Dienst van SURF
© 2025 SURF
Uit het voorwoord van Erlijn Eweg: Het bruist op De Uithof. Tienduizenden studenten en medewerkers van Hogeschool Utrecht, de Universiteit Utrecht en het Universitair Medisch Centrum Utrecht zijn er aan het werk. Er zijn grote plannen met het gebied, dat zich ontwikkelt van universiteitscentrum De Uithof tot het Utrecht Science Park, waar bedrijven en kennisinstellingen samen werken aan kennisvermeerdering. Een duurzame aanpak staat daarbij hoog op de agenda. De omslag naar een duurzame samenleving is een speerpunt van Hogeschool Utrecht (HU). In het speerpuntprogramma ‘De Omslag – duurzame ontwikkeling met Utrechtse energie’ versterken we duurzaamheid in onderzoek en onderwijs, samen met partners en externe partijen. Met het programma De Omslag als katalysator werken studenten en medewerkers van de HU aan duurzame oplossingen. De HU maakt samen met andere ‘bewoners’ van De Uithof deel uit van de kerngroep Duurzame Uithof. Deze kerngroep wil De Uithof verduurzamen op de terreinen energie, gebouwen, mobiliteit en water. Daarom is de technische faculteit van de HU in het collegejaar 2010-2011 van start gegaan met het project De Duurzame Uithof, onder leiding van Wilko Planje, projectleider. Het project is mogelijk gemaakt door de Gemeente Utrecht. Er zijn vier werkgroepen ingericht, voor ieder thema één. Iedere werkgroep wordt begeleid door een docent. Studentenprojecten en toepassingsgericht onderzoek leidden zo tot bruikbare aanbevelingen voor onze partners. In dit boekje vertellen we u er meer over.
Zeventien dagen na de Olympische Spelen vonden in Rio de Janeiro de Paralympische Spelen plaats. Rio had met betrekking tot de Paralympische Spelen voor het bid een concept ontwikkeld rondom het thema 'Live your Passion'. Daarbij zouden de Paralympische Spelen gebruikt worden om economische, stedelijke en sociale ontwikkeling in Brazilië te stimuleren. Het plan maakte deel uit van de visie van de Braziliaanse regering om te investeren in sport als katalysator voor sociale integratie. De intentie was om de Paralympische Spelen te gebruiken om een meer inclusieve samenleving te creëren. Dit hoofdstuk beschrijft de Paralympische Spelen en de investeringen die daarmee gepaard gingen, de beleving van het publiek bij de Spelen die uiteindelijk tot ‘The People’s Games’ werden gedoopt en uitzonderlijke atletische prestaties tijdens ‘The Best Games ever’. Tot slot wordt de legacy, de nalatenschap, met betrekking tot het vergroten van de toegankelijkheid voor mensen met een beperking beschreven.
Lange tijd is de problematiek van prestatiedruk als een persoonlijk probleem van individuen beschouwd. Maar als klachten als stress, angst en burn-out onderweg zijn om beroepsziekte nummer één te worden, is dat niet langer gerechtvaardigd, stelt Robert van Putten. ‘Willen we de psychische prestatiedruk in de samenleving verlichten, dan moeten we onze bestuurscultuur veranderen.’
In de doelstellingen ten aanzien van CO2-reductie staat de verduurzaming van de energievoorziening centraal. Elektriciteit wordt daarbij gezien als de hoeksteen van de duurzame energievoorziening. Voor de opwekking van deze elektriciteit dient het aandeel uit variabele hernieuwbare bronnen sterk toe te nemen (zie bijvoorbeeld het recent afgesloten Energieakkoord tussen 40 nationale stakeholders, http://www.energieakkoordser.nl/energieakkoord.aspx). In grote lijnen zien we twee dominante ontwikkelingen: grootschalige windenergie (op land en op zee) en zonnepanelen, maar algemeen wordt onderkend dat de problematiek met betrekking tot de energietransitie dermate urgent is dat alle duurzame energiebronnen (dus ook die van kleine windturbines) moeten worden aangesproken. Kleine windturbines maken het mogelijk om windenergie te benutten voor de elektriciteitsopwekking op locaties waar dat met grote windturbines niet mogelijk is. Het gaat om locaties in gebouwde omgeving, industriegebieden en landelijke omgeving. De opgewekte elektriciteit wordt ter plekke verbruikt of terug geleverd in het net. In die zin zijn kleine windturbines vergelijkbaar met de zonnepanelen. Sterker nog, ze zijn heel wel aanvullend op zonnepanelen, omdat kleine windturbines elektrische energie opwekken wanneer zonnepanelen dat niet doen. Echter hebben kleine windturbines op dit moment geen eigen plek in de duurzame energieopwekking in Nederland, waardoor de Nederlandse industrie in deze sector nog kleinschalig is. De onderzoeksvraag luidt: Hoe kunnen we de prestaties van kleine windturbines substantieel verbeteren op het technische vlak en qua marktpositie, zodat kleine windturbines een bijdrage gaan leveren aan de duurzame-energiemix. In dit project wordt onderzocht hoe de bijdrage van kleine windturbines kan worden vergroot door te leren van: - enerzijds de technische ontwikkelingen van grote windturbines, en - anderzijds de marktontwikkeling van zonnepanelen. Daartoe is er samenwerkingsverband opgezet tussen: - mkb bedrijven: fabrikanten en importeurs van kleine windturbines en bedrijven die een toegevoegde waarde hebben voor de fabrikanten, zoals leveranciers van onderdelen en adviseurs - hogescholen: NHL Hogeschool en Hanze Hogeschool Groningen - branchevereniging Nederlandse Wind Energie Associatie (NWEA) - vereniging Noordenwind, een vereniging van particulieren die zich inzet voor de bevordering van duurzame energie in het algemeen en realisatie van burgerparticipatie in nieuwe projecten voor windenergie in het bijzonder. De inzichten op het gebied van marktontwikkeling en de productverbeteringen zijn noodzakelijke componenten voor het volwassen maken van de sector van kleine windturbines waarbij een volwassen industrie en markt weer een essentiële voorwaarde is voor een verdere ontwikkeling van de sector met meer en grotere partijen. Derhalve zal het project dienen als katalysator. Ook dient te worden opgemerkt dat de verbeterde producten ook de exportmogelijkheden van de Nederlandse industrie vergroten. Naast genoemde meerwaarde voor het bedrijfsleven beoogt dit project een verdere verankering van kennis en kunde in onderwijs en onderzoek van de hogescholen.