Dienst van SURF
© 2025 SURF
In Nederland zijn er ruim 5800 buurtsportcoaches en combinatiefunctionarissen actief met als kerntaak het organiseren van een passend sport- en beweegaanbod in de buurt en het verbinden van actoren en sectoren (Pulles e.a., 2019). Hun werkomgeving wordt steeds complexer en om in te spelen op actuele maatschappelijke vraagstukken is intersectoraal samenwerken vereist (van Lindert e.a., 2017). Het thema beweegvriendelijke buurten is een intersectoraal thema wat steeds meer aandacht krijgt. De buurtsportcoach kan optreden als verbindende factor en zijn of haar actiegerichte aanpak en actieve rol in de buurt inzetten om te werken aan bewegen in de openbare ruimte. Dat vraagt echter ook specifieke competenties, bijvoorbeeld in het domein van fysieke omgeving. Op basis van een combinatie van deskresearch, ontwerpgericht onderzoek en participatief actieonderzoek wordt samen met onderzoekers, buurtsportcoaches en werkveldpartners een open en online leeromgeving voor buurtsportcoaches ontwikkeld.Abstract - Dag van het Sportonderzoek 2020 2De leeromgeving omvat kennisclips, instrumenten, stappenplannen en concrete voorbeelden die de buurtsportcoach op maat kunnen ondersteunen in het opnemen van een schakelfunctie om samen andere professionals en inwoners een beweegvriendelijke omgeving te realiseren. Kenmerkend voor dit project is het participatief actieonderzoek (Koshy e.a., 2011) en het iteratieve ontwerpgericht proces (Andriessen, 2011). Door verschillende consortiumpartners wordt samen met buurtsportcoaches en hun werkgevers de open en online leeromgeving ingericht en getest. Hierin wordt gewerkt vanuit zes competentiegebieden en een doorontwikkeld stappenplan om te komen tot een beweegvriendelijke omgeving. Een grootschalige behoeftepeiling onder buurtsportcoaches (N=603), een beleidsscreening onder 20 gemeenten en verdiepende interviews met beleidsmedewerkers uit het sociale en fysieke domein leverden input voor de ontwikkeling van de online leeromgeving.Resultaten / ResultsUit de resultaten blijkt dat ongeveer een derde van de buurtsportcoaches niet goed bekend is met aanpakken of interventies om een beweegvriendelijke omgeving tot stand te brengen. Beleid en werkprocessen voor het fysieke en sociale domein zijn bovendien (nog) niet vaak op elkaar afgestemd, en buurtsportcoaches zijn vaak nog niet bekend bij beleidsmedewerkers in het fysieke domein.Voor het ontwikkelen van het domein fysieke omgeving voor de online leeromgeving, werd een team gevormd van onderzoekers, adviseurs met kennis en praktijkervaring van en in het fysieke domein en buurtsportcoaches. Op basis van empirisch onderzoek is bekeken welke kennis en instrumenten nodig, beschikbaar en relevant zijn om op te nemen in de leeromgeving. Om iteratief te kunnen werken en testen is direct een prototype van de online leeromgeving gemaakt waarin de instrumenten door buurtsportcoaches in het werkveld zijn getest. Op basis van hun reviews is de leeromgeving weer aangepast. Eenzelfde werkwijze wordt gevolgd voor de vier andere competentiedomeinen. Wanneer alle instrumenten afzonderlijk getest zijn zal ook de leeromgeving als geheel worden getest en bijgesteld. In dit project is letterlijk iedereen al bij de ontwikkeling aan zet! De online leeromgeving zal vanaf juli 2021 voor iedereen beschikbaar en bruikbaar zijn. In de testfase, voorafgaand aan de lancering, zullen buurtsportcoaches, cursisten van de leerlijn BIOR en Sportkunde studenten gebruik maken van deze leeromgeving als leermiddel.
Om tegemoet te komen aan de eisen die gesteld worden aan werknemers in de huidig snel veranderende samenleving heeft de NHL Stenden Hogeschool gekozen voor een nieuw onderwijsconcept, namelijk Design Based Education (DBE). DBE is gebaseerd op het gedachtegoed van Design Thinking en stimuleert iteratieve en creatieve denkprocessen. DBE is een student-georiënteerde leeromgeving, gebaseerd op praktijk-, dialoog-, en vraaggestuurde onderwijsprincipes en op zelfsturend, constructief, contextueel en samenwerkend leren. Studenten construeren gezamenlijk kennis en ontwikkelen een prototype voor een praktijkvraagstuk. Student-georiënteerde leeromgevingen vragen andere begeleidingsstrategieën van docenten dan zij gewend zijn. Van docenten wordt verwacht dat zij studenten activeren gezamenlijk kennis te construeren en dat zij nauw samenwerken met werkveldprofessionals. Eerder onderzoek toont aan dat docenten, zelfs in een student-georiënteerde leeromgeving, geneigd zijn terug te vallen op conventionele strategieën. De overstap naar een ander onderwijsconcept gaat dus blijkbaar niet vanzelf. Collectief leren stimuleert docenten de dialoog aan te gaan met andere docenten en werkveldprofessionals met als doel gezamenlijk te experimenteren en collectief te handelen. De centrale vraag van het postdoc-onderzoek is het ontwerpen en ontwikkelen van (karakteristieken van) interventies die collectief leren van docenten en werkveldprofessionals stimuleren. Het doel van het postdoconderzoek is om de overstap naar DBE zo probleemloos mogelijk te laten verlopen door docenten te ondersteunen DBE leeromgevingen te ontwikkelen in samenwerking met werkveldprofessionals en DBE te integreren in hun docentactiviteiten. De onderzoeksmethode is Educational Design Research en bestaat uit vier fasen: preliminair onderzoek, ontwikkelen van prototypes, evaluatie en bijdrage aan de praktijk. Het onderzoek is verbonden aan het lectoraat Sustainable Educational Concepts in Higher Education en wordt hiërarchisch en inhoudelijk aangestuurd door de lector. Docenten, experts, werkveldprofessionals en studenten worden betrokken bij het onderzoek. Dit onderzoek kan zowel binnen als buiten de hogeschool een bijdrage leveren omdat steeds meer hogescholen kiezen voor een ander onderwijsconcept.
