Dienst van SURF
© 2025 SURF
Presentatie van resultaten enquete over lichte elektrische voertuigen.
Voor de komende jaren wordt een toename in elektrisch vervoer voorzien. Naast lichte elektrische vrachtvoertuigen betreft het elektrische bestel- en vrachtwagens met een hoger laadvermogen. Het opladen van die elektrische voertuigen betekent een extra belasting voor de elektrische infrastructuur.Gebruikers weten vaak niet wat ze al aan elektriciteit verbruiken op hun locatie, en (dus) ook niet wat ze nog kunnen uitbreiden met elektrische voertuigen binnen de huidige aansluitvoorwaarden. Door de Hogeschool van Amsterdam is daartoe het EVEC (Electric Vehicle Expansion Calculator) model ontwikkeld. Met informatie over de verschillende laadbehoeften van EV’s en op basis van data van het eigen energieverbruik, (uit de slimme meter of met zelf gemeten data), is met het model inzicht te verkijgen in wat er nog mogelijk is op de locatie.
“Gas op elektrisch” presenteert een onderzoek naar diensten voor zero emissie servicelogistiek. Servicelogistiek is het vervoer van personen, materiaal een materieel voor installatie- en onderhoudswerkzaamheden in woningen, kantoren, en de openbare ruimte. De Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool van Arnhem en Nijmegen ontwikkelen samen met mkb-professionals in elektrisch vervoer (EV), servicebedrijven en brancheverenigingen nieuwe kennis over de voorwaarden en mogelijkheden van EV bij servicelogistiek. Het doel is om te komen tot nieuwe (gezamenlijke) diensten van het mkb door: • de ontwikkeling van nieuwe sectorspecifieke kennis over logistieke kenmerken, laadstrategieën en het adoptieproces van de servicemedewerker in de transitie naar EV. • de diensten van mkb-aanbieders van voertuigen, laadinfrastructuur en wagenparkbeheer te innoveren. Mkb-professionals vinden servicelogistiek een interessante markt voor elektrische voertuigen, wagenparkbeheer en laadoplossingen, maar hebben onvoldoende kennis van de logistieke afwegingen die deze bedrijven maken bij de transitie naar een zero emissie wagenpark. Bovendien biedt de individuele mkb-ondernemer slechts een deel van de oplossing terwijl er een combinatie van diensten nodig is om grote servicebedrijven te ondersteunen bij EV. Dit onderzoeksproject verbindt mkb-professionals onderling en met grote servicebedrijven om gezamenlijk nieuwe kennis te ontwikkelen voor passende diensten. De projectdeelnemers in ‘Gas op elektrisch”: 1. Analyseren de huidige situatie aan de hand van ritprofielen, interviews en energieverbruik. 2. Ontwerpen nieuwe concepten en interventies voor de inzet van (lichte) elektrische vrachtvoertuigen. 3. Evalueren nieuwe concepten en interventies met experimenten in de praktijk. 4. Valoriseren de kennis voor de ontwikkeling van nieuwe diensten van het mkb. Het project verzekert een sterke relatie met de praktijk, de wetenschap en het onderwijs door betrokkenheid van vier lectoraten, vijf opleidingen en twee brancheverenigingen. Het onderzoek kent een multidisciplinaire aanpak met aandacht voor logistieke processen, energievoorziening en de rol van de gebruiker. Hiermee versterkt het project professionals van nu en van de toekomst om de EV-koploperspositie van Nederlandse bedrijven te kunnen behouden.
