Dienst van SURF
© 2025 SURF
Vanuit recente inzichten uit de literatuur heeft SLO in samenwerking met leraren een aantal lesactiviteiten ontwikkeld waarin meertaligheid centraal staat. De eerste lesactiviteit is al gratis te downloaden. Eind januari vind je ze allemaal op het vakportaal Nederlands van SLO: nederlands.slo.nl.
In today’s foreign language (FL) education, teachers universally recognise the importance of fostering students’ ability to communicate in the target language. However, the current assessments often do not (sufficiently) evaluate this. In her dissertation, Charline Rouffet aims to gather insight into the potential of assessments to steer FL teaching practices. Communicative learning objectives FL teachers fully support the communicative learning objectives formulated at national level and embrace the principles of communicative language teaching. Yet, assessments instead primarily focus on formal language knowledge in isolation (e.g., grammar rules), disconnected from real-world communicative contexts. This misalignment between assessment practices and communicative objectives hampers effective FL teaching. CBA toolbox The aim of this design-based PhD research project is to gather insight into the potential of assessments to steer FL teaching practices. To this end, tools for developing communicative classroom-based assessment (CBA) programmes were designed and implemented in practice, in close collaboration with FL teachers. Rouffet's dissertation consists of multiple studies, in which the current challenges of FL education are addressed and the usage of the CBA toolbox is investigated. Findings reveal that assessing FL competencies in a more communicative way can transform teaching practices, placing communicative abilities at the heart of FL education.
Dit is de onderzoeksrapportage van 4,5 jaar onderwijsonderzoek naar kritisch burgerschapsonderwijs in het mbo. In dit rapport wordt gereflecteerd op het onderzoeksproces en de onderzoeksresultaten. Dit bestaat uit theoretisch onderzoek, praktijkonderzoek naar formatieve toetsing en de werkwijze van de werkplaats. In de eerste twee jaar lag de focus op visieontwikkeling (doel 1), kennisontwikkeling over didactiek en integratie van kritisch denken in de praktijk (doel 3 en 4) en is de benadering geëvalueerd op de genoemde criteria. Op grond van de opbrengsten en evaluatie van de eerste twee jaar, ontstond behoefte aan meer kennis over formatieve assessment taken (doel 4) en professionalisering van docenten hierin, binnen en buiten de werkplaats (doel 2 en doel 5). We reflecteren op deze doelen en laten zien hoe we tot onze bevindingen zijn gekomen.
De groeiende aandacht voor computational thinking (CT) en programmeren in de klas is voor basisschoolleerkrachten aanleiding om te verkennen hoe zij CT handen en voeten kunnen geven in hun onderwijs. Ontwikkelingen binnen curriculum.nu, de recent gelanceerde leerlijn digitale geletterdheid van SLO en het toenemende arsenaal aan technologische onderwijsmiddelen als de Bee-Bot, Lego Mindstorms en Scratch bieden nieuwe mogelijkheden voor onderwijsontwikkeling, maar zorgen door de snelheid waarmee ze verschijnen tevens voor handelingsverlegenheid onder leerkrachten. Het resultaat is dat scholen materialen aanschaffen terwijl de leerkrachten niet altijd weten wat de mogelijkheden zijn van deze materialen, hoe ze van toegevoegde waarde kunnen zijn voor lesactiviteiten en leerdoelen en welke visie op CT ten grondslag ligt aan de inzet van deze materialen. Om binnen scholenbestuur SKBG op een eenduidige en doelgerichte manier te kunnen werken aan de CT-vaardigheden van leerlingen hebben leerkrachten en directeuren de handen ineen geslagen met docenten en onderzoekers van de lerarenopleiding basisonderwijs van Iselinge Hogeschool. Zij werken binnen de Academische Werkplaats Oost-Gelderland (AWOG) samen aan een op maat gemaakte leerlijn voor SKBG waarin een visie op CT en leerdoelen per leeftijdscategorie beschreven zijn, aangevuld met bij de doelen passende voorbeeldactiviteiten, suggesties voor het zinvol inzetten van technologische onderwijsmiddelen en informatie over CT in het basisonderwijs. Om de ontworpen materialen breed inzetbaar te maken binnen het bestuur is de wens om een online CT-kennisbank in te richten waar leerkrachten handvatten vinden om CT onderdeel te maken van hun onderwijs. Deze kennisbank kan door leerkrachten individueel gebruikt worden, maar ook als basis voor teamtraining en professionalisering. De inrichting en het gebruik van de kennisbank zijn context voor onderzoek naar de user journeys van basisschoolleerkrachten die op zoek zijn naar manieren om CT in de praktijk te brengen.
