Met de transities in het sociaal domein en de daarmee veranderende rol van de sociaal werker wordt een mensenrechtenbenadering relevanter, omdat deze de neveneffecten van het nieuwe beleid voor cliënten zou kunnen ondervangen. Het sociaal werk wordt steeds vaker geprofileerd als ‘mensenrechtenberoep’ omdat deze professionals een brugfunctie vervullen tussen de leefwereld van burgers en het lokale beleid. Doordat sociaal werkers in wijkteams bepalend zijn geworden voor de toegang tot sociale zorg en ondersteuning, zouden zij een rol kunnen spelen in de manier waarop bepaalde sociaal-economische mensenrechten worden gerealiseerd. Toegang tot sociale zorg en ondersteuning kan worden gezien als onderdeel van het recht op gezondheid, het recht op een behoorlijke levensstandaard, en het recht op sociale zekerheid. Wanneer als gevolg van regelgeving en beleid belemmeringen ontstaan in toegang tot zorg, brengt dit risico’s met zich mee voor de realisatie van deze mensenrechten op lokaal niveau. Dit praktijkonderzoek schept een beeld van de invloed van sociale professionals op dit proces. Aan de hand van interviews met sociaal werkers en teamleiders in wijkteams is in kaart gebracht welke belemmeringen in toegang tot zorg en ondersteuning worden geconstateerd in de praktijk. Vervolgens is gekeken naar hoe sociaal werkers en teamleiders met deze belemmeringen omgaan.
Met de transities in het sociaal domein en de daarmee veranderende rol van de sociaal werker wordt een mensenrechtenbenadering relevanter, omdat deze de neveneffecten van het nieuwe beleid voor cliënten zou kunnen ondervangen. Het sociaal werk wordt steeds vaker geprofileerd als ‘mensenrechtenberoep’ omdat deze professionals een brugfunctie vervullen tussen de leefwereld van burgers en het lokale beleid. Doordat sociaal werkers in wijkteams bepalend zijn geworden voor de toegang tot sociale zorg en ondersteuning, zouden zij een rol kunnen spelen in de manier waarop bepaalde sociaal-economische mensenrechten worden gerealiseerd. Toegang tot sociale zorg en ondersteuning kan worden gezien als onderdeel van het recht op gezondheid, het recht op een behoorlijke levensstandaard, en het recht op sociale zekerheid. Wanneer als gevolg van regelgeving en beleid belemmeringen ontstaan in toegang tot zorg, brengt dit risico’s met zich mee voor de realisatie van deze mensenrechten op lokaal niveau. Dit praktijkonderzoek schept een beeld van de invloed van sociale professionals op dit proces. Aan de hand van interviews met sociaal werkers en teamleiders in wijkteams is in kaart gebracht welke belemmeringen in toegang tot zorg en ondersteuning worden geconstateerd in de praktijk. Vervolgens is gekeken naar hoe sociaal werkers en teamleiders met deze belemmeringen omgaan.
Het doel van dit project was het vergroten en bundelen van kennis over effectieve werkwijzen om met verschillende professionals de meervoudige problematiek van cliënten te adresseren en adequate dienstverlening te bieden. Dit is bereikt door het uitvoeren van een ontwerpgericht onderzoek om effectieve werkwijzen te ontwikkelen en te testen waarmee integrale ondersteuning kan worden geboden om mensen met meervoudige ondersteunings-behoeften effectief en doelmatig toe te leiden naar de arbeidsmarkt. De centrale vraag in het onderzoek was: Hoe kunnen professionals op lokaal niveau op effectieve wijze integrale samenwerking vorm en inhoud geven, met als doel arbeidsparticipatie van mensen met meervoudige ondersteuningsbehoeften te realiseren?
Food hubs in Noord-Nederland zien een mogelijkheid tot substantiële verbreding van hun dienstverlening door regionale voedselproducten niet alleen aan eindconsumenten te verkopen, maar ook aan grotere instellingen zoals zorgaanbieders. Van de laatste hebben de ziekenhuizen de intentie vastgelegd om maatschappelijk verantwoord in te kopen. De eerste stappen in de voedsellevering van de hubs aan de ziekenhuizen worden voorzichtig gezet, maar worden bemoeilijkt door inkoopvoorwaarden met betrekking tot leveringsgemak, hoeveelheden, kosten en leveringsgaranties. Bovendien zijn food hubs relatief kleine ondernemingen tegenover professionele inkopers van de ziekenhuizen. Er zijn echter ook goede kansen voor de food hubs door onderling samen te werken en door in te spelen op dieetwensen van patiënten. De centrale vraag van het onderzoeksproject van de Hanzehogeschool Groningen, waarin 9 food hubs en 2 ziekenhuizen deelnemen, is met welk businessmodel de food hubs aan de eisen en wensen van de ziekenhuizen kunnen voldoen. Het gaat dan om een businessmodel waarin de wijze van samenwerken tussen de food hubs, boeren en eventuele verwerkers, het productaanbod en prijs, alsook de wijze van communiceren met de ziekenhuizen geïntegreerd zijn. Er wordt gebruik gemaakt van design science. Op basis van de wensen, eisen en mogelijkheden van de food hubs en ziekenhuizen wordt eerst in co-creatie een voorlopig businessmodel ontwikkeld. Dit model wordt in een pilot in de praktijk gebracht en getest. De ervaringen van de pilot worden geanalyseerd en doorontwikkeld tot een definitief businessmodel en een handleiding om zover te komen. Het uiteindelijke businessmodel kan bijdragen tot een versteviging van de economische positie van de lokale food hubs en de aangesloten boeren, een duurzame voedselinkoop van de ziekenhuizen, en meer mogelijkheden om patiënten gezonde en aantrekkelijke diëten te bieden. De projectresultaten zullen wordt verbreed naar een businessplan voor de levering van lokaal voedsel aan (semi-)publieke en private organisaties, dat breder uitgerold kan worden.