Welke kennis over ‘het delen van LEV’s’ is nodig voor een waardevolle bijdrage aan de ontwikkeling van dit kennisdomein ten behoeve van de markt? Dit plan beschrijft de wijze waarop een kennisagenda rondom het delen van Light Electric Vehicles, ofwel LEV’s, wordt opgesteld. Uiteindelijk doel is een aanzet te maken voor het opzetten van een kenniscentrum voor het delen van LEV’s. Elektrische brommobielen, elektrische stepjes en voertuigjes voor elektrische stadsdistributie. Alle vallen ze onder de noemer Light Electric Vehicle, ofwel LEV. Vanwege hun compacte formaat, lichte bouw en duurzame aandrijving zijn ze zeer geschikt om problemen rondom uitstoot en bereikbaarheid op te lossen. Beperkte kennis over de beschikbaarheid, toepassingsmogelijkheden en regelgeving zorgt ervoor dat de toepassing van dit type voertuig achterblijft bij het potentieel. Een maatregel die veel wordt gehanteerd om duurzaamheid en bereikbaarheid te garanderen is deelmobiliteit. Het delen van voertuigen zorgt voor minder verkeersoverlast en zorgt ervoor dat mensen alternatieven kiezen voor hun eigen auto. Zeker in deze coronacrisis blijkt deelmobiliteit een aangenaam alternatief voor het openbaar vervoer. Deelvervoer wordt echter veelal verpakt in bestaande auto’s, terwijl deze daar niet per definitie geschikt voor zijn. LEV’s hebben de potentie om een goed alternatief te bieden voor bestaande deelauto’s, maar ook voor voertuigen die vanwege hun formaat, uitstoot of geluid niet passen in leefbare woongebieden. Op basis van een opgestelde kennisagenda verzamelt het Kenniscentrum voor LEV kennis en informatie over LEV’s en delen. Het helpt overheden, marktpartijen en gebruikers kennis te vergaren over LEV en het delen ervan. Zo geeft het Kenniscentrum inzicht in het ware potentieel van deze voertuigcategorie.
In Nederland wordt flink nagedacht over mobiliteitsconcepten waarmee problemen als emissies, fijnstof, parkeerdruk en congestie kunnen worden teruggedrongen. Vooral in stedelijke omgevingen is hier veel aandacht voor om de leefbaarheid en toegankelijkheid binnen deze gebieden te vergroten. Lichte elektrische voertuigen (LEVs) zijn klein, schoon en wendbaar en kunnen in de mobiliteitstransitie die dit toekomstbeeld vereist een prominente rol spelen. Één van de vereisten voor deze transitie is de mogelijkheid om deze voertuigen – van monowheels tot microcars – veilig en toegankelijk te kunnen laden, zodat zij hun functie als duurzame vervanger van traditionelere vervoersmiddelen met verbrandingsmotor kunnen vervullen. Hiervoor is een wijdverspreid netwerk van laadmogelijkheden nodig. Voor LEVs is dit in theorie niet zo heel moeilijk, omdat de accu's van deze voertuigen zowel via (publieke) laadpalen als via een willekeurig stopcontact zouden kunnen worden opgeladen. Gemak dient de mens, zou je dus zeggen? Echter, bestaande laadpalen zijn hiervoor op dit moment niet beschikbaar. Daarnaast hebben veiligheidsrisicoanalisten de noodklok geluid over de veiligheidsrisico's van het laden van LEV-accu's. Zij vrezen dat door onjuist hanteren of het laten vallen of stoten van de accupakketten de brandveiligheid van de accu's niet te garanderen en controleren is; een probleem dat de brandweer publiekelijk onderschrijft. In “LEV: Laad Maar!” duiken vier praktijkpartners in deze nieuwe problematiek en beantwoorden we de vraag: Middels welke laad technologieën kan het veilig en toegankelijk laden van LEVs in Nederland worden verbeterd? Het doel is om een handreiking voor techniekontwikkelaars en veiligheidsadviseurs te ontwikkelen op basis waarvan keuzes over de laadsystemen voor LEVs kunnen worden ondersteund. Hiertoe worden in dit project literatuuronderzoek, interviews en studentenprojecten met betrekking tot optimale ontwikkeling van laadinfrasystemen uitgevoerd. De resultaten zullen worden gepubliceerd in factsheets, vakpublicatie(s) en presentatie(s) voor de doelgroep, en worden opgenomen in het onderwijs op de HAN over laadinfra en (LEV-)accusystemen.