Dienst van SURF
© 2025 SURF
Mediation in strafzaken is een bemiddelingsproces dat in gang kan worden gezet als een officier van justitie of rechter, al dan niet op verzoek van een slachtoffer, verdachte of advocaat, naar een mediator in strafzaken doorverwijst. Na enkele pilots in 2010 is mediation in strafzaken in 2017 landelijk uitgerold en vanaf 2018 structureel gefinancierd. Borging van de kwaliteit van het mediationtraject ligt vooral in de borging van de kwaliteit van de mediators. Er is echter nog onvoldoende kennis over de (mogelijk specifieke) competenties die mediators in strafzaken dienen te hebben. Een beknopte literatuurstudie laat zien dat internationale en Europese instrumenten wijzen op het belang van goed opgeleide mediators. De meeste regels zijn vrij algemeen van aard en laten veel ruimte voor een nationale invulling. De Slachtofferrichtlijn van de Europese Commissie is een bindend instrument, waarin onder andere duidelijk is opgenomen dat secundaire victimisatie voorkomen dient te worden en dat slachtoffers volledig en duidelijk geïnformeerd dienen te worden. Onderhavig onderzoek naar opvattingen van de verschillende stakeholders over te hanteren kwaliteitseisen laat zien dat er geen grote verschillen zijn tussen rechters, officieren van justitie, strafrechtadvocaten, mediationfunctionarissen en mediators.
Mediators generally find mediation of hierarchical workplace conflicts difficult, as it often involves structural power imbalances. This dissertation seeks to increase knowledge of how hierarchical conflict affects how parties and mediators perceive mediation across dyads and across time. Three questions are central to this: (a) How effective in the long-term is the mediation of hierarchical workplace conflicts? (b) How does perceived situational power in supervisor-subordinate dyads relate to mediation effectiveness? (c) Do supervisors and subordinates differ in their emotional experiences during mediation, and are mediators able to perceive these emotions accurately? To answer these questions, we rely on the literature on power, emotions, mediation, and conflict management. We introduce our research via a heuristic model (chapter one). We then present our quantitative empirical research in three chapters based on survey data we collected from supervisors, subordinates, and
Introduction: Illness Perceptions (IPs) may play a role in the management of persistent low back pain. The mediation and/or moderation effect of IPs on primary outcomes in physiotherapy treatment is unknown. Methods: A multiple single-case experimental design, using a matched care physiotherapy intervention, with three phases (phases A-B-A’) was used including a 3 month follow up (phase A’). Primary outcomes: pain intensity, physical functioning and pain interference in daily life. Analyzes: linear mixed models, adjusted for fear of movement, catastrophizing, avoidance, sombreness and sleep. Results: Nine patients were included by six different primary care physiotherapists. Repeated measures on 196 data points showed that IPs Consequences, Personal control, Identity, Concern and Emotional response had a mediation effect on all three primary outcomes. The IP Personal control acted as a moderator for all primary outcomes, with clinically relevant improvements at 3 month follow up. Conclusion: Our study might indicate that some IPs have a mediating or a moderating effect on the outcome of a matched care physiotherapy treatment. Assessing Personal control at baseline, as a relevant moderator for the outcome prognosis of successful physiotherapy management of persistent low back pain, should be further eplored.
Fashion has become inextricably linked with digital culture. Digital media have opened up new spaces of fashion consumption that are unprecedented in their levels of ubiquity, immersion, fluidity, and interactivity. The virtual realm continuously needs us to design and communicate our identity online. Unfortunately, the current landscape of digitised fashion practices seems to lack the type of self-governing attitude and urgency that is needed to move beyond commercially mandated platforms and systems that effectively diminish our digital agency. As transformative power seems to be the promise of the virtual, there is an inherent need to critically assess how digital representation of fashion manifests online, especially when these representations become key mediators within our collective and individual public construction of self. A number of collectives and practitioners that actively shape a counter movement, organized bottom up rather than through capital, are questioning this interdependence, applying inverted thinking and experimenting with alternative modes of engagement. Starting from the research question ‘How can critical fashion practitioners introduce and amplify digital agency within fashion’s virtual landscape through new strategies of aesthetic engagement?’, this project investigates the implications of fashion’s increasing shift towards the virtual realm and the ramifications created for digital agency. It centers on how identity is understood in the digital era, whether subjects have full agency while expected to construct multiple selves, and how online environments that enact as playgrounds for our identities might attribute to a distorted sense of self. By using the field of critical fashion as its site, and the rapidly expanding frontier of digital counter practices as a lens, the aim of this project is to contribute to larger changes within an increasingly global and digital society, such as new modes of consumerism, capital and cultural value.
