Dienst van SURF
© 2025 SURF
Internet on the Outstation provides a new take on the digital divide. Why do whole communities choose to go without the internet when the infrastructure for access is in place? Through an in-depth exploration of the digital practices occurring in Aboriginal households in remote central Australia, the authors address both the dynamics of internet adoption and the benefits that flow from its use. The book challenges us to think beyond the standard explanations for the digital divide, arguing that digital exclusion is not just another symptom of social exclusion. At its heart, Internet on the Outstation is a compelling examination of equality and difference in the digital age, asking: Can internet access help resolve the disadvantages associated with remote living?Internet on the Outstation is the result of a multi-year research collaboration, which included a trial of internet infrastructure, training and maintenance in three small Aboriginal communities (known as outstations). During the research phase, Ellie Rennie, Eleanor Hogan and Julian Thomas were based at the Swinburne Institute for Social Research in Melbourne. Robin Gregory and Andrew Crouch worked at the Centre for Appropriate Technology, an Indigenous-owned research and training organization in Alice Springs. Alyson Wright worked for the Central Land Council, the representative body for traditional owners of the central Australia region.
MULTIFILE
1e alinea column: Natuurlijk is de term digitale well being onzin. Het kan goed met je gaan op of via het internet maar well being blijft toch een analoge ervaring. Aan de andere kant, internet grijpt wel aan op well being. Daar kun je natuurlijk wel naar kijken en de vraag kun je natuurlijk wel stellen.
LINK
Dienstverleners die diensten aanbieden op internet kunnen te maken krijgen met het gedrag van hun klanten. Internet is een digitale openbare ruimte, waar mensen met hun uitingen of handelen anderen kunnen beschadigen. We denken dan aan uitingen die door derden als beledigend of als laster worden ervaren, of het aanbieden van inhoud die intellectuele eigendomsrechten schendt. De derde wiens belang wordt geschonden, zal willen weten wie de persoon is die dit heeft gedaan en zal dan een beroep doen op de internetdienstverlener om persoonsgegevens van de anonieme eigenaar van de informatie te achterhalen, de NAW (naam, adres, woonplaats) gegevens. De dienstverlener heeft er een zeker belang bij dat zijn klanten (de inhoudsaanbieders) geen onrechtmatige dingen doen via de diensten die hij aanbiedt, maar is niet zelf direct in zijn belang geschaad. Wat moet die dienstverlener dan met een verzoek om hulp bij de aanpak van de inhoudsaanbieder die de rechten van een derde partij schendt?
Door producten en diensten inclusief te ontwerpen kunnen ontwerpers een belangrijke bijdrage leveren aan een inclusievere samenleving, waarin iedereen op eigen wijze kan participeren. In AID gaan negen mkb-ontwerpbureaus Afdeling Buitengewone Zaken (A/BZ), theRevolution, Design Innovation Group, Greenberry, Ideate, Keen Public, Muzus, Netrex Internet Solutions (Leer Zelf Online) en Vrienden van verandering) die rijke maar uiteenlopende ervaring hebben met inclusief ontwerpen op zoek naar antwoorden op de vraag hoe hun vermogen voor inclusief ontwerpen kan worden versterkt. Ze doen dit middels actie-onderzoek in hun eigen beroepspraktijk en door hun ervaringen te delen met onderzoekers, docenten en co-ontwerpers in een ‘learning community’.
De digitale transitie van mkb’s, met name in de maakindustrie, is goed onderweg, maar verre van afgerond. Er is een grote vraag naar het invoeren van het (Industrial) Internet of Things om procesdata van productiesystemen te bemachtigen en deze vervolgens te analyseren. Deze analysestap heeft een verdere interesseboost gekregen door de mogelijkheden van artificiële intelligentie (AI), waarmee data-analyses naar een complexer niveau getild kunnen worden. In het RAAK-mkb-project Data in Smart Industry staat deze vraag naar de mogelijkheden van IoT en AI centraal: welke data moeten en kunnen we verzamelen en vervolgens op welke manier analyseren? Met bedrijfspartners uit de maakindustrie zijn verschillende casussen IoT-technologie en machine learning (een subdomein van AI) ingezet in pilot studies. Ter afsluiting van het project wordt, in samenwerking met de brancheorganisatie FME en het smartindustryplatform Boost, en vanuit het RAAK-mkb-project Focus op Vision, een aantal trainingssessies georganiseerd rondom AI. Hierbij wordt het bedrijfsleven onderwezen in het toepassen van AI-technologie vanuit een procesmatig en technisch perspectief, waarbij lering wordt getrokken uit de casussen van het Data in Smart Industry-project. De Top-up-subsidie dient het doel om de geleerde lessen uit het RAAK-mkb-project verder te laten landen in de regio Oost-Nederland. Instrumentaal hierin is TValley, een fieldlab gericht op de ontwikkeling van mechatronische systemen zoals industriële robotica. Met de Top-up-subsidie kan TValley uitgebreid worden met een pijler omtrent IoT en AI, vakgebieden die deels overlap hebben met het huidige domein van het fieldlab. Hiervoor worden de ontwikkelde leermaterialen ingezet en doorontwikkeld om kennis te verspreiden en nieuwe bedrijfscasussen op te starten rondom de thema’s IoT en AI binnen TValley.
100 woorden Ava is een medisch home device die je gebruikt in combinatie met een app op je telefoon vóórdat je naar de huisarts gaat. Ava spreekt, maakt gebruik van Big Data en het internet en zal in staat zijn om onze hartslag, pupilreflex, huidintensiteit en zuurstofgehalte in onze longen te meten. Door elke dag een gezondheidscheck te doen met Ava, hou je meer grip op je gezondheid en wordt de gezondheidszorg efficiënter. De kans op een misdiagnose wordt minimaal en ziekte kan voorkomen worden. De metingen en informatie wordt toegankelijk gemaakt en je blijft zelf beheerder van je eigen medische data.