Dienst van SURF
© 2025 SURF
Volgens René Butter is het concept van de zogeheten 'mixed methods' een vruchtbare manier om het praktijkgerichte onderzoek naar een hoger plan te tillen. 'Zo kun je rijke, conceptueel geladen informatie optimaal combineren met meer geformatteerde en gestructureerde informatie'.
The shortage for ICT personal in the EU is large and expected to increase. The aim of this research is to contribute to a better understanding of the roles and competences needed, so that education curricula can be better aligned to evolving market demand by answering the research question: Which competence gaps do we need to bridge in order to meet the future need for sufficiently qualified personnel in the EU Software sector? In this research, a mixed method approach was executed in twelve European countries, to map the current and future needs for competences in the EU. The analyses shows changes in demand regarding technical skills, e.g. low-code and a stronger focus on soft skills like communication and critical thinking. Besides this, the research showed educational institutes would do well to develop their curricula in a practical way by integration of real live cases and work together with organizations.
MULTIFILE
Abstract: Self-management interventions (SMIs) may fail if they misalign with the local context. To optimize the implementation of SMIs in Chinese people with chronic lung disease (CLD), the local context was identified in Chinese primary care (PC) and secondary care (SC). A mixed-method study using semi-structured interviews and quantitative surveys was conducted on people with CLD and healthcare professionals (HCPs). The qualitative data was collected until data saturation was reached, and participants were invited to complete the survey after the interview. The qualitative data—analyzed with the framework approach—was triangulated with the quantitative data. A total of 52 participants completed the interviews, and 48 also finished the survey. Four themes were identified; (a) illness perceptions (e.g., patients had poor CLD knowledge and SM, inadequate resources lead to suboptimal disease control in PC); (b) self-management skills (e.g., most patients delayed exacerbation recognition and action, and some were admitted at the crisis point); (c) factors influencing self-management skills (e.g., (in)adequate disease knowledge and medical expenditure affordability); and (d) needs for self-management (e.g., increased disease knowledge, individualized self-management plan, eHealth, (healthcare insurance) policy support). Identified themes were dependent on each other and should be leveraged when implementing SMIs. Ultimately, such SMIs can optimize patient health outcomes.
LINK
Due to societal developments, like the introduction of the ‘civil society’, policy stimulating longer living at home and the separation of housing and care, the housing situation of older citizens is a relevant and pressing issue for housing-, governance- and care organizations. The current situation of living with care already benefits from technological advancement. The wide application of technology especially in care homes brings the emergence of a new source of information that becomes invaluable in order to understand how the smart urban environment affects the health of older people. The goal of this proposal is to develop an approach for designing smart neighborhoods, in order to assist and engage older adults living there. This approach will be applied to a neighborhood in Aalst-Waalre which will be developed into a living lab. The research will involve: (1) Insight into social-spatial factors underlying a smart neighborhood; (2) Identifying governance and organizational context; (3) Identifying needs and preferences of the (future) inhabitant; (4) Matching needs & preferences to potential socio-techno-spatial solutions. A mixed methods approach fusing quantitative and qualitative methods towards understanding the impacts of smart environment will be investigated. After 12 months, employing several concepts of urban computing, such as pattern recognition and predictive modelling , using the focus groups from the different organizations as well as primary end-users, and exploring how physiological data can be embedded in data-driven strategies for the enhancement of active ageing in this neighborhood will result in design solutions and strategies for a more care-friendly neighborhood.
Beweegrichtlijnen geven aan hoeveel beweging nodig is voor een goede gezondheid van jong tot oud. Voor een gezonde leefstijl van kinderen zijn bewegen, samen spelen, samen leren en samen werken van groot belang, maar dat geldt ook voor ouderen. Picoo brengt het belang van bewegen en samenzijn bij elkaar. Dat zorgt voor een goede ontwikkeling van het kind, het welzijn van ouderen en het verstevigen van het bewegen en samenzijn in de maatschappij. Project: Actief Plezier met Picoo: Jong en Oud in Beweging! Vraag: Draagt Picoo bij aan meer beweging en verbinding tussen kinderen en ouderen door samen te bewegen? Doel: Het inzetten van Picoo leidt tot meer samen beweging, waardoor welzijn van ouderen en ontwikkeling van het kind en meer beweging wordt vergroot. Methode: Mixed method observatieonderzoek /survey/kort gesprek Kinderen tot 18 jaar en senioren 65 plus met een zorgvraag T0: kinderen en ouderen krijgen uitleg over het gebruik van Picoo Interventie: Picoo is een controller en spelcomputer ineen, ontwikkeld om kinderen (maar ook volwassen) interactief buiten te laten spelen.6 Tijdens de actieve games heeft elke deelnemer een eigen controller. De controllers staan met elkaar in verbinding. T1 Tijdens het spel wordt d.m.v. een observatielijst gekeken hoe jong en oud reageren op het samen spelen met Picoo. T2 Na het spel geven kinderen en ouderen door middel van Visual Analogue Scale (smileys) wat hun ervaringen zijn. T3 Na het spel gaan kinderen en ouderen kort met elkaar in gesprek over hun ervaringen Uitvoering: Interdisciplinaire mix van studenten Verpleegkunde, Fysiotherapie, Mens en Techniek en Social Work Eindproduct: Nieuwe testcase en input voor doorontwikkeling Picoo richting verbinding jong en oud. Kennis over mogelijkheden/ervaringen over verbinding door beweging wordt gedissemineerd naar de praktijk en onderwijs. Resultaten worden gerapporteerd en gepubliceerd op relevante sites zoals bijvoorbeeld kenniscentrum sport en bewegen, zorginstellingen en scholen.
Adolescenten brengen steeds meer vrije tijd door met het spelen van games en bevinden zich mede daardoor in een hybride leefwereld. Deze relatief nieuwe wereld brengt nieuwe uitdagingen mee rondom identiteitsontwikkeling en psychosociaal welzijn; voor gamende adolescenten zelf, maar ook hun (professionele) opvoeders. Wij onderzoeken de relatie tussen gamen, identiteitsontwikkeling en psychosociaal welzijn en de rol die (professionele) opvoeders hierin hebben.Doel Op dit moment ontbreekt kennis over de relatie tussen gamen, identiteitsontwikkeling en psychosociaal welzijn van adolescenten en is het onder andere lastig om handvatten voor (professionele) opvoeders te ontwikkelen. Handvatten kunnen helpen om beter aan te sluiten bij de leefwereld en behoeftes van gamende adolescenten. De resultaten van dit onderzoek kunnen bijdragen aan een positieve (sociale) identiteitsontwikkeling van gamende adolescenten in een hybride wereld. Resultaten Het promotieonderzoek gaat verschillende wetenschappelijke publicaties opleveren. We vertalen onze resultaten samen met professionals, opvoeders en adolescenten naar praktische handvatten voor (professionele) opvoeders. De betrokken praktijkpartners en opleidingen geven deze wetenschappelijk onderbouwde inzichten en handvatten een passende plaats in hun curricula en werkwijzen. Looptijd 01 september 2022 - 01 september 2026 Aanpak Dit promotieonderzoek heeft een praktijkgericht, mixed-methods design. Voor de kwantitatieve analyse maken we gebruik van longitudinale data van het Digital Youth project van Universiteit Utrecht. De kwalitatieve data wordt verzameld door symbolic netnography (een digitale variant van etnografisch onderzoek), interviews en participerende observaties met adolescenten en (professionele) opvoeders. In samenspraak met adolescenten en (professionele) opvoeders worden deze inzichten vertaald naar praktische handvatten.