Mediators in strafzaken begeleiden de ingewikkelde dynamiek tussen verdachte en slachtoffer. Daarbij is van belang dat de verdachte verantwoordelijkheid neemt voor het gepleegde strafbare feit en de gevolgen daarvan. Dit om herstel voor beide mogelijk te maken.Doel Doel van dit SIA-Raak onderzoek is om te achterhalen hoe een verdachte precies verantwoordelijkheid kan nemen voor het gepleegde strafbare feit en de gevolgen daarvan en hoe de mediator dit kan ondersteunen. Resultaten Een handreiking voor mediationfunctionarissen om de geschiktheid van een zaak te beoordelen Interventietechnieken voor mediators Criteria om verantwoordelijkheid te beschrijven in de slotovereenkomst Looptijd 01 september 2022 - 31 augustus 2024 Onderzoeksvraag en deelvragen Onderzoeksvraag Welke criteria kunnen mediationfunctionarissen en mediators hanteren bij het vaststellen en stimuleren van ‘verantwoordelijkheid nemen door een verdachte’ tijdens het mediation in strafzaken traject en welk handelingsrepertoire is hiervoor nodig? Deelvragen 1. Op welke manier wordt ‘verantwoordelijkheid nemen door de verdachte’ ervaren door de verschillende stakeholders (mediationfunctionarissen, mediators, verdachten, slachtoffers, rechters, officieren van justitie, strafrechtadvocaten) in de verschillende fasen van het mediationtraject? 2. Hoe kan ‘verantwoordelijkheid nemen door een verdachte’ gedefinieerd worden? 3. Hoe kunnen mediationfunctionarissen tijdens het voorgesprek (fase 1) en mediators tijdens het intakegesprek (fase 2) beoordelen of een verdachte verantwoordelijkheid wil en kan nemen? 4. Welke interventies door mediators zijn het meest effectief om verdachten ertoe te bewegen verantwoordelijkheid te nemen tijdens het intakegesprek (fase 2) en het gezamenlijk gesprek (fase3)? 5. Op welke wijze kunnen mediators ‘verantwoordelijkheid nemen door een verdachte’ omschrijven in de slotovereenkomst (fase 4) zodat dit duidelijk is voor rechters en officieren van justitie? Aanpak Wij beantwoorden de onderzoeksvragen door middel van literatuuronderzoek, interviews en expertateliers.
Mediators in strafzaken begeleiden de ingewikkelde dynamiek tussen verdachte en slachtoffer. Daarbij is van belang dat de verdachte verantwoordelijkheid neemt voor het gepleegde strafbare feit en de gevolgen daarvan. Dit om herstel voor beide mogelijk te maken.Doel Doel van dit SIA-Raak onderzoek is om te achterhalen hoe een verdachte precies verantwoordelijkheid kan nemen voor het gepleegde strafbare feit en de gevolgen daarvan en hoe de mediator dit kan ondersteunen. Resultaten Een handreiking voor mediationfunctionarissen om de geschiktheid van een zaak te beoordelen Interventietechnieken voor mediators Criteria om verantwoordelijkheid te beschrijven in de slotovereenkomst Looptijd 01 september 2022 - 31 augustus 2024 Onderzoeksvraag en deelvragen Onderzoeksvraag Welke criteria kunnen mediationfunctionarissen en mediators hanteren bij het vaststellen en stimuleren van ‘verantwoordelijkheid nemen door een verdachte’ tijdens het mediation in strafzaken traject en welk handelingsrepertoire is hiervoor nodig? Deelvragen 1. Op welke manier wordt ‘verantwoordelijkheid nemen door de verdachte’ ervaren door de verschillende stakeholders (mediationfunctionarissen, mediators, verdachten, slachtoffers, rechters, officieren van justitie, strafrechtadvocaten) in de verschillende fasen van het mediationtraject? 2. Hoe kan ‘verantwoordelijkheid nemen door een verdachte’ gedefinieerd worden? 3. Hoe kunnen mediationfunctionarissen tijdens het voorgesprek (fase 1) en mediators tijdens het intakegesprek (fase 2) beoordelen of een verdachte verantwoordelijkheid wil en kan nemen? 4. Welke interventies door mediators zijn het meest effectief om verdachten ertoe te bewegen verantwoordelijkheid te nemen tijdens het intakegesprek (fase 2) en het gezamenlijk gesprek (fase3)? 5. Op welke wijze kunnen mediators ‘verantwoordelijkheid nemen door een verdachte’ omschrijven in de slotovereenkomst (fase 4) zodat dit duidelijk is voor rechters en officieren van justitie? Aanpak Wij beantwoorden de onderzoeksvragen door middel van literatuuronderzoek, interviews en expertateliers.