Ambtenaren van plattelandsgemeenten ervaren gebrek aan capaciteit en competenties om beleidsmaatregelen te formuleren voor de transitie naar duurzame mobiliteit dat tegelijk het platteland leefbaar en bereikbaar houdt. Informatiebronnen zijn vaak algemeen, gefragmenteerd, onoverzichtelijk, niet goed vindbaar of net niet relevant. Ook ontbreekt veelal de specialistische kennis om communicatie met en participatie door inwoners op te zetten om gedragsverandering te stimuleren. Hierdoor lukt het deze groep ambtenaren niet goed om gepast beleid te formuleren. De ervaringen en behoeften van het werkveld vormen de uitgangspunten van dit project. Het project beoogt de ontwikkeling van een Beleidskeuze Support System (BKSS), bestaande uit een aantal samenhangende toepassingen, passend bij de doelen van deze professionals. Dit BKSS zal capaciteitsbesparing leveren, door veel uitzoek- en ontwerpwerk te automatiseren, ten dienste van geselecteerde thema’s, deelmobiliteit en modal shift van de auto naar de fiets. Enerzijds levert het BKSS inzichten door het organiseren en combineren van bestaande en nieuwe gegevensbronnen. Anderzijds vormen deze inzichten de basis voor het ontwerp van communicatie en participatie met inwoners. Op deze wijze wordt duurzame gedragsverandering bewerkstelligd. In het voorgestelde project zal, met veelvuldige betrokkenheid van het werkveld in alle fasen van het project, op participatieve en iteratieve wijze gewerkt worden aan de inhoudelijke en vormtechnische creatie van het BKSS, waarbij de stappen van de innovatiecyclus gevolgd worden. Input vanuit het werkveld stuurt daarmee continu het proces en wordt aansluiting bij de doelgroep geborgd. Met een breed palet aan partners willen wij deze uitdaging samen met plattelandsgemeenten, een OV-organisatie, een onderzoeksbureau en een bedrijf gespecialiseerd in digitale, interactieve toepassingen oppakken met lectoren en onderzoekers gespecialiseerd in ICT, gedrag, communicatie, innovatieve participatie en mobiliteit. We willen voorzien in de professionele behoefte van ambtenaren en bijdragen aan de kennis over engagementprocessen, digitalisering, communicatie, participatie én deze inbedden in het hbo-onderwijs.
In een tijd waarin het vertrouwen van de samenleving in de rechtsstaat afneemt, is het meer dan ooit van belang dat de rechtspraak haar maatschappelijke relevantie vergroot door inclusief, toegankelijk en begrijpelijk te zijn voor iedereen. Zeker nu belangrijke vonnissen steeds vaker hun weg naar het nieuws vinden (denk aan de toeslagenaffaire, de avondklok en strafrechtprocessen rond criminelen als Taghi). Begrijpelijke vonnissen kunnen immers bijdragen aan het verhogen van bewustzijn onder burgers van norm-afwijkend gedrag en mogelijk een preventieve werking hebben. Het begrijpelijk en daarmee toegankelijk maken van de rechtspraak concentreert zich tot nu toe op onderzoek naar de tekstuele kenmerken van vonnissen. Om een antwoord te kunnen bieden op problemen rond de toegang tot recht, is echter een multidisciplinaire en innovatieve (mensgerichte) aanpak nodig die verder kijkt dan naar alleen tekstuele kenmerken. Legal design houdt zich bezig met het waarborgen van de toegang tot recht vanuit het perspectief van burgers en hun rechtsbehoeften. Daarom moet – naast begrijpelijke taal – ook naar de visuele communicatie binnen een vonnis worden gekeken. Visualisaties leiden immers tot een sneller en beter begrip van complexe informatie en kunnen daarom de begrijpelijkheid van een vonnis vergroten. Met dit exploratieve en iteratieve onderzoek wordt middels creatieve sessies en usability testing toegewerkt naar een prototype van een louter tekstueel vonnis (in begrijpelijke taal) en een prototype waarbij ook een visuele vormgeving is aangebracht. Van deze beide prototypes wordt de begrijpelijkheid kwantitatief gemeten door deze bij deelnemers van verschillende opleidingsniveaus te testen op tekstbegrip en responstijd. Zo kan worden vastgesteld of de visuele vormgeving van een vonnis voor de verschillende groepen deelnemers een significante meerwaarde heeft als het gaat om de begrijpelijkheid ervan, ten opzichte van een vonnis in alleen maar begrijpelijke taal.