Dienst van SURF
© 2025 SURF
Uit de onderzoeken van lectoraat Diversiteitsvraagstukken van Hogeschool Inholland blijkt dat het onderwijs voor veel jongeren een plek is waar ze voor de eerste keer in contact komen met leeftijdsgenoten die niet op ze lijken en met wie ze gedurende hun eerdere levensloop of schoolloopbaan vrijwel geen contact hebben gehad. Die onbekendheid met elkaar kan zorgen voor interesse en belangstelling in elkaars leef en denkwereld, maar ook voor wrijving, conflicten en het bevestigen van (voor)oordelen over elkaar. Dat betekent dat er een groot beroep wordt gedaan op de pedagogische, didactische en sociale kwaliteiten van docenten. Het betekent ook dat docenten zich voortdurend bewust zijn van de wijze waarop ze zich verhouden tot (de opvattingen en gedragingen van) deze jongeren om verbindingen tussen en met deze jongeren te ontwikkelen. Om inzicht te krijgen in de wijze waarop de docenten van Vocal Statements via het muziekonderwijs verbindingen met jongeren in het vmbo tot stand brengen, welke handvatten daarvoor nodig zijn en tegen welke vragen ze daarbij oplopen, is een verkennend onderzoek uitgevoerd in de periode september 2021 – mei 2022 door het lectoraat Diversiteitvraagstukken. Dit rapport weerspiegelt de ervaringen en belevingen van docenten van Vocal Statements en geeft inzicht in de betekenisvolheid van hun werk, maar ook de complexe dynamiek waarin dit werk zich afspeelt.
Dit onderzoek exploreert de wijze waarop we de intrapersoonlijke, ontwikkeling kunnen begrijpen die een docent-in-opleiding doormaakt tijdens een internationale stage. Een internationale stage kan worden beschouwd als een bijzondere ervaring binnen de reguliere onderwijscontext. Door het beschrijven van de intrapersoonlijke ontwikkeling van een docent-in-opleiding krijgen we een inkijk op de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de docent-in-opleiding tijdens een internationale stage.
Als projectleiders van het mentorproject Social Work, voorheen Big Brother Big Sister genoemd, zijn we in de afgelopen jaren vaak gevraagd om onze ervaringen met mentoring te delen; op studiedagen of op verzoek van collega’s die wilden starten met mentoring. Er komt namelijk veel bij kijken om mentoring succesvol te laten zijn. Collega’s van Hogeschool Utrecht (HU) stelden vragen als: Hoe heb je het aangepakt?, Hoe ziet jullie training eruit?, Hoe kom ik aan mentoren? De HU heeft vanuit het diversiteitsbeleid ook ervaring opgedaan met mentoring. Ieder jaar gaan er nieuwe projecten van start. Bij het starten van nieuwe initiatieven kun je veel leren van de ervaringen van anderen. Daarom hebben we onze krachten gebundeld met dit handboek als resultaat. Hiermee geven we praktische handreikingen voor iedereen die met studentmentoring aan de slag wil gaan. Het handboek is tot stand gekomen met een bijdrage vanuit het Nieuw Beleid 2009-project mentoring, dat in opdracht van Bureau Talent is uitgevoerd.1 (zie voor voetnoten: pagina 50) Dit handboek is niet het eerste en zal ook niet het laatste zijn. In Nederland wordt de mentormethodiek immers op veel plaatsen toegepast, zoals in maatschappelijk werk en in het bedrijfsleven. In dit handboek spitsen we ons toe op mentoring binnen de onderwijscontext. We wensen je veel leesplezier en bovenal succesvolle en effectieve mentorprojecten
