Dienst van SURF
© 2025 SURF
The copper(II) catalyzed enantioselective 1,4-addition reactions of diethylzinc to cyclic enones in the presence of novel phosphorus amidite ligands, easily prepared from α,α,α',α'-tetraphenyl-2,2'-dimethyl-1,3- dioxolane-4,5-dimethanol (TADDOL) derivatives, resulted in e.e.s up to 71% for cyclohexenone and up to 62% for cyclopentenone. A remarkable enhancement of enantioselectivity was observed upon the addition of powdered molecular sieves to the reaction mixture.
In de zomer van 2005 drongen Amerikaanse wetenschappers aan op de ontwikkeling van een nationale strategie op het terrein van materials science & engineering (MSE). De National Research Council (NRC) van de National Academy of Sciences (NAS) had kort aarvoor het rapport ’Globalization of Materials R&D: Time for a National Strategy’ uitgebracht. In dit rapport ging het om een antwoord op de vraag ‘Waar staan de VS in vergelijking met de rest van wereld?’, ofwel ‘Zijn de VS nog steeds leidend op de verschillende materiaalgebieden of nemen andere landen deze positie over?’ De snelle opkomst van het materialenonderzoek in landen, zoals China en het groeiend onderzoek in Europa vormen immers voor de VS een geduchtere concurrentie dan ooit. Volgens dit rapport is de positie in composieten en superlegeringen dan ook zodanig afgenomen dat Amerika nog nauwelijks de vruchten kan plukken van de elbelovende ontwikkelingen op dit terrein. Ook de positie op het gebied van katalysatoren is vrijwel geheel verdwenen. Vaak is de kennis nog wel aanwezig maar de kracht om die kennis commercieel te benutten ontbreekt. Bedrijven kunnen dan de academische kennis niet meer omzetten in een winstgevende toepassing. Hoewel het vakgebied materials science & engineering in de VS niet meer over de hele linie aan de top van de wereld staat, is de Amerikaanse positie op de meeste terreinen van de materiaalwetenschappen onbetwist. Recente hoogtepunten zijn ruimschoots voorhanden, zoals het maken van grafeen, de verschillende toepassingen van anokoolstofbuisjes, de ontdekking van metamaterialen en het nabootsen van verschijnselen uit de natuur zoals de hechting van de poten van de gekko aan de ondergrond. De National Science Foundation speelt een belangrijke bij de financiering en valorisatie van onderzoek. Verschillende programma’s, waaronder het Materials Science Research and Engineering Centers programma, spelen een grote rol in kennisoverdracht naar bedrijfsleven en maatschappij. Michiel Scheffer is, tijdens zijn vijf maanden verblijf, in de Verenigde Staten zelf op zoek gegaan naar de Amerikaanse positie en heeft met veel onderzoekers gesproken. Ook hij heeft ontdekt dat er nog vele hoogtepunten en sterkten in het Amerikaanse materialenonderzoek te vinden zijn, waarvan hij in deze bundel enthousiast en gedetailleerd verslag doet.
MULTIFILE
Om een circulaire economie te bewerkstelligen is het sluiten van de kunststofkringloop cruciaal. Momenteel wordt slechts 15% van het geproduceerde kunststof in Nederland gerecycled. De mechanische recycling van PET-flessen wordt reeds op grote schaal toegepast, maar een groot deel van het polyester (PET) afval is van mindere kwaliteit en is vervuild met voedselresten, kleurstoffen of andere additieven. Cumapol heeft samen met bedrijven en kennisinstellingen de krachten gebundeld en een nieuwe recyclingtechniek ontwikkeld. Deze technologie maakt het mogelijk om op een energiezuinige manier gekleurde of gemengde polyesters in bijvoorbeeld tapijt, textiel en voedselverpakkingen te recyclen tot nieuwe polyesters van hoge kwaliteit. Om dit te bereiken wordt chemische recycling toegepast: het polyester afval wordt afgebroken tot de chemische bouwstenen, gezuiverd, en vervolgens weer opgebouwd tot nieuwe polyester ketens. De polycondensatiereactie speelt een belangrijke rol in de chemische recycling van polyesters. Polycondensatie is een evenwichtsreactie: condensatie zorgt voor ketenvorming, terwijl hydrolyse of glycolyse leidt tot afbraak van de polymeerketens. Deze reacties worden doorgaans gekatalyseerd door industriële katalysatoren zoals antimoontrioxide en zinkacetaat. Onderzoek heeft echter uitgewezen dat enzymen, de katalysatoren van de natuur, ook in staat zijn om op te treden als katalysator. Het doel van dit project is om de (bio)chemische recycling van vervuild polyesterafval te bewerkstelligen met behulp van enzymatische reacties, zodat een duurzame en circulaire economie een stap dichterbij komt.
