Dienst van SURF
© 2025 SURF
Preventie in de keten. Doel: kennis over schoolloopbanen van (risico) leerlingen in Noord-Oost Twente Keywords: leesvermijding, leesplezier, leesmotivatie
MULTIFILE
De populatie leerlingen die van huis uit een andere taal spreken dan het Nederlands (hierna: meertalige leerlingen) is in het Nederlandse onderwijs de afgelopen jaren flink toegenomen. Deze trend zal zich de komende jaren vermoedelijk voortzetten, wat maakt dat ‘superdiversiteit’ in ons onderwijs een gegeven is en blijft. Doordat de instructietaal Nederlands is, en veel lesmethoden uitgaan van de Nederlandse talige en culturele achtergrondkennis, worden meertalige leerlingen vaak geconfronteerd met gesproken en/of geschreven taal die ze niet meteen begrijpen. Dit werkt bij uitstek belemmerend tijdens lessen die gericht zijn op (leren) lezen met begrip. Ook kan het een negatieve invloed hebben op de leesmotivatie van leerlingen. Meertalige leerlingen van verschillende leeftijden presteren over het algemeen dan ook minder goed op het gebied van leesbegrip in het onderwijs. Daarbij geven leraren in meertalige klassen veelal aan zich handelingsverlegen te voelen. Ze weten onvoldoende welke passende ondersteuning ze kunnen bieden tijdens de les om meertalige leerlingen optimaal te begeleiden en hun (lees)potentieel te realiseren. In de afgelopen jaren zijn meerdere studies verschenen waarin de kern wordt beschreven van een effectieve didactische aanpak bij lezen met begrip en leesmotivatie. Ook zijn er recente inzichten over hoe de kennis- en taalontwikkeling bij meertalige populaties gestimuleerd kan worden. In deze publicatie beschrijven wij de samenhang tussen meertaligheid, begrijpend leesonderwijs en leesmotivatie in het Nederlandse basisonderwijs, waarbij de volgende vraag centraal staat: Welke kennis is er beschikbaar die onderwijsprofessionals helpt bij het ondersteunen van meertalige leerlingen in het lezen met begrip en het bevorderen van hun leesmotivatie?
LINK
Vier masterstudenten Nederlands van de Hogeschool Utrecht, werkzaam op zeer uiteenlopende scholen voor voortgezet onderwijs, hebben in het kader van een eerstejaars cursus literatuurtheorie en verhaalanalyse meegewerkt aan een vooronderzoek waarin de volgende vragen centraal stonden: 1. Sluit klimaatfictie aan bij de belangstelling /leesinteresse van de leerlingen in de bovenbouw van het havo/vwo? 2. Werkt klimaatfictie motivatie-verhogend bij het lezen voor de literatuurlijst Nederlands in de bovenbouw van het havo/vwo?
Het postdocproject behelst een praktijkgericht ontwerponderzoek naar professionalisering van professionals in het domein Kind en Educatie die werken met jonge kinderen (0-6 jaar). De focus betreft taalstimulering op het gebied van het meervoudig benutten van tekstloze prentenboeken. Deze boeken zijn uitdagend: ze wekken de nieuwsgierigheid op en stimuleren het denken en de fantasie. Ze zijn daardoor beloftevol om te benutten voor meerdere doelen, zowel bij de versterking van leesmotivatie en verhaalbegrip, als mondelinge taalvaardigheid, in het bijzonder woordenschat en het gebruik van cognitieve taalfuncties, waarbij taal wordt ingezet om denkprocessen te verwoorden. Ook is de inzet van deze boeken kansrijk bij ouderbetrokkenheid en taalstimulering. Het is cruciaal voor taalontwikkeling om kinderen op jonge leeftijd al voor te lezen en met hen te praten over boeken. Echter, er zijn grote verschillen in de leesopvoeding van kinderen en het taalgebruik in de thuisomgeving. Kinderen van laaggeletterde ouders en/of ouders die een lage sociaaleconomische status hebben, voeren minder denkstimulerende gesprekken, worden minder vaak voorgelezen en hebben thuis minder boeken tot hun beschikking. Kansengelijkheid creëren door het zo vroeg mogelijk verbinden van de thuisomgeving met de omgeving van de VVE/basisschool is een complexe opdracht voor professionals. Ze hebben moeite met het betrekken van ouders bij taalstimulering. Daarnaast zijn er verbeterkansen op het gebied van de versterking van competenties van professionals als leesbevorderaar. Het ontwerpgericht onderzoek geeft inzicht in kenmerken van een aanpak waarin tekstloze prentenboeken zowel in de thuisomgeving als in VVE/basisonderwijs worden ingezet. Op basis van een contextanalyse zal een ontwerp gecreëerd worden dat in een casestudie getest zal worden. De evaluatie van het ontwerp en de daaruit voortvloeiende kennisontwikkeling zal benut worden voor de ontwikkeling van twee nieuwe modules in de lerarenopleiding en voor acht hervormingen in bestaande modules in het AD en BA-curriculum en in drie post-hbo-opleidingen.
Samen met een aantal masterstudenten Nederlands wordt de belangstelling voor klimaatfictie (‘klifi’) bij leerlingen in de bovenbouw van havo/vwo onderzocht. De gedachte is dat klifi in de inhoud aansluit op actuele problematiek die deze doelgroep bezighoudt en zo hun interesse voor de fictieve verwerking ervan zou kunnen opwekken.
Samen met een aantal masterstudenten Nederlands wordt de belangstelling voor klimaatfictie (‘klifi’) bij leerlingen in de bovenbouw van havo/vwo onderzocht. De gedachte is dat klifi in de inhoud aansluit op actuele problematiek die deze doelgroep bezighoudt en zo hun interesse voor de fictieve verwerking ervan zou kunnen opwekken.Doel We onderzoeken of de vooronderstelling juist is dat klifi de leesmotivatie bij jonge lezers verhoogt, omdat het aansluit bij wat hen bezighoudt. Uiteindelijk hopen we door ruim aandacht te besteden aan klifi mee te helpen aan een duurzamer curriculum voor onze docentenopleiding (masteropleiding Nederlands, HU) en op VO-scholen. Resultaten Verhoging leesmotivatie bij scholieren in de bovenbouw van havo/vwo. Vergroting van kennis op het terrein van de klimaatsveranderingen en de negatieve gevolgen hiervan voor al het leven op aarde bij masterstudenten Nederlands en leerlingen in de bovenbouw havo/vwo. Belang van creatief schrijven tonen aan masterstudenten. Looptijd 01 december 2021 - 01 december 2022 Aanpak Een leesclub van collega’s uit het hoger onderwijs helpt een keuze te maken uit geselecteerde reeks geschikte romantitels. Masterstudenten Nederlands volgen colleges literatuurtheorie en literatuurdidactiek met een sterk accent op (hedendaagse) klimaatfictie. Een deel van de masterstudenten voert een korte lessenserie klifi en creatief schrijven uit in de klas. D.m.v. vragenlijsten en de interpretatie van het creatief schrijfwerk door de masterstudenten wordt onder meer de motivatie van de leerlingen gepeild.