Dienst van SURF
© 2025 SURF
Dagelijks laten consumenten een enorme hoeveelheid aan data van zichzelf achter op het web. Zowel fysiek als digitaal moeten consumenten zich steeds vaker registreren om gebruik te kunnen maken van diverse (overheids)diensten, bedrijven of webwinkels. Online registratie hoeft niet lang te duren; via een social media-account of een app op een smartphone of tablet is dit zo gedaan.
MULTIFILE
Sportvoorzieningen, zoals sporthallen of gymzalen, hebben een publieke functie en behoren veelal tot het gemeentelijk vastgoed. De betekenis van sportvoorzieningen voor bewoners wordt uitvergroot op het moment dat het overeind houden ervan onder druk staat. In landelijke gebieden, aan de rand van Nederland bijvoorbeeld, daalt het aantal inwoners en daarmee het aantal potentiële gebruikers van sportvoorzieningen. Tegelijkertijd neemt verhoudingsgewijs het aandeel 55-plussers toe. Studies laten zien dat sportdeelname voor alle leeftijdsgroepen bevorderlijk is. Mensen die regelmatig sporten voelen zich gezonder.
ObjectiveMany patients with coronavirus disease 2019 (COVID-19) infections were admitted to an intensive care unit (ICU). Physical impairments are common after ICU stays and are associated with clinical and patient characteristics. To date, it is unknown if physical functioning and health status are comparable between patients in the ICU with COVID-19 and patients in the ICU without COVID-19 3 months after ICU discharge. The primary objective of this study was to compare handgrip strength, physical functioning, and health status between patients in the ICU with COVID-19 and patients in the ICU without COVID-19 3 months after ICU discharge. The second objective was to identify factors associated with physical functioning and health status in patients in the ICU with COVID-19. Methods In this observational, retrospective chart review study, handgrip strength (handheld dynamometer), physical functioning (Patient-Reported Outcomes Measurement Information System Physical Function), and health status (EuroQol 5 Dimension 5 Level) were compared between patients in the ICU with COVID-19 and patients in the ICU without COVID-19 using linear regression. Multilinear regression analyses were used to investigate whether age, sex, body mass index, comorbidities in medical history (Charlson Comorbidity Index), and premorbid function illness (Identification of Seniors At Risk-Hospitalized Patients) were associated with these parameters in patients in the ICU with COVID-19. Results In total, 183 patients (N = 92 with COVID-19) were included. No significant between-group differences were found in handgrip strength, physical functioning, and health status 3 months after ICU discharge. The multilinear regression analyses showed a significant association between sex and physical functioning in the COVID-19 group, with better physical functioning in men compared with women. Conclusion Current findings suggest that handgrip strength, physical functioning, and health status are comparable for patients who were in the ICU with COVID-19 and patients who were in the ICU without COVID-19 3 months after ICU discharge. Impact Aftercare in primary or secondary care in the physical domain of postintensive care syndrome after ICU discharge in patients with COVID-19 and in patients without COVID-19 who had an ICU length of stay >48 hours is recommended. Lay Summary Patients who were in the ICU with and without COVID-19 had a lower physical status and health status than healthy people, thus requiring personalized physical rehabilitation. Outpatient aftercare is recommended for patients with an ICU length of stay >48 hours, and functional assessment is recommended 3 months after hospital discharge.
MULTIFILE
Op scholen en in het jongerenwerk wordt handelingsverlegenheid ervaren als het gaat over het online mediagebruik van jongeren en van kinderen. Jongerenprofessionals (schoolleiders, docenten en jongerenwerkers) werkzaam bij basisschool ABBS ‘t Podium en het JIP (Jongeren Informatie Punt) in Amsterdam vragen om hulp bij het ontwikkelen van een intercultureel mediawijsheidprotocol en bijpassend materiaal voor hun etnisch en cultureel diverse leerlingen respectievelijk cliëntengroep. Hoe ga je om met pesten, met sexting en seksuele chantage, met ruzie, haat en discriminatie? Een dergelijk protocol bestaat nog niet. Het moet handvatten bieden voor omgaan met online mediagebruik van kinderen en jongeren en voorsorteren op mogelijke problemen. Het samennemen van beide leeftijdsgroepen (kinderen tot 12 en jongeren vanaf 12) is nodig om de ontwikkeling van patronen in ongewenst mediagebruik tijdig te identificeren en te benoemen. Dit project beoogt samen met deze jongerenprofessionals in een co-creatieproces concrete beroepsproducten te ontwerpen om handelingsverlegenheid met betrekking tot excessief online gedrag op te heffen. In het co-creatieproces worden ook kennisleveranciers Mira Media, Duidingsdienst, NJi en Dialogue Hunters betrokken. Zij brengen kennis en ervaring in van (interculturele) mediaopvoeding en mediapraktijken, en dialogisch handelen.
De meeste kinderen zien er tegenop om geprikt te worden. Voor sommige kinderen is die weerstand zo groot, dat het ingewikkeld is om bloed bij hen af te nemen. In samenwerking met het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) heeft het lectoraat Betekenisvol Digitaal Innoveren onderzoek gedaan naar de inzet van sociale robots om deze angst te verminderen.Doel Door middel van onderzoek in samenwerking met het WKZ wordt geanalyseerd of de inzet van sociale robots de prikangst bij kinderen significant kan verminderen. Resultaten Het onderzoek heeft aangetoond dat de inzet van sociale robots met name bij kinderen van 6 tot 9 jaar duidelijk prikangst kan verminderen. In alle leeftijdsgroepen is aangetoond dat ouders zeer positief staan tegenover de inzet van sociale robots. Looptijd 01 november 2019 - 31 januari 2022 Aanpak Het onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met de bloedafnamepoli van het WKZ. Studenten van de minor Social Robotics werden begeleid en werkten samen met onderzoekers Koen Smit en Matthijs Smakman aan een robot die kinderen optimaal afleidt tijdens het prikken. Om te bepalen op welke manier een robot zou kunnen helpen zijn kinderen bevraagd. Zo is onderzocht welke kleuren, bewegingen en geluiden van de robot het best werken.
De meeste kinderen zien er tegenop om geprikt te worden. Voor sommige kinderen is die weerstand zo groot, dat het ingewikkeld is om bloed bij hen af te nemen. In samenwerking met het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) heeft het lectoraat Betekenisvol Digitaal Innoveren onderzoek gedaan naar de inzet van sociale robots om deze angst te verminderen.Doel Door middel van onderzoek in samenwerking met het WKZ wordt geanalyseerd of de inzet van sociale robots de prikangst bij kinderen significant kan verminderen. Resultaten Het onderzoek heeft aangetoond dat de inzet van sociale robots met name bij kinderen van 6 tot 9 jaar duidelijk prikangst kan verminderen. In alle leeftijdsgroepen is aangetoond dat ouders zeer positief staan tegenover de inzet van sociale robots. Looptijd 01 november 2019 - 31 januari 2022 Aanpak Het onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met de bloedafnamepoli van het WKZ. Studenten van de minor Social Robotics werden begeleid en werkten samen met onderzoekers Koen Smit en Matthijs Smakman aan een robot die kinderen optimaal afleidt tijdens het prikken. Om te bepalen op welke manier een robot zou kunnen helpen zijn kinderen bevraagd. Zo is onderzocht welke kleuren, bewegingen en geluiden van de robot het best werken.