Dienst van SURF
© 2025 SURF
Introduction: The number of complex healthcare problems is increasing, the workforce is diminishing, and healthcare costs are rising. Interprofessional Education and Collaborative Practice is a promising solution, necessitating the cultivation of skills and competencies among health and social care professionals. The central question guiding this study revolves around the possibility of merging interprofessional collaboration, lifelong learning, the International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF), and the Rehabilitation Competency Framework (RCF) into a unified competency framework that can be used in both education and in the work field. Method: In total, five modified Delphi rounds were executed during three phases specifically comprising the design, relevance, and report stages. The first contains a literature search, the second includes 11 pilots with surveys, and the last finalized the INPRO Competency Framework (INPRO CF). Results: The primary result is the INPRO CF that is readable, accurate, applicable, and accepted. It contains five domains, 17 competencies, and 200 learning outcomes or behaviors. It exists in four languages (Dutch, Finnish, English, German). Discussion: The INPRO CF is a relevant interprofessional competency framework designed to alleviate deficiencies between education and practice so it is suitable for a lifelong learning process. It demonstrates adaptability across various contexts. Implications for Practice The INPRO Competency Framework provides a structured overview of the learning journey in becoming an experienced interprofessional collaborator and is applicable in both practice and educational settings. The INPRO Competency Framework provides a comprehensive understanding of goals that an individual in a team can work on and structures those that it would like to achieve. The INPRO Competency Framework has the potential to positively impact person centered care by promoting collaboration among health and social care professionals. It simultaneously can contributes to transforming education by shaping curricula and preparing students for interprofessional teamwork in their future careers.
De interesse in licht is de afgelopen jaren enorm toegenomen. In het bijzonder betreft dit de invloed van licht op onze gezondheid, prestatie en andere, niet direct visueel gerelateerde aspecten. Het laatste heeft bijvoorbeeld tot gevolg gehad dat basisscholen momenteel op grote schaal uitgerust worden met dynamisch verlichting die de concentratie van scholieren zou verhogen, verlichting in kantoren die de prestatie van medewerkers moet verbeteren en verlichting voor ouderen met dementie die hun verstoorde slaapwaakritme kan stabiliseren. Maar de vraag is nu: hebben we wetenschappelijk bewijs dat deze systemen ook de beoogde claims halen? Dit artikel vraagt aandacht voor de feiten op het gebied van dynamische verlichting voor mensen met dementie en probeert deze van de fictie te onderscheiden.
The pressure on the European health care system is increasing considerably: more elderly people and patients with chronic diseases in need of (rehabilitation) care, a diminishing work force and health care costs continuing to rise. Several measures to counteract this are proposed, such as reduction of the length of stay in hospitals or rehabilitation centres by improving interprofessional and person-centred collaboration between health and social care professionals. Although there is a lot of attention for interprofessional education and collaborative practice (IPECP), the consortium senses a gap between competence levels of future professionals and the levels needed in rehabilitation practice. Therefore, the transfer from tertiary education to practice concerning IPECP in rehabilitation is the central theme of the project. Regional bonds between higher education institutions and rehabilitation centres will be strengthened in order to align IPECP. On the one hand we deliver a set of basic and advanced modules on functioning according to the WHO’s International Classification of Functioning, Disability and Health and a set of (assessment) tools on interprofessional skills training. Also, applications of this theory in promising approaches, both in education and in rehabilitation practice, are regionally being piloted and adapted for use in other regions. Field visits by professionals from practice to exchange experiences is included in this work package. We aim to deliver a range of learning materials, from modules on theory to guidelines on how to set up and run a student-run interprofessional learning ward in a rehabilitation centre. All tested outputs will be published on the INPRO-website and made available to be implemented in the core curricula in tertiary education and for lifelong learning in health care practice. This will ultimately contribute to improve functioning and health outcomes and quality of life of patients in rehabilitation centres and beyond.
