Dienst van SURF
© 2025 SURF
Met een toenemende groep vrouwelijke tandartsen verandert mogelijk de samenwerking tussen tandartsen en mondhygiënisten. Om de eventuele veranderingen in de samenwerking tussen vrouwelijke tandarts en een mondhygiënist ten opzichte van een mannelijke tandarts en een mondhygiënist te achterhalen, worden 2 aspecten bediscussieerd: de behandel- en beroeps visie en de communicatiestijlen. Vrouwelijke tandartsen lijken meer preventief te zijn georiënteerd, meer mensgericht en lijken hierin dus meer op de groep vrouwelijke mondhygiënisten. De communicatiestijl van vrouwelijke tandartsen komt ook overeen met die van hun vrouwelijke collega’s mondhygiënisten; elkaars wensen en verwachtingen lijken vaker met elkaar te zijn afgestemd waardoor een optimale samenwerking tussen beide een grotere kans heeft . Deze preventieve gerichtheid en overeenstemming in communicatiestijl bieden kansen voor meer interprofessionele samenwerking tussen tandarts en mondhygiënist. Maar betekent dit echt een betere samenwerking en hoe zit het met de samen werking met de mannelijke tandartsen en mondhygiënisten?
LINK
Het doel van dit proefschrift betrof het verkennen van attituden en afwegingen rond taakherschikking tussen tandartsen en mondhygiënisten. Daarnaast werd nagegaan welke sociale kenmerken studenten toeschrijven aan elkaar, zichzelf en beide beroepsgroepen. Vervolgens werd het effect van een psychologische interventie in een onderwijssetting onderzocht op interprofessionele communicatie en percepties ten aanzien van interprofessionele taakverdeling. Tandartsen en mondhygiënisten hebben verschillende attituden ten opzichte van taakherschikking, vooral wat betreft de vrijgevestigde praktijk van mondhygiënisten. Dit laatste wordt het minst gewenst door tandartsen. Tandartsen en mondhygiënisten hebben verschillende afwegingen wanneer men een voor- of tegenstander is van dit beleid. De interprofessionele relatie tussen tandartsen en mondhygiënisten komt tot uiting in de attributie van specifieke sociale kenmerken. Tandheelkunde en mondzorgkunde studenten zijn beide de mening toegedaan dat tandartsen meer dominant zijn dan mondhygiënisten. Het faciliteren van interprofessionele groepsvorming kan zowel interprofessionele hiërarchie als tandarts-gecentreerde taakverdeling reduceren. Tijdens het eerste onderzoek (Hoofdstuk 2) werden verschillen tussen tandartsen en mondhygiënisten ontdekt ten aanzien van de taakuitbreiding van de mondhygiënist. De helft van alle tandartsen en de meeste mondhygiënisten hebben hierover een positieve attitude. Een interprofessionele kloof werd gevonden ten aanzien van de zelfstandige praktijkvoering van mondhygiënisten. Een minderheid van alle tandartsen heeft hierover een positieve attitude vergeleken met een meerderheid van alle mondhygiënisten. Dit suggereert dat de acceptatie van een zelfstandige mondhygiënist een groot obstakel is wanneer men taakherschikking wil implementeren. Tandartsen willen controle over de mondhygiënist behouden, daarom is het waarschijnlijk dat taakdelegatie boven taaksubstitutie wordt verkozen. Dit laatste betreft taakherschikking met professionele autonomie.
In research into a professional cross-section of dental hygienists, we studied the extent to which task redistribution has an influence on job satisfaction. The research among randomly chosen dental hygienists consisted of questions about organizational and personal characteristics, the set of assigned tasks, task characteristics and job satisfaction. The respondents were divided into 3 clusters which differed in the breadth of their sets of tasks. Although prevention and periodontology services remain the core tasks in dental hygienists' jobs, the degree of task redistribution differed strongly from cluster to cluster. Respondents with a considerable degree of task redistribution experienced the most task variation, but scored significantly lower on the task characteristics autonomy, feedback, task identity and task importance. This explains why redistribution does not directly correspond with a greater degree of job satisfaction. Moreover, it is precisely the dental hygienists with a broad set of tasks who are significantly less satisfied with their salary than those with a traditional set of tasks.
Voeding en mondgezondheid hangen met elkaar samen. Immers, om goed te kunnen eten, is een gezonde, pijnvrije mond nodig en voor een goede mondgezondheid is een gezond voedingspatroon nodig. Diëtisten en mondhygiënisten geven aan dat zij graag beter gebruik zouden maken van elkaars expertise. Echter, zij weten op dit moment onvoldoende van elkaars deskundigheid en weten elkaar niet te vinden. Daarnaast geven beide beroepsgroepen aan dat ook andere professionals nodig zijn om tijdig problemen ten aanzien van voeding en/of mondgezondheid te signaleren.
