Dienst van SURF
© 2025 SURF
Natuurbeheer wordt in toenemende mate kritisch bekeken door de samenleving. De natuurorganisatie Natuurmonumenten heeft als reactie hierop een nieuwe koers uitgezet, benoemd als "Nieuwe Natuurmonumenten". Ze zijn gebaseerd op vier pijlers: een beweging zijn, spreekbuis zijn, meer ondernemerschap en deskundig beheer. Twee proefprojecten zijn uitgewerkt in deze publicatie. In het project "De Liemers" is gewerkt aan "een beweging zijn" voor Natuurmonumenten. In dit gebied heeft Natuurmonumenten weinig grond in eigendom. Natuurmonumenten koos in dit project expliciet voor de rol van maatschappelijke organisatie die de betrokkenheid voor natuur wil vergroten onder lokale bewoners en partijen. In het project "Bergherbos" is gewerkt aan "meer ondernemerschap" voor Natuurmonumenten. De beheereenheid Montferland zocht samenwerking met ondernemers uit de omgeving met als doel gezamenlijk nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen.
MULTIFILE
Artikel n.a.v. een project van Van Hall Larenstein en Natuurmonumenten om bewoners van de Gelderse streek De Liemers meer te betrekken bij hun omgeving.
MULTIFILE
In het beheer van natuurgebieden werken natuurbeschermingsorganisaties, burgers en maatschappelijke partijen steeds meer samen. Een van de manieren waarop die samenwerking vorm kan krijgen is via een gebiedscommunity. Hierin hebben burgers en maatschappelijke partijen een hoge mate van zelfstandigheid bij het stellen van doelen en het voeren van beheer. Wat zijn de effecten van een dergelijke werkwijze op natuurkwaliteit, kosten voor onderhoud en de relatie met de sociale omgeving?
MULTIFILE
Achtergrond. Zeespiegelstijging vormt wereldwijd een bedreiging voor laaggelegen kustgebieden. Na 2050 treedt mogelijk een versnelling op, maar onduidelijk is wanneer deze versnelling optreedt en hoe groot de versnelling zal zijn. Het landelijk Kennisprogramma Zeespiegelstijging (KPZ-2020-2026) tracht hierin meer inzicht te krijgen en eerste stappen te zetten in de ontwikkeling van alternatieve waterveiligheidsstrategieën. Vraagarticulatie. In 2020 is een zorgvuldig proces gevolgd voor de vraagarticulatie waaraan onderzoekers, Zeeuwse overheden en enkele maatschappelijke partners hebben deelgenomen. Het proces heeft geresulteerd in de (hoofd)praktijkvraag: “Hoe kan in de ruimtelijke inrichting van land-waterovergangen geanticipeerd worden op verschillende scenario’s voor (versnelde) zeespiegelstijging?” Hoofdvraag en doelstelling. Dit voorstel benadert de ontwikkeling van waterveiligheidsstrategieën als een ruimtelijk vraagstuk waarbij we onderzoek doen naar het verbinden van gebiedsopgaven, toepassing van dijkconcepten gebaseerd op Bouwen met Natuur (BmN), en het ontwikkelen van maatschappelijk draagvlak voor ingrijpende landschapsveranderingen, aan de hand van vier onderzoeksvragen die zich richten op: • Ruimtelijke kwaliteit landschap en samenhang met draagvlak voor ruimtelijke strategieën; • Fysische en ecologische randvoorwaarden voor BmN-oplossingen en inpassing in ruimtelijke strategieën; • Drijvende krachten en barrières voor draagvlak via participatieve ontwerpprocessen; • Richtlijnen voor ontwikkeling van ruimtelijke strategieën, zowel voor het ruimtelijk ontwerp als het ontwerpproces. Methoden. Het onderzoek wordt uitgewerkt voor de Westerschelde waarbij wordt geschakeld tussen twee ruimtelijke schaalniveaus: de Westerschelde (bekken-niveau) en living labs (op drie locaties). Een mix van methoden wordt toegepast waaronder surveys (Public Participation GIS), interviews, GIS-analyses, modellering van BmN meegroei-oplossingen (Delft3D-FM), en evaluatie van het ‘sociaal leerproces’ in research-through-design ontwerpateliers. Resultaat. Het onderzoek resulteert in een methodiek/werkwijze die vanaf 2026 (na afloop van huidige Kennisprogramma Zeespiegelstijging) kan worden toegepast door publieke professionals in (bedijkte) kustgebieden. Consortium. HZ University of Applied Sciences (penvoerder), Wageningen University, NIOZ, Natuurmonumenten, Provincie Zeeland, Rijkswaterstaat Zee en Delta, Waterschap Scheldestromen, Gemeenten Borsele, Hulst, Kapelle, Reimerswaal, Vlissingen. In de livings labs worden lokale stakeholders betrokken.