Dienst van SURF
© 2025 SURF
Een overzicht (A3-formaat) welke stappen te zetten zijn als je als sociaal werker (of studerend daarvoor) het gesprek met je cliënt wilt voeren over hun sociale netwerk. Waar moet je aan denken, waar kan je alert op zijn, wat kan je beter niet doen?
LINK
In 2020 is vanuit het SPRONG-Educatief programma van SIA en NRO het STEMnetwerk (Science, Technology, Engineering, Mathematics) gestart. Doel hiervan is het bouwen van een stevig landelijk lerend netwerk op het gebied van STEM-onderwijs, om de kwaliteit van dit onderwijs te verbeteren. In de onderwijspraktijk worden de ST-E-M namelijk nog vaak onafhankelijk van elkaar onderwezen en is er sprake van een breuklijn tussen het primair en voortgezet onderwijs; het ontbreekt aan een doorgaande leerlijn. Om vak- en sectoroverstijgend STEM-onderwijs te realiseren is een netwerksystematiek ontwikkeld die momenteel wordt geïmplementeerd. Deze systematiek bestaat uit het werken met een landelijk kernteam, regioteams en regionale professionele leergemeenschappen (PLGs), en het bevorderen van netwerkvorming met behulp van de sleutelfactoren hiervoor. Na twee jaar is het tijd om de balans op te maken. In deze bijdrage wordt ingegaan op de organisatie van het STEM-netwerk en de sleutelfactoren voor netwerkleren. Daarnaast wordt verslag gedaan van evaluaties van het STEM-netwerk aan de hand van de sleutelfactoren en wordt weergegeven hoe hiervan wordt geleerd.
De driehoek hulpvrager, informeel netwerk en professional staat centraal in het onderzoek van de kenniskring informele netwerken en laatmoderniteit. Wij willen weten hoe dat nu daadwerkelijk gaat in die driehoek. Want wij zijn er niet met het adagium dat sociaal werkers niet langer moeten zorgen voor een cliënt maar ervoor moeten zorgen dat er voor de cliënt gezorgd wordt. Dat zal waar zijn, maar het ligt gecompliceerder dan dat. Om in de taal van zorg als morele praktijk te blijven: hoe zorg je er als sociaal werker voor dat de zorg die nodig is, de nood, door zorgvrager en informeel netwerk (en de professional niet te vergeten) wordt herkend? Hoe zorg je ervoor dat zorgvrager en informeel netwerk hun zorgverantwoordelijkheid verstaan en hun roeping oppakken? En hoe zorg je ervoor dat er tussen de zorgvrager en het informele netwerk en binnen het informele netwerk gesproken kan worden over elkaars verantwoordelijkheid? En dat in een laatmoderne samenleving? Gesteld wordt dat hiervoor het komen tot afstemming cruciaal is. Om die afstemming te realiseren is het voeren van een dialoog essentieel. Voor wat een dialoog is wordt aansluiting gezocht bij Zygmunt Bauman, Hannah Arendt en bij de dialogische benadering zoals die is ontwikkeld door Jaako Seikkulla en Tom Erik Arnkil. Vervolgens wordt deze visie vertaald in enkele onderzoeksplannen.
De gemeente Nijmegen, Radboud Universiteit en Hogeschool van Arnhem en Nijmegen hebben vanuit de City Deal Kennis Maken een Strategische Agenda opgesteld bestaande uit zes thema’s: Integrale wijkaanpak, Gezonde stad, Robotisering/digitalisering, Huisvesting voor internationale studenten en onderzoekers, Talentontwikkeling en Ondernemerschap, en Oudste stad. In de periode 2019-2020 trachten wij het City Deal netwerk uit te breiden met het ROC Nijmegen. De projectgelden zullen in 2018-2019 met voorrang worden ingezet voor de projecten Integrale Wijkaanpak en Gezonde Stad, omdat deze in de praktijk de beste inzichten kunnen verschaffen over hoe de duurzame relatie tussen kennisinstellingen en gemeente in de toekomst vorm te geven. Het geld zal besteed worden om studenten te faciliteren in hun werk in de wijk, zoals bijvoorbeeld het organiseren van bijeenkomsten voor wijkbewoners, het betrekken van wijkprofessionals, of het inhuren van externe adviseurs. Waar nuttig worden studenten in staat gesteld zich elders te laten informeren over succesvolle interventies. De resultaten die met deze projecten worden geboekt en de lessen die hieruit worden geleerd, vormen de basis een duurzame samenwerking tussen de partners, gericht op een continue inzet van studenten voor projecten binnen de thema’s van de Strategische Agenda in de jaren daarna. De stuurgroep van de City Deal wordt gevormd door bestuurders/collegeleden van de drie partnerinstellingen. De regie over de projecten komt voor rekening van een ambtelijk programmateam, dat samen met de inhoudelijk trekkers van de thema’s concrete invulling geeft aan de projecten.
Sociale isolatie wordt gerelateerd aan sterfterisico’s van roken, overgewicht en te hoge bloeddruk en zorgt voor een verhoogde kans op institutionalisering. Door de dubbele vergrijzing en maatschappelijke ontwikkelingen groeit de groep zelfstandig wonende senioren én de druk op de ouderenzorg in Nederland snel. Deze groep senioren heeft, naast een grote kans op één of meerdere chronische aandoeningen, grotere kans op eenzaamheid en sociale isolatie. De huidige coronapandemie vergroot deze sociale kwetsbaarheid. Echter, juist voor deze groep is een informeel netwerk en nabijheid van contacten cruciaal om langer zelfstandig thuis te kunnen wonen. Een lichte vorm van ‘gemeenschap’ en sociale interactie in de buurt is een voorwaarde voor het ontstaan van informele netwerken. Een semipublieke ruimte in de vorm van een dynamische ‘fourth place’, kan deze sociale interactie tussen buurtbewoners, waaronder kwetsbare ouderen, stimuleren en faciliteren. In ‘The Art of Connection’ fungeert de buitenruimte rond CPO Cohousing, gericht op meergeneratiewonen in de vergrijzende wijk Coehoorn te Arnhem, als ‘living lab’. Aansluitend bij de waarden van deze slimme, creatieve wijk, staat de volgende onderzoeksvraag staat centraal: Op welke manier kan een interactieve buitenruimte bijdragen aan het bevorderen van sociale interactie tussen bewoners, waaronder kwetsbare ouderen, in de wijk Coehoorn? In co-creatie met gebruikers en stakeholders wordt, in een iteratief proces, een prototype van een interactieve buitenruimte ontwikkeld. Deze wordt in een pilot geëvalueerd met behulp van big data, gecombineerd met observaties, interviews en expertmeetings. De beoogde resultaten leveren een bijdrage aan extramuralisering van kwetsbare ouderen door het bevorderen van sociale interactie tussen bewoners, en daarmee het versterken van een informele (zorg)netwerken. Door actieve betrokkenheid van buurtbewoners en andere (lokale) stakeholders, gedurende het hele proces, wordt een learning community gevormd, hetgeen de kans op een geslaagde interventie vergroot.