Dienst van SURF
© 2025 SURF
Voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid zijn er meer mensen met overgewicht dan met ondervoeding. Overgewicht is in snel tempo toegenomen en is een van de grootste maatschappelijke (gezondheids)problemen van deze tijd. Overgewicht heeft ondervoeding overschaduwd. In "The land of plenty"’ is geen gebrek meer, en dus geen ondervoeding zou je verwachten. Ondervoeding blijkt echter ook in deze tijd nog steeds een van de grootste maatschappelijke (gezondheids). Door inactiviteit of door ziekte kan spiermassa afnemen en wordt het steeds lastiger ondervoeding door de laag vet heen te ontdekken. Het aanpakken van overgewicht en ondervoeding door de professional vergt goed gewichtsmanagement. Voeding en beweging spelen hierbij een cruciale rol. Energie uit de voeding is gerelateerd aan vetmassa, en eiwit uit de voeding en beweging is gerelateerd aan spiermassa
Naar aanleiding van het overzichtsartikel in het NTVD nr. 5, 2009 ontstond er discussie over het wel of niet geschikt zijn van bio-impedantiemeting ter bepaling van de lichaamssamenstelling in de eerstelijnsgezondheidszorg. De discussie wordt hier verder gevoerd.
Het zorgpad ‘Voeding bij kanker’ beschrijft het (logistiek) pad dat de oncologische patiënt doorloopt binnen de voedingszorg vanaf het moment dat screening op behoefte aan voedingszorg plaatsvindt en verwijzing naar de diëtist tot en met follow-up of palliatieve fase. Hierbij zijn het format en de indeling aangehouden van de IKNL-formats van (niet-)tumorspecifieke zorgpaden
Along with the rapidly growing number of disabled people participating in competitive sports, there is an increased need for (para)medical support in disability sports. Disabled athletes experience differences in body composition, metabolism, training load and habitual activity patterns compared with non-disabled athletes. Moreover, it has been suggested that the well-recognized athlete triad, and low energy availability and low bone mineral density in particular, is even a greater challenge in disabled athletes. Therefore, it is not surprising that sport nutritionists of disabled athletes have expressed an urgency for increased knowledge and insights on the nutritional demands of this group. This project aims to investigate energy expenditure, dietary intake, body composition and bone health of disabled athletes, ultimately leading to nutritional guidelines that promote health and optimal sports performance for this unique population. For this purpose, we will conduct a series of studies and implementation activities that are inter-related and build on the latest insights from sports practice, technology and science. Our international consortium is highly qualified to achieve this goal. It consists of knowledge institutes including world-leading experts in sport and nutrition research, complemented with practical insights from nutritionists working with disabled athletes and the involvement of athletes and teams through the Dutch and Norwegian Olympic committees. The international collaboration, which is a clear strength of this project, is not only focused on research, but also on the optimization of professional practice and educational activities. In this regard, the outcomes of this project will be directly available for practical use by the (para)medical staff working with disabled athletes, and will be extensively communicated to sport teams to ensure that the new insights are directly embedded into daily practice. The project outcomes will also be incorporated in educational activities for dietetics and sport and exercise students, thereby increasing knowledge of future practitioners.
Overgewicht neemt in Nederland sterk toe en heeft gevolgen voor zowel individu als samenleving. Het ontstaan van overgewicht hangt mede samen met specifieke biologische factoren. Mogelijk is het enzym alfa-amylase in speeksel een dergelijke factor. Er wordt verondersteld dat een hoge activiteit van dit enzym resulteert in een hogere afbraak van resistent zetmeel, een slecht verteerbaar type koolhydraat waarvan wordt aangenomen dat het grotendeels onverteerd het lichaam via de ontlasting verlaat. Een hogere afbraak van deze koolhydraatbron impliceert een toename van de calorie-inname en kan op termijn resulteren in overgewicht, grotere vetmassa en hoger BMI. Concreet betekent dit dat bij gelijke inname van koolhydraten, mensen met een hoge alfa-amylase activiteit meer calorieën binnenkrijgen ten opzichte van mensen met een lage activiteit en daardoor een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van overgewicht. Het doel van deze studie is inzicht verkrijgen in de persoonsafhankelijke variatie in activiteit van het enzym alfa-amylase in speeksel, het identificeren van variabelen die van invloed zijn op de enzym activiteit en het onderzoeken van de correlaties tussen enzymactiviteit en 1. lichaamssamenstelling en 2. koolhydraatconsumptie. In een pilotstudie wordt bij 50 gezonde volwassenen (18-30 jaar) speeksel onderzocht op enzymactiviteit in relatie tot lichaamssamenstelling (gewicht, BMI, vetmassa) en eetgedrag (zoals koolhydraatconsumptie), maar ook tot etniciteit, leeftijd, geslacht. Dezelfde metingen en analyses worden uitgevoerd bij een groep volwassen personen met overgewicht (BMI≥25). Na afronding van de studie is duidelijk in welke mate de activiteit van het enzym alfa-amylase in speeksel van invloed is op het ontstaan van overgewicht. Deze kennis biedt kansen voor een grootschalig onderzoek met als doel het formuleren van doelmatige en doelgerichte voedingsadviezen ter preventie en behandeling van overgewicht.
Overgewicht neemt in Nederland sterk toe en dit consequenties voor individu en samenleving. Er is behoefte aan beter inzicht in de rol van biologische factoren bij het ontstaan van overgewicht. Mogelijk is het enzym alfa-amylase in speeksel zo'n factor.Doel In dit onderzoek willen we inzicht krijgen in de relatie tussen lichaamssamenstelling en de activiteit van het enzym alfa-amylase in speeksel bij gezonde mensen en mensen met overgewicht. Resultaten Dit onderzoek loopt nog. Na afloop vind je hier de resultaten. Looptijd 01 juni 2019 - 01 juni 2021 Aanpak We voeren een pilotstudie uit bij 50 gezonde volwassenen tussen de 18 en 30 jaar. Daarna voeren we metingen uit in een groep van personen met overgewicht in een van de deelnemende diëtistenpraktijken.