Dienst van SURF
© 2025 SURF
Posterpresentatie ORD 2014 Deze studie is onderdeel van het promotieonderzoek aan de Universiteit Utrecht onder de naam "Grip krijgen op moreel auteurschap van beginnende leraren in het primair onderwijs". De metafoor “moreel auteurschap” wordt gebruikt om vanuit een narratief perspectief het intentioneel moreel leren door de beginnende leraar te kunnen beschrijven en te kunnen onderzoeken. Deze deelstudie is een verkennende studie naar de morele oriëntatie van de beginnende leraar in het primair onderwijs.
Mijn stelling is dat normatieve professionalisering, in ons geval de professionalisering van leraren, een vorm is van levensbeschouwelijke vorming. Dat geldt zowel voor de professionalisering in de initiële opleidingen als voor de voortgaande ontwikkeling als professional in het onderwijs. Ik ga daarbij uit van een brede opvatting van levensbeschouwelijke vorming, waarbij het bij levensbeschouwing in een variant op de definitie van Brümmer, gaat om: ‘het totale complex van normen, idealen en eschatologische verwachtingen in het licht waarvan iemand zijn levenshouding richt en beoordeelt; een complex dat in zekere mate innerlijke consistentie vertoont en dat in zekere mate wordt geïntegreerd door eengrondovertuiging die eraan ten grondslag ligt’ (variant op Brümmer, 1975, 131-132) Bij een levensbeschouwing hoeft het in deze opvatting niet per se en primair te gaan om een gearticuleerde levensvisie, geworteld in een seculiere of religieuze traditie. Dat kan wel, maar hoeft niet en moet al helemaal niet als vanzelfsprekend worden voorondersteld. In het verlengde daarvan gaat het bij vorming dan ook om meer dan socialisatie en enculturatie. Het is de relatie tussen de begrippen Levensbeschouwelijke vorming, en hun relatie tot normatieve professionalisering, waar het in deze rede over gaat. Het verbinden van Levensbeschouwelijke vorming en Normatieve professionalisering, waarbij de laatste een concretisering van de eerste is, ervaar ik als een spannende onderneming en voor het opleiden van leraren staat er daarmee ook veel op het spel. Ik wil in deze openbare les deze verbinding graag nader verkennen.
Dit onderzoek wil betrokkenen uit de domeinen kunst, zorg en welzijn handvatten bieden en een denkraam aandragen dat aansluit bij het hybride karakter van de sociaal artistieke praktijk. Dit is een praktijk die zich dwars over de grens van de kunsten, de zorg en de leefwereld van betrokkenen beweegt. Wat zijn ankerpunten voor het welslagen en de continuïteit van co-creatieve initiatieven? Dit wordt onderzocht met oog voor de uniciteit van de persoonlijke kunstervaring en van ieder nieuw samenwerkingsproces. Vanuit vier perspectieven mens, kunst, samen en ondernemerschap wordt gekeken naar het co-creatieproces binnen het project Kunst Verbindt bij zorgorganisatie ZINN in Groningen. Wat waren in dat concrete proces de kenmerkende factoren, randvoorwaarden, rollen en waarden voor de kunstenaars, hun oudere medemakers en de betrokkenen uit de zorg?