Dienst van SURF
© 2025 SURF
In het onderzoeksproject Kansrijk Poelenburg: Samenwerking tussen jeugdprofessionals en jonge rolmodellen in wijkgericht werken onderzochten onderzoekers van het lectoraat Jeugd en Samenleving samen met professionals en jongeren in de wijk Poelenburg (Zaanstad) hoe actieve, getalenteerde jongeren met een voorbeeldfunctie (rolmodellen) de drempel tot het professionele jeugdwerk (jongerenwerk en Jeugdteam) voor jongeren uit de wijk kunnen verlagen. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van het concept ‘keten van vertrouwen’ om erachter te komen wat de zwakke schakels zijn in het bereiken van jongeren uit de wijk. Dit zijn enerzijds een gebrek aan vertrouwen in het professionele jeugdwerk onder jongeren, anderzijds zien we dat het (medewerkers van) verschillende organisaties aan vertrouwen in elkaar ontbreekt. Jongeren die het moeilijkst worden bereikt hebben het meeste vertrouwen in ‘tussenpersonen’. Dit zijn specifieke jonge mensen uit de wijk waarvan jongeren weten dat ze dezelfde problemen hebben gekend als zij, en daar op een positieve manier mee om hebben leren gaan en nu hun leven op orde hebben. Tussenpersonen hebben geen specifiek talent en/of genieten niet altijd bekendheid binnen of buiten de wijk, maar vormen een inspiratie op basis van hun levenservaring en positieve houding. Daarnaast is het belangrijk dat tussenpersonen geen professionele rol vervullen en niet op zoek gaan naar oplossingen. Een tussenpersoon is een vriend, die luistert, zonder oordeel. Een tussenpersoon kan een jongerenwerker zijn, maar jongerenwerkers missen strategieën om deze rol te pakken en/of om andere jongeren in de wijk te ondersteunen in het pakken van deze rol.
De Stichting Jeugdteam Zaanstad en de Huisartsenzorg Zaanstreek Waterland hebben, in nauwe samenwerking met de gemeente Zaanstad, de handen ineen geslagen en gezamenlijk besloten POH’s Jeugd en Gezin in te zetten in de gemeente. Op 1 januari 2023 is een pilotfase gestart met zeven huisartsenpraktijken en vijf POH’s Jeugd en Gezin. Dit onderzoek evalueert het eerste half jaar van deze implementatie en heeft twee onderzoeksvragen: 1) Wat zijn de ervaringen van huisartsen, POH’s Jeugd en Gezin en cliënten met het werken met/als een POH Jeugd en Gezin in de gemeente Zaanstad? En 2) Hoe is de implementatie van de POH Jeugd en Gezin in de gemeente Zaanstad verlopen? Er zijn 22 participanten geïnterviewd (vijf POH’s Jeugd en Gezin, vijf huisartsen, drie cliënten, en negen partners betrokken bij de implementatie). Uit de interviews blijkt dat de POH Jeugd en Gezin ervaren wordt als passende en toegankelijke zorg. Huisartsen en POH’s vinden de samenwerking over het algemeen prettig, maar zijn ook nog zoekende op welke manier ze goed contact met elkaar kunnen houden, voor welke vragen en problemen huisartsen kunnen doorsturen naar de POH Jeugd en Gezin, en wat de grenzen zijn van wat een POH Jeugd en Gezin kan. De implementatie werd tot nu toe positief beoordeeld, al werd ook erkend dat het nog te vroeg was om goed te kunnen beoordelen. Succesfactoren waren onder andere: het projectleiderschap; de tijdsinvestering in het ophalen van behoeftes en creëren van draagvlak; de goede onderlinge samenwerking; en dat de POH Jeugd en Gezin goed aansluit bij de visies van partners, bewegingen in de samenlevingen en oplossingen biedt voor bestaande problemen. Een belangrijke belemmerende factor was dat huisartsen veel werkdruk ervaren, zelfstandige ondernemers zijn (en dus zelf mogen besluiten of ze een POH Jeugd en Gezin willen) en er een gebrek was aan korte communicatielijnen met de huisartsen. Daarnaast waren de kosten voor de spreekkamer niet voor alle huisartsen kostendekkend, was er niet voor alle POH’s een geschikte spreekkamer en wensten sommige huisartsen en POH’s een gedeelde ICT infrastructuur.
De manier waarop hulpverleners met jongeren omgaan, is een kernelement van de kwaliteit en effectiviteit van professionele hulp. Die zogenoemde bejegening wordt door jongeren niet altijd als positief ervaren. Hoe kan dit anders en beter? Contact met deze leeftijdsgroep vraagt een specifieke manier van benaderen omdat jongeren niet meer als kinderen aangesproken willen worden, maar ook nog niet als volwassenen. In de overgang naar volwassenheid verlangen jongeren naar zelfstandigheid en zelf zaken regelen, maar hebben ze ook een vangnet nodig voor als het mis gaat. Voor het Kennisportaal van NEJA is in samenspraak met het Jeugdplatform en het MBO-Jeugdteam in Amsterdam de volgende vraag geformuleerd: Wat kunnen professionals in de begeleiding van oudere jeugd (16-23 jaar) doen om de kans op een goed contact en een werkzame werkrelatie te bevorderen? In dit rapport geven we antwoord op deze vraag en wat er nodig is om goede bejegening een structureel onderdeel te maken van de alledaagse werkpraktijk van professionals. Het onderzoek is gefinancierd vanuit KeTJA.