Dienst van SURF
© 2025 SURF
Dit is alweer de vijfde editie van het congres Met het oog op behandeling. De afgelopen jaren hebben we gezien dat de maatschappelijke belangstelling voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) sterk toeneemt. Dit jaar is er zelfs een Interdepartementaal Beleidsonderzoek gedaan door diverse ministeries over de positie van mensen met een LVB in de Nederlandse samenleving. In het onderzoeksrapport wordt gepleit voor het verbeteren van de communicatie tussen algemene voorzieningen en deze burgers. Voor alle professionals in het brede sociaal domein wordt aanbevolen dat zij meer kennis en vaardigheden moeten hebben voor hun hulp- en dienstverlening aan mensen met een LVB. Dat geldt voor alle professionals in het sociaal domein en in het bijzonder voor professionals die werken voor cliënten met een LVB waarbij sprake is van ernstige gedragsproblematiek en psychische problemen. In dat geval moet je kunnen omgaan met ‘onbegrepen gedrag’ en agressie en wil je beschikken over de beste, actuele kennis op dat gebied.
In dit verkennend onderzoek ten behoeve van de gemeente Eindhoven worden aanbevelingen geformuleerd rondom de participatie van licht verstandelijk beperkten in de gemeentelijke participatietrajecten, ofwel beleidsparticipatie. Deze aanbevelingen worden onderbouwd door het analyseren van best practices en interviews met lokale experts uit de gemeente Eindhoven. Er wordt een aantal concrete aanbevelingen gedaan ten behoeve van deze doelgroep.
Er is in onderzoek nog relatief weinig aandacht voor de individuele en contextuele factoren en de daarbij behorende zorgbehoeften van residentieel opgenomen jeugdigen die op licht verstandelijk beperkt (LVB) of zwakbegaafd (ZB) niveau functioneren. De resultaten van dit exploratief dossieronderzoek kunnen een bijdrage leveren aan de doorontwikkeling van een individueel en contextueel hulpaanbod voor deze jeugdigen en hun gezinnen. Bij een relatief grote groep (63%) van de in dit onderzoek betrokken jeugdigen speelden problemen op zowel kind-, ouder-, gezins- als omgevingsniveau een rol. De spreiding in het aantal kenmerken liet zien dat er bij veel jeugdigen die op een LVB of ZB niveau functioneerden én hun gezinnen sprake was van een grote diversiteit aan en opeenstapeling van problemen. Dit vraagt om een op het systeem afgestemde, multidisciplinaire en traumasensitieve aanpak.
Een substantiële groep jongeren en jongvolwassenen ondervindt ernstige problemen vanwege hun licht verstandelijke beperking (LVB). Naast een laag IQ en beperkt aanpassingsvermogen betekent het hebben van een LVB vaak ook dat er op andere leefgebieden beperkingen zijn. Beperkte impulscontrole is een centraal kenmerk van LVB, en vandaaruit – in combinatie met andere factoren – ontwikkelen zich problemen zoals verslaving of agressief gedrag. Dit heeft gevolgen voor de veiligheid van cliënten en medewerkers in de residentiele (jeugd)zorg en het heeft daarnaast een negatief effect op de behandeling en participatie in de maatschappij. Met name de gevoeligheid van deze jongeren en jongvolwassenen voor sociale druk (peer pressure) draagt bij aan deze problematiek. Beschikbare trainingen en therapieën gericht op het vergroten van sociale weerbaarheid tegen peer pressure sluiten vaak onvoldoende aan op de beleving, motivatie, leermethoden en informatieverwerking van jongeren en jongvolwassenen met een LVB en hebben daardoor niet altijd het gewenste resultaat. Daarnaast laat de generalisatie van het geleerde naar het dagelijks leven vaak te wensen over. De residentiële jeugdzorg ziet de samenwerking met de creatieve industrie als noodzakelijk om innovatieve therapeutische interventies te ontwikkelen die beter aansluiten op de beperkingen van deze doelgroep. Dit project zet daarvoor een eerste stap om Virtual Reality (VR) in te zetten om weerbaarheid tegen peer pressure bij jongeren/jongvolwassenen te verbeteren en uiteindelijk een effectieve behandelmethode te ontwikkelen. Doel van het project is tweeledig: enerzijds een participatief ontwerptraject voor een VR-film die ingezet kan worden binnen de bestaande behandeling, gebaseerd op wensen, ervaringen en input van de doelgroep; ook een kleinschalige evaluatie van de haalbaarheid van de VR-film als therapeutisch interventiemiddel maakt deel uit van dit project. De VR-film en de pilot dienen als onderbouwing voor de aanvraag van verdere onderzoeksgelden. Anderzijds dient dit project als verkenning van de mogelijkheden voor samenwerking in ontwerpend onderzoek in een nieuw netwerk, waarvan de kern bestaat uit de Hogeschool Utrecht, Pluryn / Intermetzo, en ontwerpbureau Coolminds.
Met een groeiende aandacht voor seksueel trauma en de verstrekkende gevolgen is ook duidelijk geworden dat seksueel misbruik, ook in de jeugd, vaker voor komt bij mensen met licht verstandelijke beperkingen (LVB; IQ 50-85) terwijl de signalering en begeleiding en behandeling bemoeilijkt wordt door de cognitieve problematiek. Zo kan het voor hen extra lastig zijn hun ervaringen te verwoorden, emoties een plaats te geven en herhaling te voorkomen. Denk hierbij aan vroegkinderlijk misbruik dat zich later doorzet in volwassenheid en bij mannen soms leidt tot daderschap maar ook aan bijvoorbeeld aan seksueel geweld of misbruik van minder begaafde jonge meisjes door contact met zogenaamde ‘loverboys’. Vanuit de instellingen verantwoordelijk voor de begeleiding van jongeren en volwassenen met LVB wordt aangegeven dat er behoefte is aan een aan de doelgroep aangepaste aanpak van seksueel trauma en daaruit voortvloeiende problematiek. Binnen de instelling zijn het de psychomotorisch therapeuten (PMT-ers) die meer ervaringsgerichte behandelingen aan kunnen bieden: door deze invalshoek en tevens hun deskundigheid ook waar het gaat om interventies gericht op lichamelijkheid en contact kunnen zij een belangrijke bijdrage leveren. Daarbij kan voorgebouwd worden op inzichten vanuit de diagnostiek en de bredere traumagerichte behandelingen ontwikkeld in de GGZ waarbij echter specifieke aanpassingen, gericht op de specifieke problematiek van de doelgroep noodzakelijk zijn. Doelstelling van dit project is het verwerven van nieuwe kennis op het gebied van psychomotorische diagnostiek en behandeling die ingezet kan worden bij problematiek door seksueel trauma bij mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB). Hiermee beoogt het consortium een nieuw behandelaanbod (diagnostisch observatie-instrument en psychomotorische interventie) te ontwikkelen. De psychomotorisch therapeuten (PMT-ers) kunnen deze kennis inzetten in hun werk binnen de instellingen en via de onderzoekspartners in het project komt de kennis ten goede aan een breder werkveld en aan het onderwijs binnen en buiten de hogescholen.