Klimaatverandering maakt dat steden zich moeten aanpassen. Dit vraagt om grootschalige aanpassingen op publieke en private grond. Amsterdam en Rotterdam hebben als koplopers in stedelijke klimaatadaptatie de afgelopen jaren geëxperimenteerd met twee platforms (Amsterdam Rainproof en Water Sensitive Rotterdam) om met bewoners, woningcorporaties en bedrijven de stad klimaatadaptief te maken. Het succes van beide platforms, in combinatie met de groeiende urgentie voor klimaatadaptatie, zorgt anno 2019 voor een roep om een ‘nieuw normaal’: hoe kan deze vernieuwende, uitnodigende werkwijze mainstream worden? Juist de kenmerken die de platforms zo succesvol hebben gemaakt, kunnen nu een barrière voor mainstreaming vormen. Waar in eerste instantie een kleine kopgroep veel kan bereiken met flexibiliteit, ad-hoc besluiten en gelijkwaardig partnerschap, vraagt het opgaan in reguliere beleidsprocessen om meer vastigheden die gebruikelijk zijn bij de overheid-gedreven aanpak van stedelijk waterbeheer. Mainstreaming van de vernieuwende, uitnodigende werkwijze lijkt daardoor moeilijk te bereiken. Dit onderzoek evalueert de succesfactoren en barrières van een uitnodigende werkwijze op basis van lessen van Amsterdam Rainproof en Water Sensitive Rotterdam. Tevens wordt onderzocht via welke routes deze aanpak mainstream kan worden in beide steden. Met een interactieve routekaart, opgesteld in workshops met deelnemers uit Amsterdam en Rotterdam wordt theoretische kennis over de barrières voor mainstreaming vertaald naar proactieve keuzes en routes. Waterbeheerders kunnen zo beter anticiperen op mainstreaming-barrières, en daarmee hun uitnodigende werkwijze beter bestuurlijk inbedden. Hiermee dragen we bij aan steden die beter voorbereid zijn op klimaatverandering, en aan kennis over het ontwikkelen van een uitnodigende werkwijze binnen de watersector.
Een team van onderzoekers van Saxion in Enschede onder de leiding van lector Ger Brinks en associate lector Gerrit Bouwhuis is 2011 met het SaXcell project van start gegaan. Doel is om uit afvalkatoen nieuwe geregenereerde vezels te maken. Deze vezels kunnen weer als grondstof in de textielindustrie verwerkt worden. Daarmee is afval teruggebracht tot hoogwaardige grondstof, inzetbaar in de normale textielindustrie. Dit heeft als gevolg dat minder katoen gecultiveerd moet worden en hierdoor water, kunstmest en bestrijdingsmiddelen op grote schaal bespaard kunnen worden. Ons doel van deze haalbaarheidsstudie is om, gebaseerd op de studie van EY, is een concrete marktanalyse uit te voeren en business proposition op te zetten, die potentieel geïnteresseerde investeerders in SaXcell houvast en zekerheid biedt op marktontwikkeling. De complexiteit zit in het feit dat we als SaXcell een halffabricaat willen produceren en dus afhankelijk zijn van de voor- en achterkant in de procesflow. Enerzijds dient er voldoende afvalkatoen te zijn, dat ingezameld en gescheiden wordt, anderzijds dient er toegang te zijn tot het natspinproces (Lyocell) als vervolgstap. Ons doel is deze cyclus op detailniveau in kaart te brengen, met spelers, locaties, capaciteiten en openingen voor samenwerking. We richten onze pijlen in dit project met name op de next step, full-scale productie. We zijn uiteraard al in gesprek met verschillende bedrijven in de textielindustrie. Zo is een grote textielproducnt geïnteresseerd om mee te investeren, mits de constante kwaliteit is aangetoond en de businesscase helder is. Ook zijn we toegelaten tot een Amerikaans programma van de SAC, die wil investeren in innovaties die bijdragen aan de reductie van de milieudruk op textiel. Om hier een serieuze kans te maken, moeten we wel de business propositie helder en eenduidig krijgen. We moeten inzicht krijgen in de stakeholders, de supportmogelijkheden, de markt, ‘wie doet wat, waar en met wie’, de schaalgrootte en de duurzaamheid van SaXcell moet eenduidig zijn vastgelegd (LCA). We hebben ons tot nu toe sterk gericht op de technische haalbaarheid, inclusief opschaling tot pilot-omvang. We moeten nu, parallel aan de uitwerking van de pilotfabriek, ons verdiepen in de economische kant. Hier is, mede door EY, al een eerste aanzet gemaakt, maar dit moet verder uitgediept worden.