Dienst van SURF
© 2025 SURF
Nederland is de afgelopen jaren in de ban geraakt van twee verschillende utopische gedachten, met name de lokroep van de wijk als integrerend kader voor verbetering van de sociale en fysieke infrastructuur en de lokroep van technologie als motor van een significante vooruitgang van de samenleving. Binnen het programma ID-wijk van de Stichting Experimenten Volkshuisvesting worden experimenten gestimuleerd om deze twee utopische gedachten te combineren en met technologie in de wijk verbeteringen aan te brengen. De vraag dringt zich op of in het utopische rekenstelsel een optelling van twee eenheden een grotere eenheid tot gevolg heeft, of integendeel een dergelijke combinatie leidt tot een zwakker resultaat. In deze tekst wordt een exploratie aangevat van de rekenregels van dit utopische stelsel aan de hand van de vraag of technologie sociale netwerken op wijkniveau ondersteund dan wel ondermijnt, en in welke mate door welke actoren hierin sturend kan worden opgetreden. Daarbij wordt alleen aandacht gegeven aan persoonlijke sociale netwerken, en niet aan sociale relaties tussen groepen (ouderen t.o.v. jongeren, allochtonen-autochtonen, ). De relatie van technologie met sociale cohesie tussen groepen is immers een apart vraagstuk met een eigen dynamiek en vragen, bv. of een site als www.maroc.nl de integratie bevordert of juist verzuiling volgens etnische lijnen versterkt.
In de huidige Fast Fashion industrie blijft ruim dertig procent onverkocht. Daarnaast is de productie van textiel in verre landen ondoordoorzichtig en vindt die onder erbarmelijke omstandigheden plaats. Nederlandse producenten en (mode)labels krijgen nauwelijks greep op transparantie van de productie daar, maar missen ook het contact met de stofproducenten en de (vakmatige) dialoog hoe een stof eruit zou moeten zien. Vanuit deze behoefte zijn jonge, duurzame ontwerpers, maar ook gevestigde bedrijven op zoek naar duurzame, alternatieve stoffen die na gebruik van de consument ook weer via recycling in de keten kunnen worden gebracht. Daarbij hebben ze behoefte aan monitoring (wat is de werkelijke impact van de footprint) en ondersteuning in het vinden van marketing en duurzame designoplossingen. Het Project Going Eco, Going Dutch is een internationaal gezien uniek pilotproject waarbij textielproducenten en modebedrijven in samenwerking met Saxion en ArtEZ duurzame, lokaal geproduceerde textiele vezels tot garens, weefsels en breisels ontwikkelen en deze verwerken tot marktklare (mode)producten. Bijzonder is dat alle partners vanaf het begin samenwerken in de ontwikkeling en dat alle stappen in het proces onder de loep worden genomen. Het project draait om 3 onderzoeksvragen: Technische vraag: hoe kunnen we vanuit lokale vezels (hennep, wol en gerecyclede vezels) met lokale verwerkers en met input van modebedrijven een aantrekkelijk en hoogwaardig textiel maken. In welke kwaliteiten kan dat?; en wat is de feitelijke milieubelasting in cijfers? Design vraag: In welke toepassingen (interieur, babykleding, haute couture, confectie) zijn de breisels en weefsels toepasbaar? EN: Hoe kunnen we duurzaam ontwerpen? Welke Design4Recycling principes moeten we in acht nemen om het product na gebruik weer in de keten terug te kunnen brengen? Welke factoren kunnen het ontwerp- en realisatieproces verduurzamen? Branding & Marketing vraag: Hoe kan lokaliteit, materiaalhergebruik en duurzaamheid aantrekkelijk gecommuniceerd (gebrand) worden in een modemerk ? En wat is de concurrentiepositie van deze pilotproducten? De resultaten zijn opschaalbaar EN kunnen in andere regio's in binnen- en buitenland worden toegepast. Belangrijkste feitelijke gegevens zoals ?do and don?ts en cijfermatige onderbouwing van kwaliteit en ecologische footprint zullen ?open source? met (inter)nationale partners gedeeld worden. Het project past binnen de innovatieagenda van CLICKNL|NextFashion op het onderwerp Duurzaamheid en bij de CLICKNL-SRIA op de onderwerpen ?creating futures?, ?reinventing innovation?, ?business transformation?.
Het praktijkgerichte, verkennende onderzoeksproject Sound Soils speelt in op de vraag van muziekprofessionals om rurale contexten als toekomstig werkveld te willen verkennen. Het heeft als doel het formuleren van kansen voor musici en muziekorganisaties in Noord-Nederlandse rurale gebieden, met specifieke aandacht voor participatieve muziekpraktijken, als mogelijke opmaat naar (ontwerpend) actie-onderzoek als vervolg op dit projectvoorstel.