Dienst van SURF
© 2025 SURF
In dit artikel zal getoetst worden of de WOZ-waarde valide en betrouwbaar is als marktwaarde-indicator van de vastgoedportefeuilles van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). De belangrijkste bijdrage van onderhavig onderzoek is dat uit de uitkomsten van het empirische onderzoek blijkt dat er in het kader van de Wet WOZ sprake is van een significante overwaardering ten opzichte van de marktwaarde (transactieprijs). Gemeenten hebben moeite om de WOZ-waarden van de objecten zoals die in de vastgoedportefeuilles van het Rijk voorkomen, correct vast te stellen. Zeker gezien de bredere toepassing van de WOZ-waarde kan dit onderzoek aanleiding zijn tot een hernieuwde afweging van het gebruik, met name waar het minder courant vastgoed betreft.
Zou het niet verantwoord zijn om extra middelen aan de huisvesting van basisonderwijs te besteden als dit een positief effect op de waarde van het gebouw heeft? Vanuit die gedachte is een waarderingsmethodiek voor schoolgebouwen ontwikkeld die de meerwaarde van extra investeringen inzichtelijk maakt. Bij de bouw van een school worden allerlei keuzes gemaakt ten aanzien van bijvoorbeeld installaties en ruimtegebruik. Een gebrek aan financiële middelen zorgt ervoor dat deze keuzes niet altijd tot het best mogelijke gebouw leiden.
Dit artikel bevat de resultaten van het onderzoek Barometer Gemeentelijk Maatschappelijk Vastgoed 2012 en is uitgevoerd door het Kenniscentrum NoorderRuimte van de Hanzehogeschool Groningen in opdracht van het lectoraat Maatschappelijk Vastgoed. Onder begeleiding van mevrouw drs. Wilma Wolf en mevrouw drs. Annette Tjeerdsma, beide docent/onderzoekers, zijn de interviews afgenomen door studenten van de opleiding Vastgoed & Makelaardij.