Dienst van SURF
© 2025 SURF
Deze inventarisatie biedt de Hanzehogeschool Groningen op korte termijn een eerste overzicht van de bijdrage die zij levert aan de economische en maatschappelijke ontwikkelingen in de regio en internationaal.
In maart 2016 is Vernieuwen in Verbinding (ViV) gepresenteerd. Dit document is gebaseerd op dit Strategisch Plan en de al eerder verschenen Onderwijsvisie 2020. Het beschrijft hoe de Hanzehogeschool Groningen de komende periode het praktijkgerichte onderzoek verder wil ontwikkelen. Deze notitie is op strategisch niveau (wat we gaan doen); de tactische en operationele uitwerking (hoe we dat gaan doen) zal later opgesteld worden, door schools, kenniscentra en centers of expertise. In dit document wordt een behoorlijk ambitieus doel voorgesteld: in 2020 is de Hanzehogeschool Groningen een professionele kennisinstelling, met één primair proces: kennis verwerven. Dit verwerven gaat, op verschillende niveaus, via onderwijs (kennisdisseminatie) onderzoek (kenniscreatie) en innovaties in de professionele praktijk (disseminatie en cocreatie). Deze ambitie is de basis voor gesprek – tussen het College van Bestuur, de Deans, de lectoren, de docent-onderzoekers en alle andere betrokkenen. De geformuleerde ambitie (met uitgangspunten) kan en mag niet gezien worden als ‘kernprestatie indicator’, waarop afgerekend zal worden. Deze notitie, deze richting voor de toekomst als kennisinstelling is bedoeld om een beweging in te zetten: van een afvink en afreken-cultuur naar een professionele, open kenniscultuur.
De term ‘valorisatie’ gaat volgens Daan Andriessen en Anton Franken uit van het verkeerde concept. Juist in het hoger beroepsonderwijs zijn andere manieren nodig om het nut van praktijkgericht onderzoek te meten. ‘Wat ons betreft gaat het in het hbo vooral om het creëren van waarde voor de maatschappij en voor het eigen onderwijs.
LINK
Het project "Port State Control" was aangevraagd om onderzoek te kunnen doen naar de oorzaak wan het grote aantal aanhoudingen van Nederlandse schepen in buitenlandse havens. Doel van het onderzoek was om belangrijke oorzaken daarvan boven water te krijgen en oplossingen daarvoor te onderzoeken en bedenken. Schepen worden door PSC gecontroleerd, waarbij er wordt gekeken of ze voldoen aan de internationale wet- en regelgeving, met name de veiligheid aan boord. Reders en bemanning zijn verantwoordelijk voor een veilige uitvoer van de taken aan boord. Indien er tekortkomingen worden geconstateerd, mag een PSC-autoriteit een schip aanhouden. Uit de onderzoeken naar de oorzaken blijk onder andere: - Nalatigheid bemanning bij controles installaties door werkdruk en repetitief werk, kennis niet beschikbaar. - Nalatigheid rederij; besparen op onderhoudskosten. - Het aantal en de kwaliteit van de bemanning aan boord van Nederlandse schepen. - Nalatigheid eindconsument; logistiek proces dient zo goedkoop mogelijk te zijn vanwege lage prijs. Consequentie: minder investeringen in bemanningen en scheepsonderhoud. Het project doet daarom de volgende aanbevelingen: Om bemanningen aan boord zo goed mogelijk voor te bereiden op PSC-inspecties is kennisvalorisatie erg belangrijk. De laatste informatie dient beschikbaar te zijn. Rederij is daar werantwoordelijk voor. De betrokkenheid van de reder is belangrijk bij het motiveren van de bemanning. Daarbij is scheepsfamiliarisatie cruciaal. Net zoals het verantwoordelijkheidsgevoel m.b.t. de scheepsveiligheid. Een tastbaar eindproduct van het project is de Port State Contol app. De app is een digitale omgeving die laat zien hoe situaties wel of niet horen te zijn. Met deze app worden bemanningsleden bekend gemaakt met het schip waar ze op komen te varen. Innovaties als Virtual Reality en distance learning zou de essentiële verbeterslag gemaakt kunnen !Worden. Met inzet van digitale hulpmiddelen kan de familiarisatie van nieuwe bemanningsleden werbeterd worden zodat zij beter zijn voorbereid op de taak aan boord.