Voeding en mondgezondheid hangen met elkaar samen. Immers, om goed te kunnen eten, is een gezonde, pijnvrije mond nodig en voor een goede mondgezondheid is een gezond voedingspatroon nodig. Diëtisten en mondhygiënisten geven aan dat zij graag beter gebruik maken van elkaars expertise. Echter, zij weten op dit moment onvoldoende van elkaars deskundigheid en weten elkaar niet te vinden. Daarnaast geven beide beroepsgroepen aan dat ook andere professionals nodig zijn om tijdig problemen ten aanzien van voeding en/of mondgezondheid te signaleren. Diëtisten en mondhygiënisten geven aan handvatten nodig te hebben om deze samenwerking onderling én in hun regio/wijk vorm te geven. Er is reeds een conceptvragenlijst ontwikkeld die diëtisten en mondhygiënisten ondersteunt om problemen op gebied van voeding en mondgezondheid bij thuiswonende ouderen tijdig te signaleren. In dit project zal deze vragenlijst worden gevalideerd. Het project verbreedt tevens de aandacht voor voeding en mondgezondheid naar andere professionals in de wijk/regio én naar andere doelgroepen dan thuiswonende ouderen. De centrale vraag is: De centrale luidt: Hoe kunnen diëtisten en mondhygiënisten onderling en met andere professionals in de regio/wijk beter samenwerken om de (preventieve) zorg van gezondheidsproblemen rond voeding en mondgezondheid te verbeteren? In dit project vormen diëtisten en mondhygiënisten binnen een regio/wijk duo’s die met elkaar meelopen om zo inzicht te krijgen in elkaars expertise en in vraagstukken op het terrein van voeding en mondgezondheid in hun regio/wijk (werkpakket 1). Vervolgens gaan zij in actie-onderzoek na hoe zij de vraagstukken kunnen oplossen, wie daarbij nodig zijn en hoe samenwerking in de regio/wijk vorm kan krijgen (werkpakket 2). Tenslotte zal de conceptvragenlijst voor inschatten van risico van problemen op gebied van voeding en mondgezondheid bij ouderen worden gevalideerd (werkpakket 3). Resultaten worden gedeeld met het werkveld en onderwijs (werkpakket 4).
Diëtisten en mondhygiënisten hebben de HAN en de HU benaderd met de vraag hen te helpen bij het tijdig signaleren van problemen op het raakvlak mondgezondheid en voeding. Veel thuiswonende ouderen ervaren problemen met mondgezondheid en voedingsinname. Er is samenhang tussen beide problemen; bijv. pijn bij het kauwen kan leiden tot slechte voedingsinname. Tijdige signalering en aanpak van problemen t.a.v. voeding of mondgezondheid dragen bij aan betere kwaliteit van leven van ouderen en aan betere zorg. Mondhygiënisten en diëtisten zijn zich bewust van de samenhang tussen voeding en mondgezondheid, maar herkennen onvoldoende wanneer doorverwijzing naar de andere discipline wenselijk is en welke informatie deze discipline dan nodig heeft. In een consortium van praktijken van mondhygiënisten en diëtisten en betreffende beroepsverenigingen wordt daarom onderzocht welke vragen mondhygiënisten kunnen stellen aan patiënten om risico’s en/of problemen op het terrein van voedingsinname in kaart te brengen en welke vragen diëtisten kunnen stellen aan patiënten om risico’s en/of problemen met mondgezondheid te signaleren. Hiertoe worden risicofactoren voor slechte mondgezondheid in relatie tot voeding en vice versa in kaart gebracht (wp1), worden vragenlijsten ontwikkeld die de mondhygiënist en de diëtist kunnen toepassen om risico’s te identificeren (wp2), wordt dezelfde vragenlijst landelijk uitgezet om inzicht te krijgen in de prevalentie van risicofactoren op het kruispunt van voedingsproblemen en mondgezondheid (wp3) en wordt middels focusgroepen en interviews onderzocht hoe optimale samenwerking er uit ziet tussen mondhygiënisten en diëtisten en tussen mondhygiënisten/diëtisten en andere zorgprofessionals en hoe optimale zorg rond voeding en mondzorg er volgens ouderen uit zou moeten zien (wp4). Het project sluit af met een symposium (wp5). In dit onderzoek combineren HAN en HU complementaire disciplines: Voeding & Diëtetiek (HAN) en Mondzorgkunde (HU). Resultaten worden gedissemineerd via kanalen zoals het Netwerk Voeding en Mondgezondheid, de beroepsverenigingen van mondhygiënisten en diëtisten en de Stuurgroep Ondervoeding.