Dienst van SURF
© 2025 SURF
The extent to which mentor teachers are able to address mentees' individual needs is an important factor in the success of mentoring. A two-dimensional model of mentor teacher roles in mentoring dialogues, entitled MERID, is explored empirically. Data regarding five aspects of mentoring dialogues were collected, using a sample of 20 transcriptions of mentoring dialogues, in which 112 topics were discussed and 440 mentor teacher utterances emerged. Correlations between the five aspects were determined and a cluster analysis was conducted. There is empirical support for the model. It is a useful framework to promote reflection on mentor teachers' supervisory behaviour.
The dialogue between a mentor teacher and a prospective teacher is a key element in the supervision of prospective teachers in the workplace. This literature study deals with the issue of how to conceptualize the supervisory behaviour of mentor teachers in mentoring dialogues by systematically examining empirical literature on aspects of mentor teachers' behaviour during dialogues with prospective teachers. From the findings a model is derived which can be used to describe and map mentor teachers' behaviour in mentoring dialogues. The model may be helpful in the further development of the quality of mentor teachers' behaviour in mentoring dialogues.
In Nederlandse scholen zijn jaarlijks vele tienduizenden praktijkbegeleiders (mentoren) van leraren in opleiding actief. De meeste mentoren doen dit begeleidingswerk naast hun hoofdtaak als leraar van leerlingen. Een ervaren leraar is niet per definitie ook een goede mentor. Om mentoren te ondersteunen in hun belangrijke werk verzorgen veel scholen, vaak in samenwerking met lerarenopleidingen, trainingen in begeleidingsvaardigheden. Voor Frank Crasborn en Paul Hennissen vormde hun ervaring als lerarenopleider en trainer van honderden mentoren de inspiratiebron voor het opzetten van onderzoek. Dit leidde tot een onderzoeksproject van acht deelstudies, waarin zowel naar gedragsaspecten als naar gerelateerde cognitieve aspecten van begeleidingsgedrag van mentoren werd gekeken. De resultaten van het onderzoek leidden tot een bijdrage aan de ordening van begrippen en concepten die gebruikt worden om begeleidingsgedrag van begeleiders in gesprekken met leraren in opleiding in kaart te brengen en te analyseren; een gedetailleerd beeld van begeleidingsgedrag in authentieke begeleidingsgesprekken en de manier waarop leraren in opleiding dit gedrag percipiëren; het blootleggen van cognities van mentoren, gekoppeld aan begeleidingsgedrag in gesprekken met leraren in opleiding; meer inzicht in de reikwijdte van training op de ontwikkeling van het doen en denken van begeleiders in begeleidingsgesprekken; een instrument voor reflectie op begeleidingsgedrag van mentoren; aanwijzingen voor verbetering van trainingen voor mentoren.
MULTIFILE