Dienst van SURF
© 2025 SURF
The numerous grand challenges around us demand new approaches to build alternative sustainable futures collectively. Whereas these so-called co-design processes are becoming more mainstream, many multi-stakeholder coalitions lack practical guidance in these dynamic and systemic challenges based on entangled relationships, interactions, and experiences between stakeholders and their environments. Although scholars and practitioners convey a lot of co-design theories and methods, there does not seem to be a practical instrument beyond methods that supports new coalitions with an overview of a co-design process to come and in making shared and fundamental co-design decisions. Therefore, this paper proposes the empathic Co-Design Canvas as a new intermediate-level knowledge product existing of eight co-design decision cards, which together make up the Canvas as a whole. The Canvas is based on an existing theoretical framework defined by Lee et al. (2018), an empirical case study, and a diversity of experiences in education and practice. It aims at supporting multi-stakeholder coalitions to flexibly plan, conduct, and evaluate a co-design process. Moreover, the Canvas encourages coalitions to not only discuss the problematic context, a common purpose, envisioned impact, concrete results, and each other’s interests and knowledge, but also power, which can create trust, a more equal level playing field and empathy, and help manage expectations, which is greatly needed to overcome today’s grand challenges.
LINK
Objective: To prepare a set of statements for randomised clinical trials (RCT) integrity through an international multi-stakeholder consensus. Methods: The consensus was developed via: multi-country multidisciplinary stakeholder group composition and engagement; evidence synthesis of 55 systematic reviews concerning RCT integrity; anonymised two-round modified Delphi survey with consensus threshold based on the average percentage of majority opinions; and, a final consensus development meeting. Prospective registrations: (https://osf.io/bhncy, https://osf.io/3ursn). Results: There were 30 stakeholders representing 15 countries from five continents including triallists, ethicists, methodologists, statisticians, consumer representatives, industry representatives, systematic reviewers, funding body panel members, regulatory experts, authors, journal editors, peer-reviewers and advisors for resolving integrity concerns. Delphi survey response rate was 86.7% (26/30 stakeholders). There were 111 statements (73 stakeholder-provided, 46 systematic review-generated, 8 supported by both) in the initial long list, with eight additional statements provided during the consensus rounds. Through consensus the final set consolidated 81 statements (49 stakeholder-provided, 41 systematic review-generated, 9 supported by both). The entire RCT life cycle was covered by the set of statements including general aspects (n = 6), design and approval (n = 11), conduct and monitoring (n = 19), reporting of protocols and findings (n = 20), post-publication concerns (n = 12), and future research and development (n = 13). Conclusion: Implementation of this multi-stakeholder consensus statement is expected to enhance RCT integrity.
MULTIFILE
Our world is increasingly faced with wicked environmental sustainability challenges, requiring entrepreneurs to work in multi-stakeholder initiatives (MSIs) to address these challenges. Network orchestration is essential for these MSIs to realize their sustainability goals and make an impact. The concept of opportunity beliefs is central in understanding the actions taken by these entrepreneurs. However, the current theorization of opportunity beliefs formation is individual-centric. Furthermore, there is little understanding of how orchestration influences the opportunity beliefs formation in multi-stakeholder teams. We build on the framework of McMullen and Shepherd (2016), who presented a two-stage model of how third-person opportunity beliefs transform into first-person opportunity beliefs. We advance two contributions by using a single case study and applying the Gioia method to code and analyze the data. First is a two-stage model consisting of the formation of joint first-person opportunity beliefs that suggests that value-aligning and informing resource orchestration activities are essential in this process. Second, we advance the idea that the resource orchestration activities have both enabling and adversely constraining effects impairing the formation of joint first-person opportunity beliefs under conditions of organizational pressure.
The denim industry faces many complex sustainability challenges and has been especially criticized for its polluting and hazardous production practices. Reducing resource use of water, chemicals and energy and changing denim production practices calls for collaboration between various stakeholders, including competing denim brands. There is great benefit in combining denim brands’ resources and knowledge so that commonly defined standards and benchmarks are developed and realized on a scale that matters. Collaboration however, and especially between competitors, is highly complex and prone to fail. This project brings leading denim brands together to collectively take initial steps towards improving the ecological sustainability impact of denim production, particularly by establishing measurements, benchmarks and standards for resource use (e.g. chemicals, water, energy) and creating best practices for effective collaboration. The central research question of our project is: How do denim brands effectively collaborate together to create common, industry standards on resource use and benchmarks for improved ecological sustainability in denim production? To answer this question, we will use a mixed-method, action research approach. The project’s research setting is the Amsterdam Metropolitan Area (MRA), which has a strong denim cluster and is home to many international denim brands and start-ups.
