Dienst van SURF
© 2025 SURF
Handleiding voor studenten die een rapport of scriptie moeten schrijven over het omgaan met bronnen. Wanneer en hoe geef je door jou geraadpleegde boeken, rapporten, websites, films en dergelijke weer in je rapport/scriptie?
Vier masterstudenten Nederlands van de Hogeschool Utrecht, werkzaam op zeer uiteenlopende scholen voor voortgezet onderwijs, hebben in het kader van een eerstejaars cursus literatuurtheorie en verhaalanalyse meegewerkt aan een vooronderzoek waarin de volgende vragen centraal stonden: 1. Sluit klimaatfictie aan bij de belangstelling /leesinteresse van de leerlingen in de bovenbouw van het havo/vwo? 2. Werkt klimaatfictie motivatie-verhogend bij het lezen voor de literatuurlijst Nederlands in de bovenbouw van het havo/vwo?
Naar schatting circa 250.000 jongeren en jongvolwassenen in Nederland met een licht verstandelijke beperking (12-30 jaar, IQ 50-85) denken en leven anders dan Nederlanders met een gemiddelde intelligentie. In een samenleving waarin concreet maken of verbouwen nauwelijks meer voorkomt, maar gericht is op diensten zijn ze in het nadeel. Ze hebben vaker een historie van falen op veel levensdomeinen en hebben in een steeds ingewikkelder wordende samenleving vaak hun leven lang zorg en begeleiding nodig. De huidige methodieken die door de hulpverlening worden gebruikt zijn volgens de beroepspraktijk ontoereikend. Ook HBO instellingen weten vooralsnog onvoldoende hoe zij studenten kunnen opleiden en voorbereiden om te werken met deze doelgroep. Hulpverleners en leerkrachten die deze jongeren en jongvolwassenen begeleiden en behandelen in de zorg en het onderwijs worden mede daarom vaak geconfronteerd met zeer ernstige agressie en crimineel gedrag. Dit leidt binnen instellingen en scholen vaak tot veel inzet van middelen en maatregelen en soms verwijdering van jongeren en cliënten. Deze aanvraag is erop gericht een nieuwe evidence-based vorm van begeleiding en behandeling voor jeugdigen en jong-volwassenen met een LVB in instellingen en binnen het speciaal onderwijs te ontwikkelen. Deze methodiek is gericht op het voorkomen van overschatten en overvragen en het verminderen agressie en crimineel gedrag, teneinde de ontwikkeling van levensvaardigheden en toekomstige integratie en participatie in de samenleving te verbeteren. Met drie hogescholen, twee universiteiten, beide Landelijke Kenniscentra LVB- en de Borg en met inzet van een groot aantal professionals, cliënten uit drie instellingen en scholen voor voortgezet speciaal onderwijs, alsmede drie HBO-instellingen willen we met dit onderzoek, dat voortborduurt op voortschrijdend inzicht van vijf succesvolle Raak Publiek-projecten, een volgende stap zetten. Die stap moet ook in de toekomst alle Nederlandse kenniscentra, scholen en instellingen die zorg dragen voor kinderen en jongvolwassenen met LVB en het HBO met elkaar verbinden.
Steeds meer stakeholders in mode- en textielketens zien het belang van radicale veranderingen voor een duurzame en circulaire economie. Natuurlijke, hernieuwbare grondstoffen en afvalstromen uit de agrofoodsector vormen voor ontwerpers en industrie een kans producten te ontwikkelen binnen circulaire en lokaal georganiseerde waardeketens. Geïnspireerd door toekomstvisie ‘Nederland in 2120’ met veel ruimte voor ‘waterbouw’, onderzoeken we de mogelijkheden om in onbruik geraakte zeegrasgewassen (opnieuw) in te zetten voor duurzame textieltoepassingen. ArtEZ Future Makers heeft in gesprekken met praktijkpartners de vraag opgehaald hoe watergrassen weer als grondstof beschikbaar kunnen worden gemaakt voor duurzaam ontwerpen voor onder meer kleding, schoenen, interieur en meubels, mede o.b.v. historische en actuele kennis m.b.t. het telen, oogsten, verwerken en toepassen van watergewassen. Deze praktijkvraag is vertaald naar twee onderzoeksvragen: 1. Welke Europese en met name Nederlandse zeegrassen hebben de juiste eigenschappen om ze ecologisch en economisch duurzaam te telen, oogsten en te verwerken – al dan niet gecombineerd met andere duurzame materialen – tot grondstof voor textiele toepassingen? 2. Welke historische kennis van verwerking en toepassingen van zoet- en zoutwatergrassen in producten is (nog) beschikbaar en relevant voor het ontwikkelen van duurzame waardeketens voor consumentgoederen? Praktijkpartners zijn The Fieldwork Company, specialist in restoratie en teelt van zeegrassen en Jolijn Fiddelaers, duurzame ontwikkelaar van textiele producten voor diverse designlabels. Tapijtmuseum Genemuiden en Wageningen Universiteit & Research zijn als kennispartners betrokken. Het tapijtmuseum bezit kennis van verwerking van zoetwatergewassen voor producten en WUR onderzoekt de gewenste eigenschappen van zeegras voor textiele toepassingen. Onder begeleiding van enkele ontwerpers-onderzoekers zullen ontwerpstudenten experimenteren met zeegras. Beoogde projectresultaten zijn een wetenschappelijke rapport i.s.m. WUR, materiaalsamples en productproeven van zeegras, globale keten- en stakeholderanalyses voor kansrijke producten van zeegras en disseminatie- en netwerkactiviteiten t.b.v opzet vervolgonderzoek en uitbreiding consortium.