Dienst van SURF
© 2025 SURF
In dit artikel worden drie modellen besproken waarbinnen het concept kritisch denken geplaatst kan worden. De modellen van Benner (intuitie) en Hammond en Eraut (rationele raamwerken)komen aan bod. Het biedt opleidingen een raamwerk om kritisch denken binnen de opleiding te positioneren. De modellen zijn complementair aan elkaar.
Het welbevinden van de Nederlandse jeugd staat onder druk. Jeugdprofessionals die dagelijks werken aan vorming, begeleiding, preventie en behandeling van jonge mensen, zien zich daarin geconfronteerd met de nodige uitdagingen. Aangezien kennis en protocollen ontoereikend zijn in het komen tot adequaat handelen, is het van belang te exploreren wat ‘praktische wijsheid’ van individuele professionals hierin kan betekenen. Data uit acht open interviews, met inzet van de rich pictures methode, zijn geanalyseerd om te onderzoeken wat praktische wijsheid in het jeugddomein behelst. Dit toonde aan dat professionals komen tot het juiste handelen in knellende situaties door het eigen morele kompas als belangrijke richting gever te gebruiken. Het handelingsrepertoire is rijk en loopt uiteen van het volgen van intuïtie en wendbaarheid tot het gebruikmaken van kennis en zelfkennis. Het is van belang dat organisaties ruimte maken voor wat professionals al doen hieromtrent, maar ook dat (gezamenlijke) reflectie wordt gefaciliteerd. Elementen uit onze onderzoeksmethode lijken hierbij behulpzaam te kunnen zijn.
Bedrijven in de maakindustrie staan voor de grote uitdaging om vakkennis structureel te borgen en zo de concurrentiepositie te behouden. Vakkennis vloeit weg doordat vakmensen met pensioen gaan en de kennis die zij hebben opgebouwd moeilijk aan deze nieuwe medewerkers overdraagbaar is. Huidige vormen van een-op-een instructieleren zijn erg tijdsintensief en steeds minder haalbaar doordat er minder experts beschikbaar zijn. Werkinstructies vangen de nodige vakkennis onvoldoende en de vorm sluit niet goed aan bij de leerstijlen en behoeften van de nieuwe instroom. Augmented reality (AR) en bijpassende methodieken bieden een alternatief dat laagdrempelige manieren van vakkennis vangen (capture) en delen (transfer) mogelijk maakt. Het vangen wordt ondersteund door verschillende sensoren en algoritmes om acties te monitoren. Het terugkoppelen van informatie kan in een intuïtievere, gepersonaliseerde vorm op de juiste plek, moment en in de juiste context. Maakbedrijven zien de potentie van deze technologie voor het oplossen van hun probleem van kennisborging en training van de brede nieuwe instroom, maar missen de handvatten om dit goed op te pakken en in te zetten. Door de vele onzekerheden durven bedrijven de nodige investering niet aan te gaan. Negen bedrijven, twee lectoraten, netwerkpartners uit de XR & smart industry en een universitaire vakgroep bundelen in deze aanvraag hun krachten om te komen tot handvatten en richtlijnen om AR effectief in te kunnen zetten voor het vangen en aanbieden van vakkennis. Hiervoor worden praktische oplossingen ontwikkeld, geëvalueerd, en algemene lessen uit geabstraheerd. De geleerde lessen, ontwikkelde methodiek en demonstrator opstellingen worden algemeen beschikbaar gesteld voor de maakindustrie die deze technologie willen gebruiken voor behoud van kennis en optimale inzet van nieuwe werknemers, en bedrijven die dit soort technologische oplossingen ontwikkelen.
Een bottom-up-initiatief is een project dat niet vanuit de overheid of instellingen (top) wordt gestart maar vanuit burgers of eindgebruikers (bottom). We kijken in dit onderzoek naar theorieën die de bottom-up-aanpak ondersteunen. Ook doen we aanbevelingen om bottom-up initiatieven beter en sneller te laten verlopen.Doel Het doel van dit onderzoek is om nieuwe theoretische inzichten en strategieën te ontwikkelen voor stedelijke gebiedsontwikkeling. Hierbij is een sterke focus op de bottom-up aanpak. Dit houdt in dat er gekeken wordt naar initiatieven en ideeën van gebruikers of burgers (bottom) in plaats van de plannen van de overheid of instellingen (top). De bottom-up aanpak heeft veel toegevoegde waarde, maar initiatiefnemers ervaren nog veel belemmeringen. Dit onderzoek wil bijdragen aan het verminderen van die belemmeringen. Resultaten Dit onderzoek loopt. Na afloop vind je hier een samenvatting van de resultaten. Looptijd 01 september 2017 - 01 september 2021 Aanpak Achter bottom-up processen in gebiedsontwikkeling zit nu vaak weinig theorie. Het zijn intuïtieve, trial-and-error processen. Eindgebruikers en burgers werken samen met professionele partijen maar dit is nu nog niet echt gestroomlijnd. Daarom kijken we hoe partijen samenwerken en waar verbeteringen mogelijk zijn. Deze kennis gebruiken we om een theoretische en wetenschappelijke basis voor bottom-up gebiedsontwikkeling te leggen. Hierin komt naar voren welke factoren gaan bepalen of een project succesvol zal zijn. Met deze inzichten kunnen bijvoorbeeld nieuwe strategieën ontwikkeld worden, die een combinatie kunnen zijn tussen een bottom-up en een top-down aanpak.
Een bottom-up-initiatief is een project dat niet vanuit de overheid of instellingen (top) wordt gestart maar vanuit burgers of eindgebruikers (bottom). We kijken in dit onderzoek naar theorieën die de bottom-up-aanpak ondersteunen. Ook doen we aanbevelingen om bottom-up initiatieven beter en sneller te laten verlopen.Doel Het doel van dit onderzoek is om nieuwe theoretische inzichten en strategieën te ontwikkelen voor stedelijke gebiedsontwikkeling. Hierbij is een sterke focus op de bottom-up aanpak. Dit houdt in dat er gekeken wordt naar initiatieven en ideeën van gebruikers of burgers (bottom) in plaats van de plannen van de overheid of instellingen (top). De bottom-up aanpak heeft veel toegevoegde waarde, maar initiatiefnemers ervaren nog veel belemmeringen. Dit onderzoek wil bijdragen aan het verminderen van die belemmeringen. Resultaten Dit onderzoek loopt. Na afloop vind je hier een samenvatting van de resultaten. Looptijd 01 september 2017 - 01 september 2021 Aanpak Achter bottom-up processen in gebiedsontwikkeling zit nu vaak weinig theorie. Het zijn intuïtieve, trial-and-error processen. Eindgebruikers en burgers werken samen met professionele partijen maar dit is nu nog niet echt gestroomlijnd. Daarom kijken we hoe partijen samenwerken en waar verbeteringen mogelijk zijn. Deze kennis gebruiken we om een theoretische en wetenschappelijke basis voor bottom-up gebiedsontwikkeling te leggen. Hierin komt naar voren welke factoren gaan bepalen of een project succesvol zal zijn. Met deze inzichten kunnen bijvoorbeeld nieuwe strategieën ontwikkeld worden, die een combinatie kunnen zijn tussen een bottom-up en een top-down aanpak.