Dit onderzoek richt zich op de relatie tussen ‘collaborative foresight’, ‘anticipatory governance’ en stakeholderprocessen. Dit binnen de context van Sociaal Ecologische Systemen (SES) en met name Nationaal Park Alde Feanen, dat zich wil (door)ontwikkelen tot een zgn. 'Nationaal Park Nieuwe Stijl' in lijn met het recente nationale beleidsprogramma 'Nationale Parken 2024-2030'. Het overkoepelende doel van deze PD is: te identificeren hoe gezamenlijke foresight-praktijken effectief moeten worden ingericht en opgevolgd, zodat hiermee de governance van natuurtoeristische bestemmingen, zoals het Nationaal Park Alde Feanen, wordt versterkt. Hierbij rekening houdend met complexe multi-stakeholder processen waarin dit plaatsvindt. Deze PD sluit aan bij een aantal grote transitie vraagstukken waar landelijke gebieden in Nederland mee te maken hebben rondom natuur, water, landbouw, energie, wonen en het evenwichtig gebruik van schaars beschikbare ruimte. De opgaven vragen om een integrale en gezamenlijke aanpak naar de toekomst. Het Leisure, Tourism en Hospitality (LTH) domein kan hierin een sleutelrol spelen als overkoepelende drager voor ruimtelijke transities, zo ook binnen het ‘Nationaal Park Alde Feanen Nieuwe Stijl’. Door middel van een kwalitatieve onderzoeksaanpak zal deze PD de voorwaarden, belemmeringen en kansen identificeren om toekomstvisies om te zetten in collectieve actie richting de toekomst van het Nationaal Park. Ook wil deze PD een prototype ontwerp ontwikkelen voor een zgn. 'Anticipatory Futures Stakeholder Lab'. Een soort ‘infrastructuur’ gericht op continue en gezamenlijke anticiperende activiteiten, om opvolging en invulling te geven aan de trajecten naar de toekomst. De onderzoeksuitkomsten kunnen actoren in het LTH-domein ondersteunen in deze transitieprocessen, specifiek in het (omliggende) Alde Feanen gebied. Het sluit aan bij hun ambities om als voorbeeld te dienen voor andere Nederlandse nationale parken. Theoretisch wil het onderzoek bijdragen aan innovatie van bestaande foresight methoden en aan het huidige academische discours over hoe ‘Foresight’ en ‘Anticipation’ samenhangen met 'Good Governance' van sociaal-ecologische systemen.
Een vraagarticulatieproces met projectmanagers en -leiders uit private en Triple-Helix organisaties laat zien dat zij behoefte hebben aan tools voor: 1. Het bepalen van de juiste incentives om stakeholders actief te betrekken in multi-sector collaboratieve innovatieprojecten (verder verwezen als innovatieprojecten), en 2. Het concreet, transparant en op één lijn te krijgen van de belangen van de partners. Vandaar dat dit project betreft het doorontwikkelen van het Degrees of Engagement diagram (DoE-diagram), een tool voor het managen van stakeholder engagement in innovatieprojecten voor het behalen van de maatschappelijke opgaven. Hiermee sluit het project aan bij de programmalijn ‘rollen, belangen en coördinatie’ van de Kennis en Innovatieagenda van de missie Maatschappelijke Verdienvermogen- thema’s Klimaat & Energie en Circulaire economie. Het consortium bestaat uit de Hogeschool van Amsterdam (HvA), KplusV en Amsterdam Smart City (ASC). De HvA ontwikkelde het DoE-diagram. Voor het identificeren van stakeholders bevat het DoE-diagram attributen op project- en organisatieniveau. In dit project wordt het DoE doorontwikkeld door onderzoek te doen naar: 1. De attributen op individuniveau en potentiele nieuwe attributen op project- en organisatieniveau, 2. De mate waarin deze attributen invloed hebben op het bepalen van de passende incentives, de concretisering van de partnerbelangen en al dan niet succesvolle verloop van innovatieprojecten, 3. Een verkenning van een digitale versie van het DoE voor het managen van in- en uitstappen van partners. Hiermee beoogt het project twee doelen: 1. Inzicht verkrijgen in stakeholderconfiguraties voor het ondersteunen van beslissingen met betrekking tot stakeholder-engagement, 2. Bouwen van een consortium van partijen die vervolg aan het project gaan geven door longitudinaal onderzoek te doen naar de inzet van de uitbreiding van het DoE-diagram en het maken van een werkend prototype en testen van de digitale versie ervan.