Dit onderzoek richt zich op het positief benutten van meertaligheid als krachtige bron van het leren in het mbo. Beoogd wordt zo bij te dragen aan de ontwikkeling van inclusief en gedifferentieerd onderwijs waarbij diversiteit als een gegeven en een kracht wordt beschouwd, betrokkenen zich erkend en gewaardeerd weten, zich thuis voelen en volwaardig kunnen participeren. Meer dan de helft van de leerlingen in grote steden spreekt thuis een andere taal. De inzet van functioneel meertalig onderwijs ondersteunt het (taal)leerproces, draagt bij aan de taal- en identiteitsontwikkeling van meertalige leerlingen en vergroot de kansengelijkheid voor leerlingen van verschillende achtergronden in het sociaal en beroepsmatig functioneren in de maatschappij. Zonder deze inzet lopen mbo-studenten het risico onvoldoende toegerust te zijn om hun beroep naar behoren uit te oefenen. Studenten die thuis een andere taal spreken worden dan onevenredig getroffen, hetgeen de kansengelijkheid in het beroepsmatig functioneren negatief beïnvloedt. Doel van dit onderzoek is inzicht te krijgen in de rol die meertaligheid speelt bij het leren en werken in de beroepscontext, en het ontwikkelen van een functioneel meertalige didactiek waarmee mbo-docenten het leren en werken van mbo-studenten positief kunnen ondersteunen. In het onderzoek worden de opvattingen van mbo-docenten aangaande het positief gebruik maken van meertaligheid, hun huidige onderwijspraktijk én hun ontwikkelbehoeften omtrent functioneel meertalige didactiek verkend (digitale survey). Aansluitend worden de meertalige repertoires van mbo-studenten, de wijze waarop zij deze inzetten in natuurlijke leer- en werkcontexten, en de hulp of hinder zij hierbij ondervinden van hun meertaligheid geïnventariseerd (focus group study en digitale survey). Deze perspectieven worden vervolgens ingezet bij een design study, die erop gericht is tezamen met mbo-docenten, hbo-docenten en hbo-studenten concrete handvatten, strategieën en prototypische lesactiviteiten te ontwikkelen voor functioneel meertalig onderwijs in het mbo.
In de dagelijkse praktijk van het primaire onderwijs is het zinvol inzetten van Wetenschap & Technologie (W&T) onderwijs nog steeds een serieuze uitdaging, met name wat betreft de feitelijke leeropbrengst. Te vaak blijft W&T-onderwijs steken in het uitvoeren van de diverse handelingen, uitgaande van een voorgeschreven stappenplan, zonder dat de leerling een werkelijk dieper inzicht verkrijgt richting begrijpen en verklaren van een fenomeen. Leerkrachten missen handvatten om het leren redeneren in W&T-onderwijs vorm te geven. Dit probleem belemmert de effectuering van de toegevoegde waarde die W&T-onderwijs kan bieden. Het koppelen van feitelijke ervaringen in de fysieke wereld aan concepten en daarmee het stimuleren van begripsontwikkeling zou een belangrijke meerwaarde van W&T moeten zijn. Echter, in de huidige praktijk wordt dit doel te vaak niet verwezenlijkt. In het voorgestelde onderzoek wordt samen met een aantal deelnemende scholen een nieuw digitaal instrument ontwikkeld dat, naast het doen van onderzoek, leerlingen ondersteunt richting het begrijpen en verklaren van een fenomeen en docenten ondersteunt bij het begeleiden van het proces. Een kernonderdeel van dit instrument zijn eenvoudige interactieve digitale diagrammen (ook wel semantische netwerken genoemd) die leerlingen creëren en die bestaan uit verschillende soorten ingrediënten waarmee de ontwikkeling van een dieper denkkader en inzicht wordt bevorderd (denk aan vocabulaire voor het uitdrukken van oorzaak-gevolg relaties). Omdat het interactieve software betreft, kan tijdens het creatie-proces automatisch terugkoppeling en sturing worden gegeven aan leerlingen. De verwachting is dat dit interactieve digitale instrument het leerproces ten goede komt. Leerlingen zullen een groter begrippenkader ontwikkelen en daarmee fenomenen beter kunnen begrijpen en verklaringen beter kunnen verwoorden. Daarnaast wordt de docent ontlast in de behoefte om voortdurend sturend te moeten op treden. Naast ontwerponderzoek om samen met docenten tot een waardevol instrument te komen, worden ook experimentele studies gedaan om de effectiviteit van het instrument vast te stellen.