Dienst van SURF
© 2025 SURF
In dit kwalitatieve onderzoek staan de ervaringen en behoeften van negentien lhbti+-studenten van Inholland centraal. Lhbti+ staat voor lesbische vrouwen (l), homoseksuele mannen (h), biseksuelen (b), transgenders (t), intersekse personen (i) en personen die zich anders identificeren (+). Het doel van het onderzoek is het in kaart brengen van geleefde ervaringen van lhbti+-studenten waar het gaat om in hoeverre en op welke wijze zij uiting (zouden willen) geven aan hun gender- en/of seksuele identiteit binnen de onderwijsomgeving van Inholland. Uit de verhalen van de participanten van dit onderzoek blijkt ten eerste dat een georganiseerde en actieve lhbti+-gemeenschap binnen Inholland op dit moment sterk gemist wordt. Het gaat hier om een gemeenschap in de concrete vorm van een netwerk, platform of vereniging, bestaande uit zowel studenten als medewerkers. De belangrijkste doelen van een dergelijke gemeenschap zijn het faciliteren van laagdrempelig contact met gelijkgestemden en het bieden van een luisterend én begrijpend oor in gevallen waaraan daar behoefte is. Ten tweede kan een dergelijke gemeenschap bijdragen aan het zichtbaar maken van de lhbti+-gemeenschap binnen Inholland. De huidige inspanningen van Inholland op dit gebied – zoals het hijsen van de fysieke en digitale regenboogvlag op bijvoorbeeld Paarse Vrijdag – worden door participanten nauwelijks opgemerkt. Om te zorgen dat lhbti+-studenten zich vanuit de hogeschool gezien en gesteund (blijven) voelen zijn dergelijke steunbetuigingen aan de lhbti+-gemeenschap belangrijk en noodzakelijk. Tot slot blijkt uit de verhalen van de participanten dat kwesties rondom de lhbti+-gemeenschap binnen Inholland, net zoals in de bredere maatschappij, nog altijd complex van aard zijn en veelal onbesproken blijven. Door binnen de onderwijsomgeving vaker en explicieter aandacht te besteden aan onderwerpen rondom de lhbti+- gemeenschap kan zichtbaar worden dat niet iedereen binnen Inholland – zoals nu veelal verondersteld wordt – op dezelfde golflengte zit als het gaat om kwesties rondom de lhbti+-gemeenschap. Het zichtbaar en bespreekbaar maken van dergelijke verschillen is een belangrijke voorwaarde voor het kunnen voeren van een open gesprek over deze thematiek.
Dit stappenplan maakt het proces inzichtelijk en dient als wegwijzer om met je team of organisatie in gesprek te gaan over een gezamenlijk gedragen taakopvatting aangaande seksuele vorming voor jongerenwerk- en straathoekwerkteams. We verstaan onder een taakopvatting een gedeeld besef in het team of de organisatie over wat de rol is van de professionals in het bijdragen aan seksuele vorming en hoe deze rol kan worden ingevuld. Bijlage 1 betreft de publicatie in boekvorm om te printen, hierin zijn de links omgezet naar QR-codes. Bijlage 2 is de online versie opgemaakt in boekvorm. Bijlage 3 is de online versie waarbij de pagina's onder elkaar staan.
MULTIFILE
Er bestaat groeiende belangstelling bij musea, goede doelen en grote festivals voor Virtual Reality. Deze instellingen hebben vaak interesse voor complexere interactieve VR-installaties met een duidelijke persuasieve intentie, zoals attitude- of gedragsverandering bij het publiek. Dit onderzoeksvoorstel richt zich op de ontwikkeling van een ‘grammatica’ voor het ontwerpen van interactieve VR installaties die zich richten op ‘reflection’ en ‘persuasion’. Uitgangspunt daarvoor is het ‘model for dimensions of interaction in VR’ dat in een eerder Raak MKB project is ontwikkeld. Het model beschrijft vier verschillende vormen van interactie in VR. Met dit onderzoek wordt een belangrijke nieuwe stap gezet door het conceptuele model te concretiseren en te onderzoeken in hoeverre deze ingezet kunnen worden voor de doelen persuasion en reflection. In hoeverre kunnen interactieve design elementen bijdragen aan het effect van VR als ‘perspective shifter’? In Fase 1 wordt het conceptuele model ingekleurd door een analyse van interactie strategieën in bestaande VR-installaties. De analyse van de installaties wordt vergezeld door interviews met de makers waarbij gevraagd wordt naar hun motief voor de implementatie van deze interactieve elementen en hun reflectie daarop. In Fase 2 worden de aldus verkregen inzichten en hypothesen gekoppeld aan theorie over media effecten, toewerkend naar een format voor VR als perspective shifter. Dit format vormt de basis voor Fase 3, waarin in samenwerking met kennispartners een concept voor een VR installatie met het thema VR for Diversity wordt ontwikkeld. Deze installatie wordt geproduceerd door één van de consortiumpartners en zal ingezet worden voor een serie experimenten waarmee wordt nagegaan hoe VR als perspective shifter kan dienen en welke rol interactieve (verhaal)elementen daarbij kunnen spelen. Parallel aan het onderzoekstraject worden experts meetings en workshops georganiseerd en zal de verkregen kennis worden bestendigd binnen onderwijsafdelingen aan de Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht.