Dienst van SURF
© 2025 SURF
Deze lectorale rede gaat over een recente ontwikkeling die haar intrede heeft gedaan in het basisonderwijs: het opbrengstgericht werken. In de rede wordt eerst gekeken naar de methodiek van opbrengstgericht werken op schoolniveau en op klassenniveau. Als een school opbrengstgericht gaat werken, heeft dat ook gevolgen voor de leraar en de klas. In het tweede deel van de lectorale rede wordt dan ook ingegaan op de kwaliteit van de leraar die nodig is voor het goed opbrengstgericht kunnen werken en wordt een werkmodel gepresenteerd om de kwaliteit van de leraar te bestuderen. Tot slot wordt aandacht besteed aan de wijze waarop het lectoraat Leren en Innoveren een bijdrage levert aan de kwaliteit van leraren in opleiding en leraren die reeds werkzaam zijn in het basisonderwijs.
Het doel van dit rapport is het evalueren van de vakmanschapslijn van het huidige curriculum van de opleiding leraar basisonderwijs van de Christelijke Hogeschool Ede op de aansluiting met de vereisten waarover startende leraren moeten beschikken in het toekomstig onderwijs volgens de literatuur en het werkveld en het geven van mogelijke adviezen als startpunt voor het aanpassen van het curriculum. Hierbij is allereerst een literatuuronderzoek uitgevoerd naar de benodigde vereisten voor de startende leraar. Dit resulteerde in criteria. Vervolgens is met behulp van interviews achterhaald wat volgens schoolleiders- en bestuurders belangrijke vereisten zijn en hoe deze een plek krijgen in de huidige kritische beroepssituaties (KBS’en). Het rapport sluit af met een conclusie over de aansluiting van de vakmanschapslijn van het huidige curriculum bij de afgeleide vereisten en met een advies waarin handvatten gegeven worden om te starten met de curriculumaanpassing.
De kwaliteit van de leraar basisonderwijs beïnvloedt de prestaties van leerlingen.Versterking van de professionaliteit van de leraar is daarmee een relevant thema. Dit proefschrift gaat in op hoe professionaliteit van leraren in het basisonderwijs op drie niveaus kan worden versterkt. Het eerste deel is gericht op het landelijke niveau. Allerlei beleidsmaatregelen die zijn genomen om de professionaliteit van leraren te versterken worden hierin beschreven. In het tweede deel, gericht op het bestuurlijk niveau, wordt verslag gedaan van een casestudie van twee schoolbesturen die de professionaliteit van hun leraren wilden versterken. In deze casestudie wordt de innovatie 'Academische Basisschool' geanalyseerd. Het derde deel is gericht op de versterking van de professionaliteit van leraren op schoolniveau. Door middel van interviews en observaties is onderzocht hoe leraren hier zelf aan werken en welke rol de schoolcultuur en de schoolleider daarbij speelt. Het proefschrift besluit met aanbevelingen op alle niveaus.
Aanleiding Kinderen in het basisonderwijs bewegen van huis uit te weinig. Goed bewegingsonderwijs leidt tot verbeterde motoriek, waardoor kinderen meer plezier in bewegen hebben en dus ook meer gaan bewegen. Dat leidt weer tot een kleinere kans op overgewicht en het verbetert de gezondheid. Scholen hebben de taak vroegtijdig passende zorg te organiseren als de gezonde ontwikkeling stokt. Dit gebeurt nu nog onvoldoende. Gymleraren kunnen een rol spelen bij het signaleren van problemen op het gebied van motorische ontwikkeling en (over)gewicht. Zij hebben dan wel kennis, vaardigheid en de juiste instrumenten nodig. Doelstelling De centrale doelstelling van dit project is de huidige en toekomstige gymleraren beter uit te rusten om de motorische ontwikkeling van kinderen te verbeteren en bij achterblijvende motorische ontwikkeling adequaat te kunnen doorverwijzen. De deelnemers aan het project onderzoeken of de zogenoemde 4Ssen-scan een geschikt instrument zou kunnen zijn om de grove motoriek van kinderen te meten. Daartoe zullen ze de betrouwbaarheid en validiteit van de scan bepalen. Voor de gymleraren stellen ze een meetprotocol op om met een meetinstrument tijdens de gymles een scan te maken. Daarnaast zullen ze in samenwerking met de jeugdgezondheidszorg (JGZ) een zorgprotocol opstellen, waarin ze de zorgketen en zorgpaden beschrijven. Dit alles zal leiden tot verdere professionalisering van gymleraren, zodat zij beter in staat zijn kinderen beter te leren bewegen, en samen te werken met de JGZ en andere professionals in de zorgketen. Beoogde resultaten De concrete resultaten van het onderzoek zijn een zorgprotocol met een beschrijving van de zorgketen en zorgpaden, en een meetprotocol met meetinstrument dat geschikt is voor een scan tijdens de gymles. Om de opgedane kennis te verspreiden publiceren de deelnemers aan het project wetenschappelijke artikelen in internationale peer-reviewed tijdschriften. Een Nederlandse vertaling zal worden aangeboden aan de Nederlandse vakbladen voor gymleraren. Verder wordt de kennis verspreid via presentaties op congressen en via de websites van deelnemende organisaties.
In de huidige onderwijsdiscussie staat persoonsvorming prominent op de agenda. Ten aanzien van beroepsopleidingen voor het leraarschap is er een toenemende en brede erkenning voor het belang van de persoonsvorming van de leraar (in opleiding), de professionele identiteit van de leraar en de bronnen (primaire bronteksten) die bij dat vormingsproces van belang zijn. De relatie tussen de gebruikte bronnen, de persoonsvorming/professionele vorming en de professionele praktijk is complex en daarover is nog veel onduidelijk. Echter, die relatie is cruciaal vanuit het standpunt dat een beroepsopleiding een positieve en waarneembare invloed beoogt uit te oefenen op de aanstaande beroepsbeoefenaren en daarmee op de professionele praktijk in de school. Als onderdeel van het curriculum van een christelijke lerarenopleiding voor het basisonderwijs worden primaire (levensbeschouwelijke en pedagogische) bronteksten ingezet bij het proces van persoonsvorming en vorming van de professionele identiteit. Het onderzoeksproject De invloed van primaire bronteksten op de persoonsvorming en het professionele handelen van de leraar (in opleiding) beoogt aan het licht te brengen welke invloed primaire bronteksten hebben op de persoonsvorming van studenten/aankomende leraren en op beroepsuitoefening in de lespraktijk in het basisonderwijs tijdens hun LIO-stage. Hoe primaire bronteksten functioneren in de praktijk van het onderwijscurriculum op de pabo-opleiding, hoe deze teksten doorwerken bij de persoonsvorming van studenten, welke invloed deze teksten hebben op de vorming van de professionele identiteit van aankomende leraren basisonderwijs en hoe dat hun handelen als beroepsbeoefenaar beïnvloedt, is tot op heden niet onderzocht. Dit empirische onderzoek wil in deze leemte voorzien.
De maatschappij verandert continu en vraagt om leraren die zich blijven ontwikkelen en nadenken over de vraag hoe ze hun onderwijs met de kennis van nu kunnen verbeteren. Van hen wordt gevraagd om zelf sturing te geven aan en verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen professionele ontwikkeling. In de literatuur wordt in dit verband gesproken over ’agency’ (Eteläpelto, Vähäsantanen, Hökkä, & Paloniemi, 2013). Bij agency gaat het om het bewust uitoefenen van invloed op de eigen professionele ontwikkeling en de vormgeving van de onderwijspraktijk door het maken van keuzes en nemen van initiatieven. Een verbijzondering van het begrip agency is voortgekomen uit het promotieonderzoek van de postdoc-kandidaat (Van der Heijden, 2017). Uit dit onderzoek blijkt dat binnen het begrip agency vier hoofdcategorieën zijn te onderscheiden, namelijk meesterschap, samenwerken, ondernemerschap en levenslang leren. Deze hoofdcategorieën zijn onder te verdelen in negen agency-kenmerken: - Meesterschap: (1) focus op leerlingen, (2) focus op het leren van leerlingen, (3) vertrouwen in eigen kunnen, (4) beroepsmotivatie, - Samenwerken: (5) professionele collegialiteit, - Ondernemerschap: (6) focus op innovatie op klasniveau, (7) focus op innovatie op schoolniveau, - Levenslang leren: (8) focus op de eigen kennisontwikkeling en (9) focus op het professioneel handelen. Voor lerarenopleidingen is het van belang van om agency van studenten te ontwikkelen zodat zij regie nemen over hun eigen professionele ontwikkeling en in de beroepsuitoefening doelbewust initiatieven nemen om onderwijspraktijken te veranderen met het oog op het bevorderen van de (brede) ontwikkeling en het leren van leerlingen. In het voorgestelde onderzoeksproject wordt in een lerarenopleiding (Hogeschool de Kempel) een interventie uitgevoerd die erop is gericht dat Pabo-studenten agency ontwikkelen met betrekking tot de uit het promotieonderzoek voortgekomen negen agency-kenmerken. De centrale onderzoeksvraag heeft betrekking op welke wijze waarop de opleiding tot leraar basisonderwijs kan bijdragen aan agency van studenten en onder welke condities.