Dienst van SURF
© 2025 SURF
Het vroegtijdig kunnen signaleren van achteruitgang bij de patiënt en daarop goed kunnen reageren, heeft grote invloed op diens prognose. Daarom is het essentieel dat verpleegkundigen hiertoe worden opgeleid. Hoewel simulatietrainingen worden aanbevolen om klinisch redeneren aan te leren, worden de meeste verpleegkundestudenten opgeleid via traditionele lesmethoden (klassikaal, luisterend en schriftelijk). Blanié et al. (2020) vergelijken in hun onderzoek een traditionele lesmethode met een serious game waarin een simulatie inclusief nabespreking centraal stond. Beide lesvormen hadden als uitgangspunt het klinisch redeneren te verbeteren rondom het signaleren en handelen bij achteruitgang van een patiënt. Maar werkt een serious game nu beter?
Het ondergaan van een eenzijdige beenamputatie is een drastische chirurgische ingreep. Mensen, die na een amputatie in staat zijn om te lopen met een prothese, zijn functioneel onafhankelijker, en hebben een hogere kwaliteit van leven dan mensen die in een rolstoel belanden. Het is daarom niet verrassend dat het herwinnen van de oopvaardigheid één van de voornaamste doelen is tijdens de revalidatie. Doel van het onderzoek was om inzicht te krijgen in de factoren die het herwinnen en onderhouden van de loopvaardigheid van mensen na een beenamputatie beïnvloeden. Gebaseerd op de resultaten van het onderzoek kan geconcludeerd worden dat de fysieke capaciteit hierbij een belangrijke rol speelt. Een relatief kleine verbetering in de capaciteit kan al resulteren in significante en klinisch relevante verbeteringen. Hoewel geavanceerde prothesen de mechanische belasting van het lopen met een beenprothese verminderen, kan een ineffectieve balanscontrole deze positieve resultaten weer tenietdoen. ABSTRACT Undergoing a lower limb amputation is a life-changing surgery. The ability to walk greatly influences the subject's functional independence and quality of life. Not surprisingly, regaining walking ability is one of the primary goals during prosthetic rehabilitation. The primary aim of the research performed was to enhance our understanding of some of the factors that influence the ability to regain and maintain walking after a unilateral lower limb amputation. Based on the results we can deduce that a person's physical capacity plays an important role in their walking ability. Relatively small improvements in capacity could lead to significant and clinically relevant improvements in people's walking ability. Furthermore, results show that sophisticated prosthetic feet can reduce the mechanical load experienced when walking with a prosthesis. Interestingly, inefficient balance control strategies can undo any positive effect of these prostheses.
ACHTERGROND EN DOELAspecifieke lage rug- en/of nekpijn is een veel voorkomende klacht en kan tot veel beperkingen in ADL leiden. De vraag is “wat is de toegevoegde waarde van een self-tracking systeem de LumoBack” voor de fysiotherapie.METHODEIn dit onderzoek is geobserveerd of patiënten met aspeci eke lage rug en/of nekklachten (ALRNK) na twee weken gebruik van de LumoBack en reguliere fysiotherapie (groep A) minder moeite in activiteiten hebben en minder pijn ervaren, dan patiënten die alleen twee weken reguliere fysiotherapie (groep B) kregen. Het onderzoek bestond uit een voor- en nameting waarbij de VAS, de PSK en de QBPDS werden afgenomen.RESULTATENUit de resultaten blijkt dat er na twee weken geen signi cant verschil is gevonden tussen beide groepen. Wel is de verbetering in VAS1 en PSK3 signi cant verschillend tussen beide groepen. Groep A laat grotere verbeteringen zien met een klinisch relevante vermindering in vas 1 en vas 2.
In Nederland ontstaan steeds meer initiatieven om zorg- en ondersteuningsaanbod in de wijk te ontwikkelen. Ook voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) met bijkomende problematiek. Het doel van deze initiatieven is mensen zo lang mogelijk te laten functioneren in de eigen thuissituatie en opname in een klinische setting te voorkomen. Het project (Be)Leef in de wijk sloot bij deze ontwikkeling aan. In de praktijk valt op dat mensen met LVB en bijkomende problematiek binnen hun leefomgeving nauwelijks beroep kunnen doen op een belangrijke vorm van therapie, namelijk vaktherapie. Vanwege de handelings- en ervaringsgerichte werkwijze wordt vaktherapie als een waardevolle aanvulling gezien voor mensen met LVB ten opzicht van behandelvormen met een meer verbale insteek. In dit project zijn oplossingen ontwikkeld voor de vraag vanuit de praktijk om vaktherapie beter aan te laten sluiten bij GGZ behandelteams die wijkgericht werken. Deze oplossingen betreffen een indicatiemodel en een verwijs- en behandelroute. Het indicatiemodel bestaat uit drie niveaus van indicatiegebieden voor vaktherapieën bij mensen met een LVB. Met het indicatiemodel kunnen verwijzers gerichter doorverwijzen naar vaktherapie. Met de route kan de samenwerking tussen vaktherapeuten en GGZ behandelteams verbeteren, waarbij verondersteld wordt dat dit een positieve weerslag heeft op de zorg geboden aan mensen met LVB. Deze oplossingen zijn ontwikkeld op basis van input vanuit focusgroepen en interviews en focusgroepen met in totaal 22 vaktherapeuten en 12 professionals uit GGZ behandelteams. De route (inclusief indicatiemodel) is gedurende 20 weken uitgetest in 2 GGZ behandelteams (die meerdere wijken bedienen). De samenwerking met een vaktherapeut werd als waardevol ervaren door de professionals werkzaam in de GGZ behandelteams. De vaktherapeut brengt een nieuw perspectief in dat behandelinhoudelijke en gedetailleerde informatie toevoegt aan het team. Hierdoor wordt de indicatiestelling aangescherpt wat volgens professionals van de behandelteams kan leiden tot een efficiëntere behandeling van mensen met LVB. Verder is er meer aandacht voor een voor de cliënt passende behandellocatie. Deze nieuwe aanpak biedt aanknopingspunten om de kwaliteit van behandeling te verbeteren. Verdere implementatie is hiervoor noodzakelijk. Daarvoor wordt deze Top-up subsidie aangevraagd. Meer info is te vinden via www.kenvak.nl/onderzoek/beleef-in-de-wijk/.
