Dienst van SURF
© 2025 SURF
Achtergrond - De progressie van knieartrose lijkt gerelateerd te zijn aan een hoog extern knieadductiemoment (EKAM), dat gereduceerd kan worden door een aangepast gangpatroon. Doel - Ten eerste is onderzocht welke van vier loopstrategieën het EKAM maximaal verlaagt ten opzichte van comfortabel gaan. Vervolgens is vastgesteld of een maximale EKAM-verlaging altijd wordt gerealiseerd door dezelfde loopstrategie, en of dit kan worden verklaard op basis van de mate waarin de houdingsaanpassing plaatsvindt. Methode - Bij 37 gezonde proefpersonen werd een 3D-ganganalyse gedaan. Na het registreren van het normale gangpatroon werden vier loopstrategieën geïnstrueerd en geregistreerd (Trunk Lean [TL], Medial Thrust [MT], Reduced Vertical Acceleration [RVA] en Toe Out [TO]). Het EKAM en diverse strategiespecifieke kinematica werden berekend voor alle condities. Resultaten - Alle loopstrategieën reduceerden de algehele piek van het EKAM. Hierbij bleken TL en MT de EKAM-piek het meest te reduceren, respectievelijk -35% en -30%. Ook de EKAM-impuls was significant verlaagd door deze strategieën. TO reduceerde de EKAM-puls in de late standfase significant. Er waren duidelijke individuele verschillen zichtbaar. MT verlaagde het EKAM het meest in 43% van de deelnemers, terwijl bij 49% van de deelnemers TL tot de meeste reductie leidde. Hoewel de instructies in beide groepen leidden tot vergelijkbare aanpassing van de kinematica, was de reductie van het EKAM bij uitvoering van dezelfde strategie significant verschillend tussen deze twee groepen. Interpretatie - Hoewel TL en MT het meest effectief waren om het EKAM te reduceren, lijkt individuele selectie van de meest optimale loopstrategie essentieel.
LINK
De afgelopen decennia heeft evidence based practice (EBP) een steeds belangrijkere rol ingenomen in de praktijk van de podotherapie. In literatuurreviews vindt men echter nog al eens terug dat meer onderzoek nodig is van goede kwaliteit om de effectiviteit van therapieën aan te tonen. De vraag is of dit ook geldt voor zolen en kniebraces in de behandeling van pijn bij mensen met knieartrose. En is er een verschil in effectiviteit van beide therapieën? De antwoorden werden gezocht via een literatuurstudie.
In Amsterdam kampt een derde van de mensen met meerdere aandoeningen waaronder chronische gewrichtsaandoeningen. Mensen met chronische gewrichtsaandoeningen hebben vaak beperkingen in hun dagelijks functioneren. Leefstijlfactoren zoals overgewicht en inactiviteit spelen een belangrijke rol in het ontstaan van beperkingen in het dagelijks functioneren. Lector chronische gewrichtsaandoeningen dr. Martin van der Esch gaat in zijn rede in op de relatie tussen gewrichtsaandoeningen en beperkingen in dagelijks functionerenen de mogelijkheden om beperkingen te voorkomen of te verminderen. Hij zal hiaten in kennis toelichten en ingaanop de integratie van onderzoek in het onderwijs. Het bijzonder lectoraat chronische gewrichtsaandoeningen isingesteld in samenwerking met Reade, centrum voor revalidatie en reumatologie te Amsterdam
Artrose is in Nederland de snelst groeiende chronische aandoening, waarbij de knie het meest vaak is aangedaan. Mensen met knieartrose ervaren forse beperkingen in het dagelijks functioneren. Mensen met knieartrose ervaren soms pijn en stijfheid in het kniegewricht als gevolg van herhaalde lokale overbelasting van de aangedane regio in de knie. De geadviseerde fysiotherapeutische behandeling voor knieartrose bestaat uit informeren, leefstijladviezen en oefentherapie, waarin het aanleren van een minder belastend looppatroon een rol speelt. Binnen de behandeling zijn therapietrouw en zelfmanagement, zoals bij elke chronische aandoening, zeer belangrijk en wordt veelal gevraagd dat men in de thuisomgeving oefentherapie uitvoert. Uit diverse studies blijkt dat therapietrouw veelal laag is bij deze groep. Dat beïnvloedt de behandeluitkomsten negatief, gezien de effectiviteit van fysiotherapeutische zorg is voor een groot deel afhankelijk van de mate van therapietrouw. Om de behandeluitkomsten te verbeteren is het belangrijk om therapietrouw en zelfmanagement te vergroten en patiënten thuis aan de slag gaan met beweegadviezen. Daarbij kan real-time feedback op het looppatroon, in de relevante context, in het dagelijks leven, patiënten helpen om hun looppatroon aan te passen. Daarmee zou behandeling van artrose-gerelateerde klachten in potentie effectiever en efficiënter ingericht kunnen worden. Binnen dit KIEM voorstel verkennen we als eerste welke gebruikerseisen en -wensen er bestaan ten aanzien van real-time feedback op het looppatroon, en onderzoeken we of het haalbaar is om met behulp van het dragen van een sensor om gunstige, en ongunstige looppatronen van elkaar te onderscheiden.
Therapietrouw is veelal laag onder patiënten met knieartrose. Dit beïnvloedt behandeluitkomsten negatief, aangezien de mate van therapietrouw een grote invloed heeft op behandeluitkomsten. Real-time feedback op het looppatroon met behulp van sensortechnologie kan de mate van therapietrouw vergroten, aangezien de patiënt op het juiste moment de juiste feedback ontvangt.
Productfinanciering in de eerstelijns fysiotherapie: Een pilot bij patiënten met heup- en knieartrose. Sinds jaar en dag werken eerstelijns fysiotherapeuten volgens een vergoeding-per-zitting-systeem. Dit systeem heeft voor- en nadelen, zo zijn er weinig financiële prikkels om te innoveren. Binnen dit project is een pilot uitgevoerd naar productfinanciering als alternatief financieringsmodel binnen de eerstelijns fysiotherapeutische zorg voor patiënten met heup- of knieartrose. Doel Het in kaart brengen van belemmerende en bevorderende factoren voor eerstelijns fysiotherapeuten om te werken met productfinanciering binnen de zorg voor patiënten met heup- en knieartrose. Resultaten Fysiotherapeuten zien productfinanciering als de toekomst, maar hebben veel belemmeringen ervaren tijdens de implementatie ervan. Dit kwam deels door de aangeboden instructie, de onbekendheid met het concept en de specifieke populatie bij wie ze het konden inzetten. Looptijd 01 juni 2018 - 01 september 2021 Aanpak Een groep van 37 eerstelijns fysiotherapeuten kon een jaar lang gebruik maken van productfinancieringsafspraken voor patiënten met heup- of knieartrose die bij VGZ verzekerd waren. De fysiotherapeuten zijn na afloop uitgenodigd voor deelname aan een interview. Binnen het project werd samengewerkt met VGZ Reuma Nederland en Zorg1