Dienst van SURF
© 2025 SURF
Rapport in opdracht van de gemeente Groningen. Aanleiding voor het schrijven van dit rapport is dat de gemeente Groningen graag wil weten hoe ze met het gebruik van open data het (openbaar) vervoer voor studenten in en naar de stad Groningen kunnen verbeteren. Het onderzoek richtte zich daarom op studenten. In het advies wordt genoemd dat:* Om de studenten van dienst te zijn kan men een applicatie voor smartphone en tablet of een mobiele website ontwikkelen. * Unique selling point is een applicatie waarmee men in één applicatie alle informatie heeft. * Persoonlijk hulpmiddel door een applicatie te laten instellen op persoonlijke voorkeur/routes * Informatie over de drukte in trein ligt bij de Provincie Groningen. * Ontbrekende data over het fietsverkeer kan men verkrijgen met telpunten van de gemeente. This (research) activity is a pilot of Opening Up and has been co-funded by the Interreg IVB North Sea Region Programme
Het doel van het verkennende onderzoek is om inzicht te krijgen in de huidige didactische inzet van de mobiele technologie door leerkrachten op de scholen en welke ondersteuningsbehoefte leerkrachten ervaren. Op basis van deze verkenning kunnen geïnformeerde beslissingen genomen worden ten aanzien van het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van de innovatieve didactische inzet van mobiele technologie op de scholen. Belangrijke vragen hierbij waren: hoe zetten leerkrachten de mobiele technologie in voor leren en lesgeven, wat zijn de doelstellingen die de school daarmee wil bereiken, wat zijn belemmerende en stimulerende factoren en welke ondersteuningsbehoefte hebben leerkrachten? In het onderzoek is gebruik gemaakt van het pedagogisch-didactisch model iPAC om te beschrijven hoe mobiel leren wordt ingezet voor gepersonaliseerd leren, samenwerkend leren en authentieke leertaken. Met een vertaalde iPAC-vragenlijst voor leerkrachten is de huidige situatie in kaart gebracht. De resultaten hiervan zijn besproken in focusgroepen met leerkrachten, maar er is ook gesproken met leerlingen in focusgroepen en met leidinggevenden.
Dit project is een haalbaarheidsstudie naar de benodigde eigenschappen van een flood early warning system in het stroomgebied van de Rode Rivier in noordwest Vietnam. In het project wordt zowel de gebiedskennis verzameld als een lokaal netwerk gevormd, zodanig dat een smart sensor system voor waterbeheer ingericht kan worden dat de lokale bevolking in staat stelt om tijdig te anticiperen op plotselinge overstromingen. Door extreme weersituaties die zich regelmatiger voor zullen doen zullen de effecten van overstromingen verergeren. Met name vanwege het zeer korte tijdsbestek waarbinnen overstromingen op kunnen treden, is het voor de bevolking noodzakelijk om zelfstandig hierop te kunnen anticiperen. Door de effecten van klimaatverandering en grootschalige ontbossing is het risico op overstromingen in de gehele regio sterk toegenomen. Daarom zal ook gekeken worden naar de mogelijkheden van opschaling van voornoemd systeem. In dit project wordt ook de basis gelegd voor een nieuw samenwerkingsverband tussen het HAN/VHL lectoraat Sustainable River Management, Eijkelkamp Soil & Water, Prins Land, Water & Food Consult en het World Agroforestry Centre (ICRAF). Deze partners hebben de gedeelde ambitie om een pilot project te realiseren voor een early warning systeem, waarmee op basis van real-time empirische data over neerslag en rivierafvoer automatisch een waarschuwingssignaal naar mobiele telefoons in een bepaald gebied gegenereerd kan worden, zodat de bevolking tijdig maatregelen kan nemen voor evacuatie en/of om ernstige schade te beperken bij verhoogd risico op zogenaamde 'flash floods'. Deze ambitie zal gezamenlijk uitgewerkt worden in een voorstel voor een pilotproject onder bijv. de Partners voor Water regeling.
In het forensisch werkveld staan drie vragen centraal. Het gaat dan om “wie is het”, “wat is er gebeurd” en “wanneer is het gebeurd”. Alle informatie die bijdraagt aan het beantwoorden van deze vragen is waardevol in zaakonderzoeken. Vaak wordt er wel een biologisch spoor gevonden, maar is er geen “match” met de databank. In dit geval kan profileringsinformatie helpen bij het zoeken naar de juiste persoon. Met profilering wordt hier bedoeld een serie stoffen, ook markers genoemd, die informatie geven over de levensstijl van mensen. De levensstijl kan bestaan uit kenmerken, voeding, gewoonten en activiteiten. Een recent voorbeeld van een profileringsmethode is het analyseren van de buitenzijde van mobiele telefoons. Door het hanteren van de telefoon laten mensen zweet en stoffen achter die gekarakteriseerd kunnen worden. Het profiel van deze stoffen geeft een beschrijving van de levensstijl van de eigenaar. In veel zaken zijn er echter geen mobiele telefoon aanwezig, maar wel andere sporen zoals haar. Daarom is er behoefte aan een methode om haar te gebruiken voor profilering. Bovendien geeft haar een indicatie van tijd en gebeurtenissen uit het verleden omdat het langzaam groeit. In principe kan er dan informatie over de drie vragen (wie, wat, wanneer) verzameld worden. Haren worden op dit moment vooral gebruikt voor het meten van drugs, alcohol gebruik, cortisol en nicotine. Er is echter behoefte aan een breder palet van stoffen dat in één keer in haar kan worden gemeten. Het doel van dit onderzoek is daarom het ontwikkelen van een methode waarmee in één analysegang een profiel van circa 15 uiteenlopende markers kan worden gemeten.