Gronings Sportakkoord Minister Bruno Bruins heeft samen met vertegenwoordigers van de sport, gemeenten en andere organisaties op 29 juni 2018 het eerste Nationale Sportakkoord getekend: ‘Sport verenigt Nederland’. Doel van het Sportakkoord is om de organisatie en financiën van de sport toekomstbestendig te maken. De uitvoering van het Nationaal Sportakkoord moet lokaal gaan plaatsvinden, gebaseerd op lokale ambities en energie. Vanaf juli 2019 is het proces om te komen tot een Gronings Sportakkoord uitgevoerd waarbij meer dan 100 personen betrokken zijn geweest (zie bijlage 1). Personen werkzaam bij sport- en beweegorganisaties, het sociale domein, kennisinstellingen, maar ook vrijwilligers namens lokale sportverenigingen, belangengroepen en netwerken hebben hun input geleverd. Dit is een uniek proces geweest dat ook heeft geleid tot een nieuw gemeente breed netwerk ten aanzien van sport en bewegen. Dit netwerk zorgt voor een succesvolle uitvoering van het Gronings Sportakkoord. Tijdens het proces is veelvuldig de waarde van sport en bewegen voor de gemeente Groningen aangehaald. De waarde van de reeds aanwezige sport- en beweegaanbieders: de honderden sportverenigingen, de beweeglocaties in de openbare ruimte, het bewegingsonderwijs en de beweegmogelijkheden voor mensen met een beperking1. Maar ook wordt de waarde voor de samenleving besproken in termen van sociale cohesie, participatie en heel nadrukkelijk ‘gezondheid’. Met gezondheid bedoelen we dan positieve gezondheid: Het vermogen je aan te passen en je eigen regie te voeren in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven. Het Gronings Sportakkoord biedt ruimte om een koppeling te maken met het nog te sluiten Regionale Preventieakkoord. In de provincie Groningen wordt momenteel gewerkt aan de ontwikkeling van een Regionaal Gezondheidsakkoord (preventieakkoord). Het Regionaal Gezondheidsakkoord richt zich op het vergroten van de gezondheid en het welbevinden van inwoners. Daarbij is van belang dat sociale en fysieke factoren uitnodigen tot gezond gedrag. Sport en bewegen is daarbij een middel om de positieve gezondheid van inwoners te bevorderen door middel van fysieke activiteit, zingeving, meedoen en ontmoeting. Het Gronings Sportakkoord en het nog te sluiten Regionaal Preventieakkoord versterken elkaar in het doel om de gezondheid en het welbevinden van de inwoners te versterken. De ambitie van het Gronings Sportakkoord leidt ook tot het verbeteren van de positieve gezondheid van de inwoners. Het resultaat van een half jaar begeleiding van het proces om te komen tot het Gronings Sportakkoord.
Gemeenten willen de zelfredzaamheid en (arbeids)participatie van hun inwoners vergroten. Een uitdaging is het ontwikkelen van integrale aanpakken voor mensen met een meervoudige ondersteuningsbehoefte. Centrale vraag in dit project was wat effectieve werkwijzen zijn om tot een integrale aanpak te komen, rekening houdend met de behoeften en mogelijkheden van de inwoners en het wetgevend kader. Doel Hoe zorg je er als gemeente voor dat mensen die moeilijk aan werk komen, toch kunnen meedoen in de samenleving? Bijvoorbeeld via een (betaalde) baan? Om dit voor elkaar te krijgen is het belangrijk dat betrokken professionals uit verschillende domeinen goed met elkaar samenwerken. En daarbij rekening houden met wat de inwoners kunnen en nodig hebben. Dit onderzoek heeft bijgedragen aan een goede aanpak hiervoor. Resultaten Een belangrijke voorwaarde voor een effectieve aanpak is het organiseren van intensieve samenwerking tussen professionals van sociale (wijk)teams en professionals van werk en inkomen (klantmanagers) waarbij ze de inwoner direct betrekken. Bijvoorbeeld in driehoeksgesprekken. Op deze manier kunnen professionals hun kennis en expertise vanuit de Wmo en Participatiewet bundelen en ervaren inwoners meer ‘regie’ over de ondersteuning die ze krijgen. De belangrijkste bevindingen van het project staan beschreven in de eindrapportage. Voor professionals, managers, beleidsmakers en bestuurders is een praatplaat gemaakt met bouwopgaven voor de praktijk. Voor de gemeenten Houten, Woerden en Wijk bij Duurstede is een analyse gemaakt van de activiteiten en uitkomsten uit de ontwikkelwerkplaatsen. Een innovatietraject waaraan gemeenten en uitvoeringsinstanties kunnen deelnemen. Looptijd 15 juni 2018 - 15 december 2020 Aanpak In drie gemeenten hebben onderzoekers, professionals, beleidsmakers en inwoners samengewerkt om een effectieve integrale werkwijze te ontwikkelen. Kennis is verkregen uit ‘ontwikkelwerkplaats’ bijeenkomsten (een variant op de community of practice) en verdiepende interviews met inwoners, professionals en beleidsmakers.