Dienst van SURF
© 2025 SURF
Universities have the potential, and the responsibility, to take on more ecological and relational approaches to facilitating learning-based change in times of interconnected socioecological crises. Signs for a transition towards these more regenerative approaches of higher education (RHE) that include more place-based, ecological, and relational, ways of educating can already be found in niches across Europe (see for example the proliferation of education-based living labs, field labs, challenge labs). In this paper, the results of a podcast-based inquiry into the design practises and barriers to enacting such forms of RHE are shown. This study revealed seven educational practises that occurred across the innovation niches. It is important to note that these practises are enacted in different ways, or are locally nested in unique expressions; for example, while the ‘practise’ of cultivating personal transformations was represented across the included cases, the way these transformations were cultivated were unique expressions of each context. These RHE-design practises are derived from twenty-seven narrative-based podcasts as interviews recorded in the April through June 2021 period. The resulting podcast (The Regenerative Education Podcast) was published on all major streaming platforms in October 2021 and included 21 participants active in Dutch universities, 1 in Sweden, 1 in Germany, 1 in France, and 3 primarily online. Each episode engages with a leading practitioner, professor, teacher, and/or activist that is trying to connect their educational practice to making the world a more equitable, sustainable, and regenerative place. The episodes ranged from 30 to 70 min in total length and included both English (14) and Dutch (12) interviews. These episodes were analysed through transition mapping a method based on story analysis and transition design. The results include seven design practises such as cultivating personal transformations, nurturing ecosystems of support, and tackling relevant and urgent transition challenges, as well as a preliminary design tool that educational teams can use together with students and local agents in (re)designing their own RHE to connect their educational praxis with transition challenges. van den Berg B, Poldner K, Sjoer E, Wals A. Practises, Drivers and Barriers of an Emerging Regenerative Higher Education in The Netherlands—A Podcast-Based Inquiry. Sustainability. 2022; 14(15):9138. https://doi.org/10.3390/su14159138
Het doen van onderzoek in de eigen schoolpraktijk neemt in de opleiding en professionalisering van leraren voortgezet onderwijs in Limburg een belangrijke plaats in. Op maandag 26 november jongstleden keek de Academische Opleidingsschool Limburg (AOSL) over de grenzen en liet zich inspireren door prof. dr. Nancy Fichtman-Dana van de University of Florida (UF), een internationaal expert op het gebied van 'Teacher Inquiry'. In dit artikel een korte terugblik met initiatiefnemer dr. Frank Crasborn, AOSL-projectleider en associate lector van de FLOS, over de achtergrond en opbrengsten van een geslaagde inspiratiedag in Sittard.
Background: Survivors of lymphoma experience multiple challenges after treatment. However, a lack of knowledge of in-depth experiences of lymphoma survivors in early aftercare persists. Objective: To gain an in-depth understanding of the experiences of lymphoma survivors in early aftercare who have received an aftercare consultation based on evidence-based guideline recommendations, with an advanced practice nurse. Methods: This study used a narrative design. We recruited lymphoma survivors after a best-practice aftercare consultationwith an advanced practice nurse. A total of 22 lymphoma survivors and 9 partners participated. Data were collected through narrative interviews and analyzed according to thematic narrative analysis. Results: Six themes emerged: living and dealing with health consequences, coping with work and financial challenges, having a positive outlook and dealing with uncertainty, deriving strength from and experiencing tensions in relationships, getting through tough times in life, and receiving support from healthcare professionals. Conclusions: The stories of lymphoma survivors in early aftercare revealed their experiences of how they coped with a range of challenges in their personal lives. Choosing an aftercare trajectory based on an aftercare consultation that encourages patients to think about their issues, goals, and possible aftercare options may be useful for their transition from treatment to survivorship. Implications for practice: Survivors’ social support and self-management capabilities are important aspects to be addressed in cancer care. An aftercare consultation involving shared goal setting and care planning may help nurses provide personalized aftercare.
The Dutch main water systems face pressing environmental, economic and societal challenges due to climatic changes and increased human pressure. There is a growing awareness that nature-based solutions (NBS) provide cost-effective solutions that simultaneously provide environmental, social and economic benefits and help building resilience. In spite of being carefully designed and tested, many projects tend to fail along the way or never get implemented in the first place, wasting resources and undermining trust and confidence of practitioners in NBS. Why do so many projects lose momentum even after a proof of concept is delivered? Usually, failure can be attributed to a combination of eroding political will, societal opposition and economic uncertainties. While ecological and geological processes are often well understood, there is almost no understanding around societal and economic processes related to NBS. Therefore, there is an urgent need to carefully evaluate the societal, economic, and ecological impacts and to identify design principles fostering societal support and economic viability of NBS. We address these critical knowledge gaps in this research proposal, using the largest river restoration project of the Netherlands, the Border Meuse (Grensmaas), as a Living Lab. With a transdisciplinary consortium, stakeholders have a key role a recipient and provider of information, where the broader public is involved through citizen science. Our research is scientifically innovative by using mixed methods, combining novel qualitative methods (e.g. continuous participatory narrative inquiry) and quantitative methods (e.g. economic choice experiments to elicit tradeoffs and risk preferences, agent-based modeling). The ultimate aim is to create an integral learning environment (workbench) as a decision support tool for NBS. The workbench gathers data, prepares and verifies data sets, to help stakeholders (companies, government agencies, NGOs) to quantify impacts and visualize tradeoffs of decisions regarding NBS.
