Dienst van SURF
© 2025 SURF
Vanuit identiteitstheorieën richt dit onderzoek zich op de identiteitsontwikkeling van jongeren en het maken van keuzes, in het bijzonder de studiekeuze.
MULTIFILE
The general problem addressed by this dissertation is the low academic success of students—measured in terms of study progress, dropout, and perceived competence (Braxton et al., 2000; Eccles & Wigfield, 2002; Entwistle & Peterson, 2004; Terenzini & Pascarella, 2005; Tinto, 1993)—in universities of applied sciences in the Netherlands. Study progress refers to the number of credits attained by students at the end of their first year, after the deadline for exams, re-sits, and assignments. Dropout occurs when a student does not continue the same programme in a following year. On a programme level, dropout is the percentage of students in a cohort that leaves during or at the end of the first year and does not continue in the following year (cf. Berger & Lyon, 2005; NVAO, 2012). Students who switch within or between institutions are not regarded dropouts on the institutional or system level, but current designs of accreditation programmes only account for dropouts and study progress on the programme level.
In dit artikel combineren we concepten uit Tinto’s interactionele theorie over de oorzaken van studie-uitval en Becher’s theorie over wetenschapsgebieden ter verklaring van studievoortgang van eerstejaarsstudenten in het hoger beroepsonderwijs. De data zijn verzameld via een online-vragenlijst, afgenomen bij ruim 8.000 eerstejaarsstudenten van vijf ho- gescholen (respons 30%). Eerst is voor een selectie van de totale responsgroep (N = 1.876) een lineair structureel model getoetst waarin voorbereiding, ervaringen en studiegedrag in het eerste jaar studievoortgang verklaren. Vervolgens zijn modellen voor de sectoren Economie (N = 920), Techniek (N = 313), Gezondheidszorg (N = 284), en Gedrag & Maatschappij (N = 359) ontwikkeld en vergeleken. De ‘intentie om te blijven’, gemeten na drie maanden in het eerste jaar, blijkt in alle sectoren de belangrijkste voorspeller van studievoortgang. Goede voorbereiding op actief leren en academische kennis en vaardigheden in de vooropleiding beïnvloeden tevredenheid over aansluiting en studievoortgang. De factoren geslacht, vooropleiding, voorbereiding op actief leren in de vooropleiding, contacturen en zelfstudie laten per sector belangrijke verschillen zien in effecten op eerstejaarservaringen en studievoortgang. De resultaten impliceren dat een generieke benadering voor het verklaren van studievoortgang, rendementsanalyses, kwaliteitszorg en verbetering van de aansluiting onvoldoende is. Meer aandacht is gewenst voor verschillen tussen sectoren.