Dienst van SURF
© 2025 SURF
Biopolymeren vormen een potentieel interessant alternatief voor conventioneel op olie gebaseerde polymeren, omdat zij geen fossiele grondstoffen gebruiken voor de productie. Daarentegen is het productie procedé afhankelijk van energie en toevoegmiddelen die weer bijdragen aan het verbruik van energie en de emissie van onder andere broeikasgassen en zijn de grondstoffen van belang, zoals het gebruik van reststromen uit de afvalverwerking of andere biomaterialen. Binnen het project Circulaire Biopolymeren Waardeketens zijn meerdere productiemethoden bestudeerd om polyhydroxyalkanoaten (PHAs) te maken uit organische reststromen: GFT en afvalwaterslib, een bijproduct uit de afvalwaterzuivering. Productie en extractie van PHAs kan middels diverse routes. In het project zijn meerdere extractieroutes bestudeerd betreffende hun mogelijkheden. Als onderdeel van het project is een levenscyclusanalyse (LCA) gedaan om de milieu-impact van de productie van de biopolymeren in kaart te brengen.
MULTIFILE
Bij elke levenscyclusanalyse komt het voer naar voren als de meestmilieubelastende component van de aquacultuursector. Een van de oorzaken daarvan is het gebruik van eiwitbronnen. Plantaardige ingrediënten vragen land, water en energie, en de vangst van vis voor vismeel en visolie is energieintensief en draagt bij aan de verstoring van de biodiversiteit in zee. In een NWO-KIEM project vanuit het lectoraat INVIS inventariseerden onderzoekers, samen met studenten van de HAS Hogeschool, de kansen en uitdagingen van het gebruik van meel van insecten die groeien op afval. De kennis die is opgedaan tijdens het eenjarige project is gedeeld met geïnteresseerden tijdens een webinar.
MULTIFILE
Dit discussiestuk heeft als doel de dialoog over een 3e cyclus in het hbo te faciliteren. Een 3e cyclus is een nieuwe tak aan het hoger beroepsonderwijs in Nederland en het ontwerpen en uitvoeren van dit onderwijs vraagt een proces van samen ontwikkelen, leren en evalueren. Er moet veel worden uitgezocht, uitgeprobeerd en ontwikkeld en een goede inhoudelijke dialoog tussen hogescholen onderling en met universiteiten is daarbij van groot belang. Dit document beoogt hiervoor een basis te bieden
Dit voorstel getiteld ?Circulaire Rundermest? staat een integrale aanpak voor ogen van de mestproblematiek in de melkveehouderij. Een consortium van MKB bedrijven wil samen met de Vilentum Hogeschool de eerste stappen zetten om bij te dragen aan een duurzame oplossing voor de Nederlandse mestproblematiek en toekomstige fosfaatschaarste. Het oplossen van het Nederlandse mestoverschot is cruciaal voor de overleving van de veehouderijsector in Nederland. In combinatie daarbij tevens de (toekomstige) schaarste aan fosfaat oplossen is een kans voor de Nederlandse landbouw. Gezien de ervaringen uit het verleden rondom de mestproblematiek wordt de aanpak gericht op marktconforme producten maken uit het mestoverschot, in plaats van de afvalbenadering, waarbij uitgegaan wordt van het circulaire gedachtegoed. Andere unieke aspecten in dit traject zijn i) de applicatie van een nieuwe high-tech scheidingstechnologie en ii) gebruikmaking van nieuwe combinaties van bestaande bioraffinage-technieken. Er wordt gestreefd naar het produceren van minimaal twee eindproducten: i) een anorganische fosfaat rijke fractie en ii) een organische fosfaatarme fractie. Deze fracties voldoen aan alle kwaliteitseisen om in de markt toegepast te worden als fosfor/fosfaatmeststof en bodemverbeteraar. Om dit te bereiken wordt door middel van praktijkgericht onderzoek antwoord gegeven op de onderzoeksvraag: ?Welke combinaties van bioraffinage-technieken zijn duurzaam en effectief voor het synthetiseren marktconforme fosfor/fosfaatconcentraten en organische stof producten uit rundermest?? Op basis van ervaringen uit de praktijk en opgedane kennis bij de betrokken lectoraten en de projectpartners wordt een conceptueel raffinage proces ontworpen. Dit proces wordt vervolgens in deelstappen experimenteel getoetst zowel bij de deelnemend MKB als bij de aangesloten hogescholen. Het optimale design wordt tenslotte in de praktijk getoetst door samenwerking van de aangesloten MKB projectpartners. Dit totaal wordt gecomplementeerd met economische en ecologische analyses ter vergelijking met bestaande systemen van de gemaakte keuzes. Relevante uitkomsten voor de sector over marktconforme producten en best presterende scheidingstechnieken worden onder andere via (vak)publicaties en een symposia verspreid.