Zorg voor mensen met autisme is vaak zeer complex. De begeleiding en behandeling van een aanzienlijk deel van deze mensen verloopt over verschillende echelons en maakt levensloopbenadering binnen netwerkzorg noodzakelijk. Nog te vaak is er sprake van stagnatie van behandeling en begeleiding, omdat er te weinig aansluiting werd gevonden bij de actuele leefwereld van de persoon met autisme. De hoogspecialistische zorg wordt hier veelvuldig mee geconfronteerd. Vooral bij de hbo-professionals in de hoogspecialistische zorg (sociotherapeuten, maatschappelijk werkers, verpleegkundigen) is er daarom een grote behoefte aan een wetenschappelijk onderbouwde werkwijze om vanuit de belevingswereld van de persoon met autisme te kunnen werken. Een dergelijke werkwijze zou de handelingsbekwaamheid beduidend vergroten door o.a. het niet-normatief bespreken van moeilijkheden bij het functioneren in de maatschappij en het samen zoeken naar oplossingen en toekomstperspectief. De persoon met autisme zal door beter begrip van zijn belevingswereld bovendien meer gemotiveerd zijn voor het volgen van de behandel- en trainingsprogramma’s, en daarmee het behandelresultaat verbeteren. Vanuit hun expertise is het juist aan hoogspecialistische centra om deze werkwijze te ontwikkelen, in samenspraak met hun netwerkpartners. Met de methodieken Appreciative Inquiry en Realistische Impact Evaluatie ontwikkelt het lectoraat Volwaardig Leven met Autisme samen met drie hoogspecialistische instellingen voor autisme (Leo Kannerhuis, Dimence, Karakter) en hun zorgnetwerken een werkwijze die is gebaseerd op de Enactive Mind (EM) theorie. De kern van het huidige project is gebaseerd op een alternatieve benadering van autisme, een benadering die de problematiek niet binnen de persoon met autisme legt maar tussen de persoon met autisme en zijn omgeving. Het beschouwt autisme als een interactiefenomeen. Centraal in het onderzoek staat de vraag welke procedures, methodieken en instrumenten de hbo-professionals daarbij kunnen ondersteunen, zodat de persoon met autisme na de behandeling beter functioneert in een voor hem betekenisvol en beter afgestemd (zorg)netwerk.
Eén van de centrale producten die het project ‘ICT en Domotica bij Transitieplanning voor mensen met autisme’ heeft opgeleverd is een transitieplan voor het begeleiden van jongeren met autisme naar meer zelfstandigheid op de domeinen wonen, leren en werken (van de Wijdeven, 2013; zie: http://www.han.nl/onderzoek/werkveld/onderwerpen/zelfredzamer-door-ict). Het transitieplan diende als basis voor de inzet van de ICT-middelen. De kernvisie was dat men ICT-middelen niet per betrokken organisatie moet inzetten, maar dat de ICT-middelen ondersteunend moeten zijn voor het persoonlijk plan van de jongeren met autisme. Vanuit deze visie is een methodiek ingezet waarmee de jongere met zijn/haar sociale netwerk tot een plan komt dat leidend zou moeten zijn voor de behandel- en ondersteuningsplannen van de betrokken organisaties: Person Driven Planning (PDP). Als uitvloeisel van dit plan is een aansluitende pilot uitgevoerd waarin de visie en methodiek van PDP succesvol is toegepast bij de doorstroom van jongeren van het behandelcentrum Dr. Leo Kannerhuis (LKH) naar het RIBW Arnhem en Veluwe Vallei. In een HAN-lectoraatonderzoek onder medewerkers die met deze nieuwe werkwijze aan de slag gingen kwamen een aantal aanbevelingen naar voren die de PDP-toepassing aanzienlijk zouden verbeteren. Een belangrijk knelpunt was dat medewerkers een aanspreekpunt miste voor de toepassing van de methodiek. Hierover volgde in het eindrapport van de pilot het volgende advies: Kennis en ervaring bundelen en concentreren in een Expertteam van “naturals en learners” uit de betrokken organisaties, met praktische en inhoudelijke ondersteuning van docenten, studenten en onderzoekers van de HAN binnen het concept van de Leerwerkplaats. Het Expertteam dient als vraagbaak en aanspreekpunt voor de medewerkers van LKH en RIBW. Het Expertteam monitort de ondersteunende instrumenten (GAS, ORS & SRS, Quli), ondersteunt medewerkers in het gebruik en ontwikkelt waar nodig. Het Expertteam heeft een trekkersrol vanuit eenzelfde visie op netwerkzorg, toegepast door alle medewerkers van beide organisaties. Het lectoraat Levensloopbegeleiding bij Autisme is betrokken, niet alleen vanuit onderwijsoogpunt, maar ook m.b.t. onderzoek en innovatie. Tevens wordt aanbevolen om de werkwijze uit te breiden naar 1) andere afdelingen binnen de jongerenlijn van het LKH, en 2) andere uitstroompartners van het LKH (zoals Siza, Plurijn, Zorgburo de Liemers, Woonzorgnet, School de Brouwerij, Kristallis school, gemeenten). Voordat dit mogelijk is moet het Expertteam daadwerkelijk worden geformeerd met medewerkers uit de organisaties en docenten, studenten en onderzoekers van de HAN. Er moet tot een gezamenlijke werkwijze van het Expertteam worden gekomen die wordt beschreven in een handleiding, die vervolgens kan worden toegepast bij toetreding van nieuwe netwerkpartners, of in contexten waarin ook met de PDP-methodiek in een zorgnetwerk wordt gewerkt (ook met andere doelgroepen).