Dienst van SURF
© 2025 SURF
Verpleegkundigen vinden het lastig om goede dementiezorg te bieden aan mensen met een migratieachtergrond en hun mantelzorgers als er sprake is van onbegrepen gedrag. Bestaande methodieken voor het omgaan met onbegrepen gedrag sluiten niet aan op de situatie van deze doelgroep. In het “Op weg” project onderzochten wij waar de knelpunten liggen voor zorgverleners en mantelzorgers bij het bespreken van onbegrepen gedrag. Deze interviews zijn de eerste stap in de ontwikkeling van een methodiek voor het omgaan met onbegrepen gedrag bij thuiswonende mensen met dementie en een migratieachtergrond.
Verpleegkundigen vinden het lastig om goede dementiezorg te bieden aan mensen met een migratieachtergrond en hun mantelzorgers als er sprake is van onbegrepen gedrag. Bestaande methodieken voor het omgaan met onbegrepen gedrag sluiten niet aan op de situatie van deze doelgroep. In het “Op weg” project onderzochten wij waar de knelpunten liggen voor zorgverleners en mantelzorgers bij het bespreken van onbegrepen gedrag. Deze interviews zijn de eerste stap in de ontwikkeling van een methodiek voor het omgaan met onbegrepen gedrag bij thuiswonende mensen met dementie en een migratieachtergrond. Casus Laura Molenaar ondersteunt als casemanager het echtpaar Yilmaz. Meneer Yilmaz kreeg een half jaar geleden de diagnose dementie. Eerder was hij het gezinshoofd en gerespecteerd lid van de Turkse gemeenschap. Nu kan hij niet goed meer voor zichzelf zorgen. Bij het aankleden en eten verzet hij zich heftig tegen hulp en slaat om zich heen. Zijn vrouw is bang voor hem geworden, maar durft dit niet te benoemen. Laura krijgt weinig zicht op de context van het onbegrepen gedrag. De communicatie met mevrouw is lastig omdat zij nauwelijks Nederlands spreekt. De communicatie met de zoon en dochters gaat beter, maar niet alle kinderen zien de ernst van de situatie. Daarbij willen ze niet tornen aan de positie van meneer Yilmaz als gezinshoofd. Verschillende visies op onbegrepen gedrag en miscommunicatie belemmeren zo een systematische aanpak van het onbegrepen gedrag volgens de professionele richtlijn. Laura ziet niet hoe ze in deze context goede zorg kan bieden.
Overgewicht komt relatief vaker voor bij gezinnen met een lage sociaaleconomische status (SES) en migratieachtergrond. Simpel Fit! is een interventie om overgewicht bij kinderen van 0-12 jaar tegen te gaan en bereikt met zijn cultuursensitieve aanpak doelgroepen met verschillende sociaaleconomische en sociaal-culturele achtergronden. Voor professionals betrokken bij de interventie Simpel Fit!, i.c. ontwikkelaars, uitvoerders en eigenaren, is het echter niet duidelijk in hoeverre zij hun doel, bijdragen aan gezond gedrag, behalen met de interventie. Enerzijds willen zij grip houden op de uitvoering van de interventie en het behalen van de doelen, anderzijds willen zij flexibel kunnen inspelen op de specifieke behoefte van de doelgroep. Er bestaan daardoor verschillende versies van Simpel Fit! waarvan niet duidelijk is of zij theoretisch goed onderbouwd en effectief zijn. Een goede evaluatie is hiervoor noodzakelijk. De uitvoerende professionals ervaren handelingsverlegenheid bij het borgen van de kwaliteit van de interventie door middel van evaluatie. Het uitvoeren van bestaande evaluatie-instrumenten ervaren zij als lastig. De instrumenten zijn te talig en tijdrovend en doen daarmee geen recht aan de doelgroep van ouders met een lage SES en migratieachtergrond. Zij willen graag strategieën en tools om de interventie op een cultuursensitieve wijze te evalueren. In dit onderzoeksproject beogen we daarom om de Simpel Fit! interventie op een cultuursensitieve wijze te evalueren. Het betreft zowel een proces- als een effectevaluatie, waarvan de resultaten gebruikt kunnen worden voor de doorontwikkeling van de interventie. Daarnaast brengt de evaluatie inzicht in de generieke werkzame elementen van cultuursensitief werken, dat als raamwerk kan dienen voor de aanpassing van interventies aan verschillende doelgroepen.