Dit plan van aanpak beschrijft de noodzakelijke activiteiten voor de invulling van de regionale liaisonfunctie en voor het opstellen van de Regionale Roadmap voor de regio Noord-Holland/MRA. De pilotregeling Regionale liaisons en Learning Communities voor GroenvermogenNL geeft invulling aan de eerste fase van werkstroom 2 ‘Realisatie en opschaling Learning Communities en mobiliseren regio’ en werkstroom 3 ‘Nationaal Kennisplatform kennisuitwisseling en opleidingsmogelijkheden’. De invulling van deze werkstromen wordt in samenhang en in regionale samenwerking opgezet. De Hogeschool van Amsterdam is als een van de grootste kennisinstellingen van Nederland een ankerpartij die bijdraagt aan de economische en sociale ontwikkeling van de regio. De HvA draagt bij aan de transities, innovaties en groei via kennisontwikkeling en kennisvalorisatie en richt zich op de Human Capital-opgaven en kwetsbare doelgroepen via een leven lang ontwikkelen. Grote ambities en uitdagingen ten aanzien van HCA GroenvermogenNL tekenen zich in de regio Noord-Holland/MRA af van Den Helder, het Noordzee Kanaal Gebied, de Port of Amsterdam tot de Zaanstreek, Schiphol en de metropoolregio Amsterdam. Het liaisonteam van regio Noord-Holland/MRA heeft inmiddels eerste gesprekken gevoerd met het merendeel van de beschreven partijen. De vermelde partijen wensen betrokken te zijn bij het proces om te komen tot een roadmap voor HCA. De onderwerpen uit de Roadmap hebben een kwantitatief (pijler 1) en een kwalitatief karakter (pijler 2). In de kern bestaat het proces dat leidt tot een gedragen regionale roadmap uit drie hoofdactiviteiten: 1) onderzoek en beschrijving, 2) mobiliseren van de regio en 3) organiseren van commitment. Het liaisonteam bestaat uit Ronald Kleijn, Simone Maas en Bastiaan Odijk o.a. aangevuld met ondersteuning op het gebied van communicatie en projectassistentie. Het team is samengesteld op basis van de benodigde competenties voor het uitvoeren van de hierboven genoemde drie hoofdactiviteiten.
De Hogeschool van Amsterdam versterkt met SPRONG een krachtige interfacultaire onderzoeksgroep, gedragen door zeven lectoren, op het gebied van mensen in beweging. De groep is ingebed in Urban Vitality, het speerpuntprogramma van de Hogeschool van Amsterdam dat zich richt op grootstedelijke vitaliteitsvraagstukken. De onderzoeksgroep koppelt kennis over voldoende en verantwoord bewegen aan kennis over goede voeding en aan kennis over gedragsbeïnvloeding met behulp van creatieve technieken (gaming, technologie voor monitoring, creatieve onderzoeksmethoden voor empowerment van de doelgroep). Binnen deze “driehoek” wordt gewerkt aan het centrale doel, namelijk mensen in beweging krijgen, zowel letterlijk als figuurlijk. De focus is daarbij: risicogroepen in de grote stad? Hoe kunnen risicogroepen ondersteund worden om in beweging te komen en te blijven en wat is de bijdrage van gezonde voeding? Hoe kunnen zorgverleners het zelfmanagement van risicogroepen ten aanzien van bewegen en voeding effectief ondersteunen? Daarbij bieden technieken en (onderzoek)methoden uit de creatieve industrie kansen voor vernieuwende (vormen van) kennisontwikkeling en voor kennisvalorisatie. Met het onderzoeks- en innovatieprogramma worden nieuwe mogelijkheden en interventies onderzocht, ontwikkeld en geëvalueerd. Door grootstedelijke problematiek, bijvoorbeeld samenhangend met de grote diversiteit, zijn interventies op maat nodig. Er wordt zoveel mogelijk uitgegaan van het individu, hetgeen zich vertaalt in bijvoorbeeld trainings- en voedingsprogramma’s op maat en in gepersonaliseerde instructie en feedback via apps. De onderzoeksgroep heeft een sterke verbinding met wetenschappelijke instellingen en met kennisnetwerken in Amsterdam. Het consortium bundelt kennis van bewegen, voeding en creatieve technieken, is regionaal ingebed in de metropoolregio Amsterdam en kent een gemengde publiek-private samenstelling. De onderzoeksgroep werkt aan een coherente, vraaggestuurde onderzoekagenda en zet stevig in op de ontwikkeling van onderzoekintegriteit en de verbinding van onderwijs en onderzoek. Met het aantrekken van twee senior onderzoekers wordt de capaciteit om nieuwe onderzoeken vorm te geven en het geldwervend vermogen vergroot.