Techniek Nederland en Federatie Electrotechniek (Fedet) ondersteunen hun ruim 5000 leden in de circulaire transitie. Sinds 2022 werken deze brancheorganisaties met en voor de installatiebranche om de verpakkingen te verminderen en verduurzamen . Hierbij wordt planmatig en doelmatig samengewerkt door verpakkingsleveranciers, fabrikanten, groothandels, installateurs, eindgebruikers en afvalinzamelaars. In de installatiebranche is deze aanpak uniek en kan als voorbeeld dienen voor andere brancheorganisaties om samen met hun leden en partners bij te dragen aan Nederlands circulaire ambities . Naast hoopgevende kwantitatieve resultaten – die door Rijkswaterstaat worden gemeten – zijn er ook kwalitatieve lessen te trekken, bijvoorbeeld over het proces waarlangs het plan is gemaakt en uitgevoerd. De lacune van onderzoek naar deze lessen, en de KEMs die daarin te herkennen zijn, leidde via een intensief vraagarticulatieproces tot de volgende onderzoeksvraag: Welke lessen kunnen we trekken uit het gevolgde proces van de ontwikkeling en uitvoering van het brancheplan Verpakkingen over het inzetten van KEMs en in relatie tot de zes cruciale aspecten van maatschappelijk verdienvermogen? Onderzoek aan de hand van deze vraag leidt tot inzichten in hoe brancheverenigingen hun changemakersrol kunnen versterken door het expliciet maken van het gebruik van KEMs in een brancheplan gericht op een maatschappelijke transitie. Het Brancheplan Verpakkingen fungeert als katalyserende context voor het verminderen van verpakkingen en daarmee het bijdragen aan de Nederlandse doelstellingen voor een circulaire economie. De resultaten van het onderzoek worden verwerkt in een protocol Brancheplan Verpakkingen, dat ook voor andere sectoren bruikbaar is. De opgedane kennis wordt tijdens en na het onderzoek gedeeld tijdens bijeenkomsten van het Brancheplan Verpakkingen, tijdens bijeenkomsten van Techniek Nederland en tijdens bijeenkomsten van DNA, de overkoepelende organisatie van brancheverenigingen in Nederland.
Live muziek in het ziekenhuis? MiMiC - Meaningful Music in Health Care – is precies dat: een kleine groep musici die persoonsgerichte improvisaties voor patiënten en verpleegkundigen speelt. De musici maken op de patiëntenkamers muziek ‘op maat’, in interactie met de patiënten, op basis van hun voorkeuren, herinneringen, etc. Dit levert waardevolle momenten van esthetische ervaring en zingeving op, voor zowel patiënten als verpleegkundigen en musici. Sinds 2015 heeft het lectoraat Lifelong Learning in Music van de Hanzehogeschool Groningen samen met het UMCG de MiMiC-praktijk ontwikkeld en onderzocht voor patiënten van chirurgische afdelingen. Persoonsgericht musiceren blijkt goed te realiseren in een medische setting en voor alle betrokkenen zeer betekenisvol te zijn. Patiënten ervaren minder pijn en voelen zich beter. Daarnaast biedt deze innovatieve praktijk musici en verpleegkundigen nieuwe mogelijkheden om zich professioneel verder te ontwikkelen. Daartoe willen we ProMiMiC uitvoeren. ProMiMiC speelt in op de behoefte van musici en verpleegkundigen om beter samen te werken en daarin van elkaar te leren, alsook om persoonsgerichte live muziek te kunnen gebruiken als katalysator voor een compassievolle patiëntrelatie. Met de verdere professionalisering van musici en verpleegkundigen is de MiMiC praktijk geschikt voor brede toepassing in de ziekenhuiszorg. Daarmee kan een bijdrage geleverd worden aan ontwikkelingen als Uitkomstgerichte Zorg, positieve gezondheid, en bredere maatschappelijke inzet van musici. In het consortium zijn uit drie landen hooggekwalificeerde kennisinstellingen op het gebied van muziek en van zorg gebundeld. Samen hebben zij de expertise om in een rijke context toegepast onderzoek naar professionalisering in MiMiC uit te voeren. Dit leidt tot een verbeterde uitvoering van de MiMiC praktijk en hierop aansluitende scholing van studenten en professionals in muziek en zorg. Dit zal musici en verpleegkundigen in staat stellen excellente professionals te zijn m.b.v. gepersonaliseerde live muziek in de zorg.