotherapeuten maar ook patiënten) intensief betrokken. Op deze manier wordt gegarandeerd dat de tool aansluit bij de wensen en behoeften van de doelgroep. De tool berekent de kans op chroniciteit en geeft een behandeladvies. Daarnaast kan de tool gebruikt worden om patiënten te informeren en te betrekken bij de besluitvorming.
Eén van de lastige opgaven voor de sportfysiotherapeut die sporters na een voorste kruisband reconstructie revalideert, is om de patiënt zo snel mogelijk, maar zonder kans op nieuw letsel, terug op het sportveld te krijgen. Er bestaan geen eenduidige criteria op basis waarvan de sportfysiotherapeut de sporter goed kan adviseren of het veilig is het sporten te hervatten of dat er nog verder gerevalideerd moet worden. Het RAAK-mkb onderzoeksproject ‘Vaste Grond voor Knikkende Knieën’ heeft zich gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de sportfysiotherapie door het ontwikkelen van een protocol voor sporthervatting na traumatische knieblessures (gericht op revalidatie na een voorste kruisbandreconstructie). Het uiteindelijke doel van het project was voor de praktijk bruikbare criteria te ontwikkelen waarmee (sport) fysiotherapeuten revalidatiedoelen kunnen vaststellen en geblesseerde sporters gericht kunnen adviseren over sporthervatting. Hierbij is een prototype online tool ontwikkelt die gebruikt kan worden door sportfysiotherapeuten in het werkveld als hulpmiddel voor sporthervatting bij revalidatie na een voorste kruisbandreconstructie. Om het prototype verder door te ontwikkelen tot een applicatie die online beschikbaar kan worden gesteld aan alle sportfysiotherapeuten, bijvoorbeeld als online tool op de website van relevante beroepsorganisaties, is het wenselijk de gebruiksvriendelijkheid en toepasbaarheid van deze online tool en calculator verder inzichtelijk te maken en te optimaliseren. Dit kan gedaan worden door middel van zogenoemde field trials gericht op usability testing in de context van de eindgebruiker (de sportfysiotherapeut). Bij deze usability testing zal éénmaal een groep 6 sportfysiotherapeuten deelnemen aan een testronde, waarbij de verbeterpunten worden doorgevoerd in het prototype. Door uitvoering van deze Top-up kan de geoptimaliseerde tool daadwerkelijk online komen en wordt het bereik en de betrokkenheid van de beroepspraktijk vergroot: ieder (sport)fysiotherapeut kan de tool gaan gebruiken in het werkveld als hulpmiddel voor sporthervatting bij revalidatie na een voorste kruisbandreconstructie.
De fysiotherapie staat in toenemende mate onder druk om zorg van goede kwaliteit te leveren. Alleen kwalitatief goede, effectieve en doelmatige zorg zal door zorgverzekeraars in de toekomst worden ingekocht. Dit geldt ook voor de sportfysiotherapie, het deelgebied van de fysiotherapie dat zich richt op de revalidatie en advisering van geblesseerde sporters. Eén van de lastige opgaven voor de sportfysiotherapeut is om de patiënt zo snel mogelijk, maar zonder kans op nieuw letsel, terug op het sportveld te krijgen. Er bestaan geen eenduidige criteria op basis waarvan de sportfysiotherapeut de sporter goed kan adviseren of het veilig is het sporten te hervatten of dat er nog verder gerevalideerd moet worden. Als deze er wel zouden zijn, kan het handelen van de sportfysiotherapeut beter onderbouwd worden. Dit levert niet alleen effectievere en betere zorg op maar het verbetert ook de positie van de sportfysiotherapie. Nederlandse fysiotherapiepraktijken hebben het lectoraat Musculoskeletale Revalidatie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen daarom benaderd om antwoord te krijgen op de vraag hoe dit proces van sporthervatting vormgegeven kan worden bij sporters die herstellen van traumatisch knieblessures. Dit is één van de belangrijkste doelgroepen van de sportfysiotherapeut. Gezamenlijk is deze praktijkvraag omgevormd naar drie projectdoelstellingen: 1. het in kaart brengen van factoren op basis waarvan sportfysiotherapeuten kunnen inschatten of een sporter na een traumatische knieblessure het sporten weer kan hervatten; 2. op basis van deze factoren ontwikkelen van een predictieregel om de kans op sporthervatting op het niveau van voor de blessure te voorspellen; 3. het ontwikkelen van een (prototype) online tool die door de sportfysiotherapeut gebruikt kan worden om de kans op veilige sporthervatting te berekenen. Om de praktijkvraag te beantwoorden wordt samengewerkt in een consortium. Dit consortium bestaat uit de volgende organisaties: - Praktijkgerichte onderzoeksinstellingen: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, lectoraten Musculoskeletale Revalidatie en Model-Based Information Systems, en Hogeschool van Amsterdam, lectoraat Sportzorg; - Universiteit: Radboud universitair medisch centrum (Radboudumc); - Beroepsorganisaties: Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie en Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sportgezondheidszorg - MKB: een 10-tal sportfysiotherapiepraktijken verspreid over het land. Bij de samenstelling van het consortium is gekozen voor een goede mix tussen praktijkorganisaties, onderzoeksinstituten en onderwijsinstellingen. Daarnaast is er sprake van cross-sectorale samenwerking doordat kennis vanuit de sport, gezondheidszorg, onderwijs en technologie met elkaar verbonden wordt.