Dienst van SURF
© 2025 SURF
De rol van macht bij mediation is een gevoelig en controversieel onderwerp. Aan de ene kant heeft mediation te maken met conflicten waarbij macht en machtsverschillen bijna inherent een rol spelen, aan de andere kant heerst er de pretentie dat de mediator op geen enkele manier macht of zelfs maar enige vorm van beïnvloeding hanteert bij de uitoefening van zijn of haar vak, omdat dit niet bij de puur onafhankelijke rol zou passen. Vaak ligt alles in de praktijk iets subtieler, en speelt macht bewust of onbewust, direct of indirect, een wezenlijke rol bij mediation. Sommige waarnemers menen zelfs dat de mediator de ‘mythe’ van neutraliteit en onpartijdigheid moet loslaten en zich bewust moet richten op de verschillen in macht tussen de conflictpartijen. Hier gaan diverse auteurs op deze problematiek in, en wordt deze vanuit zowel een meer theoretische invalshoek als vanuit de mediationpraktijk belicht. Hoe zorgt de mediator voor een zeker evenwicht tussen de partijen, zonder ‘partij’ te kiezen? Hoe zorgt deze dat de underdog in de machtsrelatie ook aan zijn -of vaker nog haar- trekken komt? En hoe machtig is mediation zelf geworden, nu deze in vele geschillen een eerste verplicht station is geworden bij de juridische procedure en volgens sommigen ook complexer en moeilijker te begrijpen? En wat betekent de ‘regisserende’ rol van de mediator in het hele mediation-proces in termen van macht en invloed, en hoe ziet of ervaart een conflictpartij dat? Omgekeerd kan bij mediation soms ook sprake zijn van onmacht, bijvoorbeeld wanneer de mediation vastloopt of onvoldoende soelaas kan bieden, of de mediator de partijen niet weet te ‘bereiken’. Ook in zo’n geval moet de mediator in staat zijn het proces in termen van macht en machtsverschillen te duiden en bij te sturen. Naast het centrale thema ‘macht en mediation’ wordt in dit boek een hoofdstuk gewijd aan de actuele ontwikkelingen op het terrein van de Nederlandse mediationwetgeving, i.c. het ontwerp van de Wet bevordering mediation.
Democratie is een hoogtepunt van beschaving maar staat voortdurend bloot aan het gevaar van chaos. Te gemakkelijk wordt democratie als een vanzelfsprekendheid gezien. In het artikel worden drie spanningen geschetst waardoor de democratie onder druk staat. Dat zijn: 1)spanning als gevolg van grote machtsverschillen, 2)spanning door verschil van mening en 3) spanning als gevolg van negatieve communicatie. Politiek die de democratie wil beschermen, moet erop toezien dat groepen in de samenleving voldoende erkenning krijgen. Anders loopt de spanning te hoog op. In een democratische samenleving moeten groepen elkaar accepteren en naar elkaar luisteren. Dat betekent niet dat ze het met elkaar eens moeten zijn, ze moeten met de ander willen leven en die de ruimte willen geven.
De kredietcrisis wakkert een discussie aan die sinds de val van het communisme gesloten leek. De tegenstanders en criticasters van de vrije markt die zich in 1989 noodgedwongen in hun ideologische bastions hadden teruggetrokken, komen er weer uit. Een veelgehoorde stelling is nu dat de vrije markt, met als resultante het onbeperkt nastreven van eigen belang, schadelijk is voor de moraliteit en sociale cohesie. Hoewel de vrije markt dus in toenemende mate wordt vereenzelvigd met a - sociaal gedrag en het recht van de sterkste, is het tegenovergestelde waar.