Taal speelt een essentiële rol in het leren, ook in zaakvakken zoals wereldoriëntatie of geschiedenis. Soms worden deze vakken in het Engels gegeven (CLIL). We hebben lesstrategieën en lesmaterialen ontworpen om het leren in CLIL-contexten te bevorderen.Doel Nederlandse basisscholen onderwijzen (zaak)vakken steeds vaker in het Engels. Dit wordt Content and Language Integrated Learning (CLIL) genoemd. Zeker wanneer Engels de voertaal is in de klas, moeten leerkrachten zich bewust zijn van de verschillende rollen die taal speelt in het leerproces. Wij hebben daarom samen met vijf basisscholen strategieën en materialen voor CLIL-lessen ontworpen met een effectieve focus op taal. Op deze manier werkten we aan de professionele ontwikkeling van de deelnemende scholen. Met het project wilden we ook bijdragen aan bredere praktijk- en kennisontwikkeling. Resultaten Het onderzoeks- en professionaliseringsproject heeft inzichten opgeleverd over manieren waarop leraren gelijktijdig het leren van een nieuwe taal (Engels) en nieuwe inhoud kunnen stimuleren. Deze inzichten zijn ook relevant voor andere meertalige onderwijscontexten. Vier factoren bleken van grote waarde voor de professionele- en praktijkontwikkeling van de vijf consortiumscholen: • tegemoetkoming aan contextspecifieke factoren • kennis nemen en toepassen van theorie • ruimte voor reflectie • uitwisseling en samenwerking met collega’s Het project leverde ook een aantal praktijkproducten op. Deze kunt u hier downloaden (pdf): Looptijd 01 september 2018 - 30 juni 2021 Aanpak Dit is een ontwerpgericht project waarin we samen met de betrokken scholen lesstrategieën en lesmaterialen ontwierpen, implementeerden en evalueerden. Catherine van Beuningen was vanuit het lectoraat Meertaligheid en Onderwijs hoofdonderzoeker in dit project. Momenteel is zij als hoofddocent Talenonderwijs en Meertaligheid verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam.
Taal speelt een essentiële rol in het leren, ook in zaakvakken zoals wereldoriëntatie of geschiedenis. Soms worden deze vakken in het Engels gegeven (CLIL). We hebben lesstrategieën en lesmaterialen ontworpen om het leren in CLIL-contexten te bevorderen.Doel Nederlandse basisscholen onderwijzen (zaak)vakken steeds vaker in het Engels. Dit wordt Content and Language Integrated Learning (CLIL) genoemd. Zeker wanneer Engels de voertaal is in de klas, moeten leerkrachten zich bewust zijn van de verschillende rollen die taal speelt in het leerproces. Wij hebben daarom samen met vijf basisscholen strategieën en materialen voor CLIL-lessen ontworpen met een effectieve focus op taal. Op deze manier werkten we aan de professionele ontwikkeling van de deelnemende scholen. Met het project wilden we ook bijdragen aan bredere praktijk- en kennisontwikkeling. Resultaten Het onderzoeks- en professionaliseringsproject heeft inzichten opgeleverd over manieren waarop leraren gelijktijdig het leren van een nieuwe taal (Engels) en nieuwe inhoud kunnen stimuleren. Deze inzichten zijn ook relevant voor andere meertalige onderwijscontexten. Vier factoren bleken van grote waarde voor de professionele- en praktijkontwikkeling van de vijf consortiumscholen: • tegemoetkoming aan contextspecifieke factoren • kennis nemen en toepassen van theorie • ruimte voor reflectie • uitwisseling en samenwerking met collega’s Het project leverde ook een aantal praktijkproducten op. Deze kunt u hier downloaden (pdf): Looptijd 01 september 2018 - 30 juni 2021 Aanpak Dit is een ontwerpgericht project waarin we samen met de betrokken scholen lesstrategieën en lesmaterialen ontwierpen, implementeerden en evalueerden. Catherine van Beuningen was vanuit het lectoraat Meertaligheid en Onderwijs hoofdonderzoeker in dit project. Momenteel is zij als hoofddocent Talenonderwijs en Meertaligheid verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam.
HBO-docenten hebben onderzoekend vermogen nodig om toenemend complexe vraagstukken in en rondom het eigen onderwijs aan te pakken. Binnen dit project verkennen we met zeven hogescholen hoe docenten geholpen kunnen worden om onderzoekend vermogen individueel en in teamverband goed toe te kunnen passen in de eigen onderwijspraktijk.