Dienst van SURF
© 2025 SURF
Kwaliteitskader voor de Vereniging Hogescholen en NVAO t.b.v. van het beoordelen en (peer) reviewen van partnerschappen rond samen Opleiden en Inductie, geschreven door een ontwikkelteam in opdracht van het Platform Samen Opleiden en Professionaliseren, de PO-Raad, VO-Raad, MBO-Raad, de Vereniging Hogescholen, VSNU en het Ministerie van OCW.
De zoekopdracht ‘bewegend leren’ levert in Google 400.000 hits op. De zoekopdracht dynamische schooldag’ laat 29.000 hits zien. Dat is veel voor begrippen die we pas zeven jaar kennen. Op de Nederlandse Onderwijs Tentoonstelling (NOT) 2023 waren meer dan 100 bedrijven aanwezig die aangaven iets te doen met bewegend leren. Hoe verhouden de concepten dynamische schooldag en bewegend leren zich tot elkaar? Hoe ontwikkelen we kwaliteitsbesef voor deze concepten? Want nieuw of hip is niet automatisch zinnig of effectief.
MULTIFILE
Betreft hoofdstuk 4, toetsing als leerproces en bijlagen 4 en 5. Een nieuw derde generatie curriculumkader is nodig om verantwoord nieuwe opleidingstrajecten te kunnen realiseren. Met de huidige kennis waarover we beschikken, lijkt een op competenties gericht curriculumkader het beste aan te sluiten bij deze nieuwe eisen. Het competentiedenken past in de beweging naar een sterkere oriëntatie op de beroepspraktijk. We voorzien dat de implementatie van een dergelijk nieuw kader tot forse consequenties leidt op het gebied van leerconcepten, didactiek, begeleiden en toetsen. Competentiegericht leren, begeleiden en beoordelen is gekozen als hefboom voor de koersverandering van de lerarenopleidingen. Deze keuze is een zoek- en ontwikkelproces. Vandaar dat dit document ook gezien moet worden als een groeidocument dat verder moet worden beproefd en geconcretiseerd. Hoofdstuk 1 beschrijft de belangrijkste nieuwe keuzen en ankerpunten voor competentiegericht leren en opleiden voor de vier pabo's. Hoofdstuk 2 geeft de competenties en bekwaamheidseisen waarop de pabo's zich richten , In Hoofdstuk 3 geeft dit Kwaliteitskader criteria voor het inrichten van zo gevarieerd en krachtig mogelijke leeromgevingen. Hoofdstuk 4 beschrijft de contouren van een competentiegericht beoordelingsstelsel. Hoofdstuk 5 geeft een verder uit te werken aanzet voor de Major-Minor-structuur van de Bacheloropleiding leraar Basisonderwijs. In de bijlagen worden de belangrijkste competentiegerichte toetsinstrumenten beschreven.
Vijf hogescholen hebben de krachten gebundeld en zijn in april 2023 officieel van start gegaan met de Professional Doctorate Techniek & Digitalisering (PD T&D). Techniek en digitalisering zijn binnen de PD gelijkwaardig en complementair aan elkaar, waarbij elk van de vijf hogescholen zich op eigen wijze profileert. Met de impuls voor kwaliteitszorg bouwen we een gezamenlijk kwaliteitskader op voor de PD T&D met inachtneming van de verschillende nuances van de hogescholen en de uiteenlopende PD-vraagstukken. We bouwen een actieve PD-community op, brengen lectoren, onderzoekers en werkveldpartners samen, ontwikkelen een domeineigen Body of Knowledge and skills en positioneren de PD T&D landelijk als een erkend en onderscheidend programma naast de bestaande EngD en PhD met toegevoegde waarde voor het werkveld. Om dit te realiseren zetten we de middelen uit de impulsregeling in voor de volgende vijf onderdelen: 1. Inrichting van het Graduate Network (GN) T&D; 2. Ontwikkeling van een domeinspecifiek beoordelingskader; 3. Ontwikkeling van een T&D-portfolio flankerend onderwijsaanbod; 4. Inrichting monitoring en evaluatie van de PD T&D; 5. Profilering van de PD T&D. Met de Impuls Kwaliteitszorg PD richten we onze processen en systemen dusdanig in dat het GC ook na de pilotfase nieuwe cohorten kan faciliteren. We zetten ons tijdens de pilot in om het GN door te ontwikkelen naar een levende PD-community, betrekken hogescholen buiten dit consortium actief bij de pilot, bouwen verder aan een open leercultuur als fundament van het kwaliteitskader en borgen de voortgang na de pilotfase met een financieel plan. Dit doen we al lerend en gedurende de vier cohorten van 15 PD-kandidaten richten we samen met het GN een cyclisch en iteratief proces van beoordeling, normvinding en kalibratie in, ontwikkelen we een domeineigen flankerend onderwijsaanbod en monitoren, evalueren en rapporteren op impact, doorwerking en kwaliteit.