Stadsdeel Schalkwijk in Zuidoost-Haarlem, telt relatief veel bewoners met een lage sociaal economische status en een migratieachtergrond, en scoort op verschillende gezondheidsparameters slechter dan de rest van Haarlem. Minder bewoners voldoen aan de beweegrichtlijnen, meer bewoners hebben overgewicht en 55% van de volwassenen in dit gebied heeft gevoelens van eenzaamheid. Om de gezondheidsverschillen in Haarlem te verkleinen worden preventieakkoorden op stadsdeelniveau gesloten waarvan het Preventieakkoord Schalkwijk de eerste is en als pilot dient voor de andere stadsdelen. In het kader van het preventieakkoord Schalkwijk zijn in 2021 de laagdrempelige wandelinterventies Kwiekroute Boerhaavewijk en Nationale Diabetes Challenge gestart om het beweeggedrag, de gezondheid en het welzijn te stimuleren. Deze interventies passen goed binnen het plan Heel Haarlem Wandelt, een recent gestart programma om wandelen in heel Haarlem te stimuleren. Beide interventies zijn geïmplementeerd en krijgen opvolging: er liggen plannen om nog twee Kwiekroutes aan te leggen en de Diabetes Challenge is een periodiek terugkerende interventie. Gemeente-, sport-, zorg- en welzijnsprofessionals die betrokken zijn bij Heel Haarlem Wandelt willen graag weten: 1) in welke mate en door wie de wandelinterventies in Schalkwijk gebruikt worden; 2) wat succes- en faalfactoren zijn voor gebruik van deze beweegstimuleringsinterventies in de openbare ruimte door betrokken professionals en bewoners; en 3) in hoeverre de juiste gemeentelijke en uitvoerende professionals bij deze interventies betrokken zijn en wat werkzame elementen zijn in hun integrale samenwerking. In dit project worden deze vragen samen met gemeente- en uitvoerend professionals uit de domeinen sport, openbare ruimte, gezondheid en welzijn beantwoord. Dit bevordert de integrale samenwerking bij het beweegvriendelijk inrichten van de openbare ruimte in Haarlem en levert kennis waarmee deze en vergelijkbare beweegstimuleringsinterventies verbeterd en succesvoller geïmplementeerd kunnen worden. Daarnaast creëren we met dit project draagvlak om (soort)gelijke interventies op meerdere plekken in Haarlem te implementeren.
Binnen de hospitality industrie scoort housekeeping vaak laag op het gebied van werkplezier. Ook is dit een van de banen die de meeste fysieke inspanning vereist en de minste waardering of gastcontact bevat. Ook is housekeeping een veld waar veel vrouwen en mensen met een migratieachtergrond werken. Medewerkers die langere tijd hebben gewerkt als housekeeper ervaren vaak pijn in de rug en schouders. Ondanks dit, is er in de afgelopen 40 jaar weinig tot geen innovatie geweest om medewerkers fysiek te ontlasten in housekeeping. Dit Professional Doctorate traject zal zich daarom focussen op precies dit. Hotelschool The Hague doet al enkele jaren onderzoek naar hospitality robotics, waar de hotelkennis wordt gebundeld met de robotkennis van de TU Delft. Hotelschool The Hague en de TU Delft zijn daarom de academische deelnemers van dit traject. De eerste industriepartners in dit Profesisonal Doctorate traject is RoboHouse, een stichting met ervaring in het inzetten van robots voor fysieke ondersteuning van werk. De tweede partner is Accor, een organisatie met meerdere hotelketens onder zich. Door deze samenwerking is het mogelijk om aan oplossingen te werken die academisch gegrond zijn in zowel het technische als het hospitality veld en die gebouwd en getest kunnen worden door de samenwerking met RoboHouse en Accor.