De klimaatopwarming is een van de meeste urgente uitdagingen voor onze maatschappij. Om deze opwarming tegen te gaan zijn verschillende technologieën ontwikkeld om CO2 uit lucht te halen. Deze technieken blijken echter erg complex en duur om op grote schaal toe te passen. Het start up bedrijf Carbyon ontwikkelt momenteel een nieuwe technologie om CO2 uit de atmosfeer te halen waarmee de kosten met een factor 10 kunnen worden verlaagd. De vraag is echter wat de netto CO2 winst is van deze nieuwe technologie en of die CO2-winst nog kan worden geoptimaliseerd in de verdere ontwikkeling van deze technologie. De samenwerking tussen Carbyon en de Radboud universiteit heeft dan ook als doel om de netto CO2 winst door direct air capture (DAC) via het nieuwe Carbyon-proces te kwantificeren en te optimaliseren. Tevens zal de CO2-winst worden vergeleken met bestaande DAC-technologieën. Carbyon zal metingen uitvoeren op hun direct air capture proces om het energie- en materiaalverbruik per ton CO2 in kaart te brengen. Verder zal Carbyon een inschatting maken op basis van expert judgement hoe de industriele setting van het DAC-proces eruit zal zien. Deze technologische expertise is van onmisbaar belang om een goede inschatting van alle relevante procesparameters voor het uitvoeren van de milieugerichte keten-analyse. De Radboud universiteit zal met die gegevens een volledige keten-analyse (levenscyclusanalyse) uitvoeren om in te kunnen schatten of de technologie van Carbyon een netto bijdrage kan leveren aan de reductie van het CO2 gehalte in de atmosfeer. In deze ketenanalyse zullen de CO2 emissies als gevolg van het materiaal en energieverbruik worden afgezet tegen de CO2 afvang van de nieuwe DAC technologie. Tenslotte zal op basis van een zwaartepuntanalalyse worden bekeken op welke wijze de CO2 emissies van het materiaal en energieverbruik kunnen worden gereduceerd in de verdere ontwikkeling van deze Carbyon DAC-technologie.
Een ideaal varkenshouderijsysteem is tegelijk zeer milieu- en zeer diervriendelijk en levert een goed bedrijfsresultaat voor de ondernemers. ZON varkens is een nieuw varkenshouderijconcept dat deze integrale duurzaamheid wil realiseren: in het landschap inpasbare, kleine stallen; drie dierenwelzijnssterren van de Dierenbescherming en een combinatie van technieken om emissies van ammoniak en broeikasgassen te minimaliseren, via innovaties in de voerstroom en het mestmanagement. Waar het basisconcept inmiddels ontwikkeld is, zijn er op verschillende aspecten nog keuzes en aanpassingen mogelijk om de balans tussen de milieuscore, dierenwelzijn en bedrijfsresultaat te optimaliseren. Twee bij het concept betrokken bedrijven en een agro-kenniscoöperatie uit dezelfde regio (Achterhoek) hebben Aeres Hogeschool Dronten benaderd om gezamenlijk een studie te doen naar de huidige milieuscore, de mogelijke verbeterpunten en de beste balans. De methode Levenscyclusanalyse vormt de basis van de studie. Omdat er gebruik gemaakt zal worden van LCA-modellen zoals Feedprint van Wageningen University & Research (WUR) is WUR ook betrokken als externe kennispartij. De onderzoeksvragen zijn: 1: Hoeveel beter scoort het ZON Varkens-concept op emissies van broeikasgassen en ammoniak, vergeleken met het gemiddelde gangbare en biologische houderijsysteem? (Dit betreft het doorrekenen van het basisconcept.) 2: Welke aanpassingen in voeder- en mestmanagement, mestbewerking/verwerking en mestafzet geven de optimale balans tussen milieuresultaat, dierenwelzijn en bedrijfsresultaat? (Dit betreft het doorrekenen van varianten (scenario’s)). Deze hoofdvraag kent een aantal deelvragen, waarbij eerst de mogelijke aanpassingen worden geïnventariseerd, daarna scenario’s worden gebouwd en doorgerekend, waarna ten slotte samen met de betrokken bedrijven en op basis van hun waarden en gewenste marktpositie de optimale balans wordt bepaald. Het gebruik van de LCA-methode voor het maken van duurzaamheidsafwegingen in een nieuw houderijconcept is relevant in het kader van kringlooplandbouw, het stikstof- en klimaatbeleid en kan in de toekomst breder worden ingezet.