Binnen het domein Gezondheid & Welzijn werken 10 hogescholen binnen het Graduate Network Gezondheid & Welzijn samen aan alle facetten van het PD-opleidingsprogramma. De Graduate Commissie Gezondheid & Welzijn is verantwoordelijk is voor borging van kwaliteit en continuïteit van het PD-programma. We doen dat in een cultuur van samen leren en ontwikkelen. De komende vier jaar werken de betrokken hogescholen aan kwaliteitszorg voor wat betreft de: verdere inrichting van de governance structuur inclusief werkwijze Graduate Network, Graduate Commissie en Dagelijks Bestuur; flankerende leerwerkgemeenschap; monitoring & evaluatie; en communicatie en netwerkontwikkeling. De activiteiten in jaar 1 en 2 richten zich voornamelijk op: 1. Inrichting governance structuur voor GC, GN en een Dagelijks Bestuur (DB) waarin bevoegdheden, verantwoordelijkheden en taken helder zijn belegd: - organisatie en uitbreiding van bemensing in Graduate Commissie om te komen tot representatieve vertegenwoordiging met (inter)nationaal perspectief van onderzoek, onderwijs, en werkveld van Gezondheid & Welzijn; - ontwikkelen van een gedeeld normenkader; - Graduate Commissie: portefeuilleverdeling, en Graduate Network; samenstelling van werkgroepen. 2. Coördinatie en opzet van flankerende leeractiviteiten (Graduate School) voor PD-kandidaten en hun begeleiders, als ook begeleiding en het aanbieden van een inwerkprogramma voor nieuwe deelnemende hogescholen. 3. Ontwikkeling van een domein-specifiek kader voor monitoring en evaluatie, dat aansluit bij het landelijk kwaliteitskader. Vanwege het pilotkarakter van de PD worden tussentijds verbeteringen waar nodig en mogelijk aangebracht. 4. Communicatie en netwerkontwikkeling van het PD programma Gezondheid & Welzijn. In jaar 3 en 4 ligt de focus op de duurzame inbedding van de Graduate Commissie Gezondheid & Welzijn in de hogescholen en verbreding van het Graduate Network, zo mogelijk door toetreden van nieuwe partnerhogescholen. Na vier jaar hebben alle partnerhogescholen afspraken en inzet voor continuering van het PD-programma met elkaar geëxpliciteerd.
Dit onderzoek richt zich op het verbeteren van kwaliteit van leven in de palliatieve levensfase van mensen met kanker. Het onderzoeksvoorstel ABL-PC heeft als doel een verkenning van een interventie voor deze doelgroep. Uiteindelijk kan de inzet hiervan leiden tot vergroting van kennis van persoonlijke behoeftes en vragen van deze doelgroep en draagt zo bij aan verbetering van kwaliteit van de palliatieve zorg. MOTIEF: Er komt steeds meer aandacht voor het belang van de rol van zingeving als onderdeel van kwaliteit van de zorg (Huber et al, 2016; ZonMW, 2016), en ook in de zorg in de palliatieve levensfase (Medische Oncologie, nr 1., 2019). Er zijn richtlijnen ter verbetering van de palliatieve zorg (Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland, IKNL/Palliactief, 2017, O2PZ 2019) en er bestaat een overzicht van instrumenten voor zorgverleners (Goede Voorbeelden, Verbeterprogramma ZonMw 2016). Er ontbreken echter interventies rondom zingeving voor zorgvragers die praktisch zijn georiënteerd en theoretisch en empirisch zijn onderbouwd. RESULTATEN: 1) Een multidisciplinair netwerk vanuit de praktijk, kunsten, de medische en psychologische wetenschap voor het ontwikkelen van een innovatieve interventie, 2) Een opzet voor een praktische interventie voor zingeving vanuit persoonlijke vragen, 3) Een wetenschappelijk artikel over dit onderzoek 4) Inrichting van een grootschalig vervolgonderzoek. INHOUD: Het onderzoek is opgebouwd als een iteratief proces waarbij onderzoekers samen met de praktijk, een bestaande kunstkijk methode Art-Based Learning (ABL) (Lutters, 2012), door- ontwikkelen tot interventie voor de palliatieve zorg: Art-Based Learning-Palliative Care (ABL-PC). Deze interventie genereert door het aandachtig en op systematische wijze kijken naar kunst, nieuwe mentale ervaringen en bewustzijn, vanuit zingevingsvragen bij de doelgroep. PARTNERS: In dit ontwerpgericht onderzoek werken samen: Amsterdam UMC (AUMC/VUmc), de Nederlandse Federatie van Kankerpatiënten organisaties (NFK), ArtEZ, Hogeschool voor de Kunsten (Lectoraat Kunst- en Cultuur Educatie), Universiteit Twente (Narratieve Psychologie), Museum Jan Cunen, Amsterdam Museum.