Aanleiding Sinds kort nemen zorgprofessionals en onderzoekers in Nederland initiatieven om mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) zo lang mogelijk te laten functioneren in de eigen thuissituatie. Een manier om dit te doen is de inzet van zogenoemde Functional Assertive Community Treatment (FACT) teams. Deze teams gebruiken voornamelijk verbale interventies. Maar mensen met een LVB hebben moeite met het verwerken van verbale informatie. Vaktherapie kan juist met non-verbale en ervaringsgerichte methodieken goed aansluiten bij deze groep. Dit innovatieprogramma richt zich op de vraag van vaktherapeuten hoe en in welke vorm zij, in of rondom FACT LVB-teams, mensen met een LVB kunnen helpen. Doelstelling Het doel van de deelnemers aan het project is de zorg en ondersteuning van mensen met een LVB in de eigen thuissituatie (buurt/wijk) te verbeteren. Liefst zodanig dat deze mensen minder vaak hoeven te worden (her)opgenomen in een behandelcentrum. Het doel van het project is om de meerwaarde vast te stellen van de inzet van vaktherapie in of rondom FACT LVB teams bij het realiseren van deze ambitie. Het project is gefaseerd opgebouwd. In de eerste fase worden de vaktherapeutische behandelvormen bepaald. Vervolgens worden efficiënte interprofessionele werkwijzen en een vaktherapeutische behandel- & ondersteuningsroute vastgesteld, en ten slotte wordt het project geëvalueerd. Beoogde resultaten Het project biedt resulteert in een handreiking voor professionals om interprofessioneel samen te werken in de wijk voor mensen met LVB. Binnen het onderwijs levert het project een bijdrage aan een minor 'Wijkgerichte zorg & ondersteuning'. Het biedt een leerwerkplaats LVB voor studenten vaktherapie en aanpalende gebieden. De handreiking wordt geïmplementeerd in de opleidingen die opleiden tot vaktherapeut. Zogenaamde 'battles', waarin interprofessioneel samenwerken aan problemen vanuit de praktijk en het beste idee bekroond wordt met een stimuleringsprijs, zorgen voor verdere ontwikkeling. Publicaties in vakliteratuur zorgen voor verspreiding van de projectresultaten. De deelnemers aan het project zullen aansluiting zoeken bij symposia - regionaal, nationaal en internationaal - en bijeenkomsten buiten en binnen het netwerk om de resultaten aan een breed publiek te presenteren.
Alcoholgebruiksstoornis (AUD) is een groot probleem. Alleen al in de USA zijn er 15 miljoen mensen met een AUD en meer dan 950.000 Nederlanders drinkt overmatig. Wereldwijd is 3-8% van het aantal sterfgevallen en 5% van alle ziektes en letsels toe te schrijven aan AUD. Zorg staat voor uitdagingen. Zo krijgt meer dan de helft van de AUD-patiënten binnen een jaar na behandeling een terugval. Een oplossing hiervoor is de inzet van Cue-Exposure-Therapy (CET). Daarbij worden cliënten blootgesteld aan triggers d.m.v. objecten, mensen en omgevingen die zucht opwekken. Om op een realistische, veilige en gepersonaliseerde manier deze triggers te ervaren, wordt Virtual Reality ingezet (VRET). Op die manier worden coping-vaardigheden getraind om verlangen naar alcohol tegen te gaan. De effectiviteit van VRET is (klinisch) bewezen. De komst van AR-technologieën roept echter de vraag op om mogelijkheden van Augmented-Reality-Exposure-Therapy (ARET) te onderzoeken. ARET geniet dezelfde voordelen als VRET (zoals een realistische veilige ervaring). Maar omdat AR virtuele-componenten in de echte omgeving integreert, waarbij het lichaam zichtbaar is, roept het vermoedelijk een ander type ervaring op. Dit kan de ecologische validiteit van CET in de behandeling vergroten. Daarnaast is ARET goedkoper te ontwikkelen (minder virtuele elementen) en hebben cliënten/klinieken gemakkelijker toegang tot AR (via smartphone/tablet). Bovendien worden nieuwe AR-brillen ontwikkeld, die nadelen zoals een te klein smartphone-scherm oplossen. Ondanks de vraag vanuit behandelaars, is ARET nog nooit ontwikkeld en onderzocht rondom verslaving. In dit project wordt het eerste ARET-prototype ontwikkeld rondom AUD in de behandeling van alcoholverslaving. Het prototype wordt ontwikkeld op basis van Volumetric-Captured-Digital-Humans en toegankelijk gemaakt voor AR-brillen, tablets en smartphones. Het prototype wordt gebaseerd op RECOVRY, een door het consortium ontwikkelde VRET rondom AUD. Een prototype-test onder (ex)AUD-cliënten zal inzicht geven in behoeften en verbeterpunten vanuit patiënt en zorgverlener en in het effect van ARET in vergelijk met VRET.