Dienst van SURF
© 2025 SURF
This article explores cooperation between a commercial supermarket chain and an environmental non-governmental organization linking it to consumer perception of the “The Super Animals” collectable cards promotion initiative. The case study focuses on one particular joint project involving Animal Cards that was initiated by the supermarket Albert Heijn and the World Wide Fund for Nature in The Netherlands. Based on this case, environmental non-governmental organizations’ strategic choices in the context of contesting discourses of sustainability and consumption, as well as implications for environmental education, are addressed. This article combines three strands of the literature – on sustainable consumption, on strategic cooperation between commercial companies and environmental non-governmental organizations and on environmental education. It is argued that the Animal Cards initiative presents an ambiguous case by both attempting to enhance environmental awareness and promoting consumption, opening up questions about the value of such cooperative ventures to the objectives of environmental education. It is concluded that cross-sector partnerships have the potential to lead to improvements in corporate social responsibility and environmental awareness among consumers but simultaneously pose the danger of undermining the critical stance toward consumption. https://doi.org/10.1177/1469540514556170 LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/helenkopnina/
MULTIFILE
Organizations feel an urgency to develop and implement applications based on foundation models: AI-models that have been trained on large-scale general data and can be finetuned to domain-specific tasks. In this process organizations face many questions, regarding model training and deployment, but also concerning added business value, implementation risks and governance. They express a need for guidance to answer these questions in a suitable and responsible way. We intend to offer such guidance by the question matrix presented in this paper. The question matrix is adjusted from the model card, to match well with development of AIapplications rather than AI-models. First pilots with the question matrix revealed that it elicited discussions among developers and helped developers explicate their choices and intentions during development.
MULTIFILE
The paper introduced an automatic score detection model using object detection techniques. The performance of sevenmodels belonging to two different architectural setups was compared. Models like YOLOv8n, YOLOv8s, YOLOv8m, RetinaNet-50, and RetinaNet-101 are single-shot detectors, while Faster RCNN-50 and Faster RCNN-101 belong to the two-shot detectors category. The dataset was manually captured from the shooting range and expanded by generating more versatile data using Python code. Before the dataset was trained to develop models, it was resized (640x640) and augmented using Roboflow API. The trained models were then assessed on the test dataset, and their performance was compared using matrices like mAP50, mAP50-90, precision, and recall. The results showed that YOLOv8 models can detect multiple objects with good confidence scores.
Artificiële Intelligentie (AI) speelt een steeds belangrijkere rol in mediaorganisaties bij de automatische creatie, personalisatie, distributie en archivering van mediacontent. Dit gaat gepaard met vragen en bezorgdheid in de maatschappij en de mediasector zelf over verantwoord gebruik van AI. Zo zijn er zorgen over discriminatie van bepaalde groepen door bias in algoritmes, over toenemende polarisatie door de verspreiding van radicale content en desinformatie door algoritmes en over schending van privacy bij een niet transparante omgang met data. Veel mediaorganisaties worstelen met de vraag hoe ze verantwoord met AI-toepassingen om moeten gaan. Mediaorganisaties geven aan dat bestaande ethische instrumenten voor verantwoorde AI, zoals de EU “Ethics Guidelines for trustworthy AI” (European Commission, 2019) en de “AI Impact Assessment” (ECP, 2018) onvoldoende houvast bieden voor het ontwerp en de inzet van verantwoorde AI, omdat deze instrumenten niet specifiek zijn toegespitst op het mediadomein. Hierdoor worden deze ethische instrumenten nog nauwelijks toegepast in de mediasector, terwijl mediaorganisaties aangeven dat daar wel behoefte aan is. Het doel van dit project is om mediaorganisaties te ondersteunen en begeleiden bij het inbedden van verantwoorde AI in hun organisaties en bij het ontwerpen, ontwikkelen en inzetten van verantwoorde AI-toepassingen, door domeinspecifieke ethische instrumenten te ontwikkelen. Dit gebeurt aan de hand van drie praktijkcasussen die zijn aangedragen door mediaorganisaties: pluriforme aanbevelingssystemen, inclusieve spraakherkenningssystemen voor de Nederlandse taal en collaboratieve productie-ondersteuningssystemen. De ontwikkeling van de ethische instrumenten wordt uitgevoerd met een Research-through-Design aanpak met meerdere iteraties van informatie verzamelen, analyseren prototypen en testen. De beoogde resultaten van dit praktijkgerichte onderzoek zijn: 1) nieuwe kennis over het ontwerpen van verantwoorde AI in mediatoepassingen, 2) op media toegespitste ethische instrumenten, en 3) verandering in de deelnemende mediaorganisaties ten aanzien van verantwoorde AI door nauwe samenwerking met praktijkpartners in het onderzoek.
Het lectorenplatform CE ontstond in 2017 uit de behoefte een podium te hebben voor kennisuitwisseling en samenwerking in een tot dan toe versnipperd onderzoeksveld. Het platform is hierin geslaagd maar ziet nog volop mogelijkheden om haar rol te versterken. Enkele redenen zijn: Overheden ondersteunen een stevige agenda voor onderzoek. Er komen meer internationale, Rijksbrede en regionale programma’s voor de circulaire economie en er worden veranderingen in regelgeving bestudeerd (grondstoffenakkoord, energieneutraliteit, keurmerken voor duurzaamheid). Het thema circulaire economie met ‘wicked problems’ als klimaatverandering moet multidisciplinair benaderd worden omdat het zowel technische, maatschapp- elijke, juridische, psychologische, ecologische als economische elementen in zich heeft. Multidisciplinaire samenwerking is dus noodzakelijk en kan nog beter. Lectoren hebben invloed op de opleiding van nieuwe professionals en vorming van hun duurzame bewustzijn. Door praktijkgericht onderzoek in verbinding met onderwijs uit te voeren zorgen zij ervoor dat nieuwe generaties studenten worden opgeleid met denkwijzen en instrumenten voor een circulaire economie. De focus ligt in de vervolgfase op het hebben van impact via concrete projecten, in grotere programma’s en door verbindingen met nieuwe partijen. We investeren in het (door)ontwikkelen van methodieken, instrumenten en tools - zoals circulaire business modellen, meervoudige waardenmodellen, circulaire financieringswijzers en circulaire scorecards. Deze testen we in ‘living lab’-achtige settingen. Avans en Het Groene Brein zorgen wederom voor de aansturing. De samenwerking wordt uitgebreid door samen te werken met andere lectorenplatforms, waaronder Logistiek, Biobased Economy en Urban Energy en NADR (creatieve industrie). Samenwerking biedt mogelijkheden voor crossovers in onderzoek en versterkt de kennisbasis. Het platform staat zo voor stevige kennisdisseminatie naar onderwijs en praktijk. Ondermeer via de kenniskaart die in de opstartperiode is ontwikkeld, professionele, wetenschappelijke publicaties en bijeenkomsten. In openleeromgevingen worden leerpakketten aangeboden die inzetbaar zijn bij de ontwikkeling van onderwijsmodules, onderwijsmethodes en MOOC’s gericht op transitie naar een CE.