Dienst van SURF
© 2025 SURF
CC-BY-NC-ND Smart Industry - de vierde industriële revolutie - gaat volgens veel publicaties de inhoud van werk razendsnel en drastisch veranderen. De veel geponeerde stelling is dat de samensmelting van allerlei technologische ontwikkelingen op het gebied van o.a. automatisering, optica en big data deze veranderingen in werk in een stroomversnelling brengen. In dit artikel maken we die veranderingen concreter door te beschrijven hoe volgens werkgevers uit de technische sector werk de komende vijf jaar gaat veranderen en wat dat voor gevolgen heeft voor de competenties van de medewerker van de toekomst. Ons onderzoek1 laat zien dat werkgevers in zowel de grote high-tech industry als het mkb veel en snelle veranderingen in werk zien aankomen. Zij beschrijven een toenemende complexiteit in machines en productieprocessen, toenemende onvoorspelbaarheid, een steeds verdergaande samenwerking binnen de keten, robotisering en automatisering van productielijnen, fors toegenomen mogelijkheden voor productie-op-maat, nieuwe manieren van organiseren en wijzigende businessmodellen. Volgens de werkgevers vereist dit werk een technicus die nog steeds een uitstekende kennisbasis heeft en expert is in zijn vakgebied, maar daarnaast een stevige bedrijfskundige blik heeft, in staat is om samen te werken met technici vanuit andere disciplines en zichzelf continu blijft ontwikkelen om te kunnen blijven omgaan met nieuwe technologie. Onderwijs en bedrijfsleven hebben samen de taak om deze technicus van de toekomst op te leiden.
MULTIFILE
De innovatieve kracht van het vmbo maakt deze sector tot een interessant object van onderzoek. Daarmee is het wellicht mogelijk antwoorden te vinden op vragen als welke veranderstrategie succesvol is bij het implementeren van nieuwe methoden en wat daarvan op zijn beurt de invloed is op de kwaliteit van het onderwijs. De (evidence-based) onderzoeksresultaten kunnen tevens ingezet worden bij het bepalen van een beleid en duidelijk maken wat de betekenis van de ontwikkelingen in het (voortgezet) onderwijs is voor de lerarenopleiding en opleiding tot pedagoog. Het is mede om die reden dat er op 1 februari 2008 door het College van Bestuur van de Hogeschool van Amsterdam, in samenwerking met managementadviesbureauBMC uit Amersfoort, een bijzonder lectoraat is ingesteld. In deze ‘Openbare Les’ zal ik eerst stilstaan bij de geschiedenis van het vmboen de vraag of de oorspronkelijke bedoelingen daarvan zijn gerealiseerd. Daarna zal ik dieper ingaan op de vraagstukken waarvoor het voortgezet onderwijs – en dus ook het vmbo – zich gesteld ziet, zoeken naar een verklaring daarvoor en naar de richting waarin de oplossing gezocht moet worden. Vervolgens wil ik aannemelijk maken dat er in het voortgezet onderwijs, en in het bijzonder in het vmbo, sprake lijkt te zijn van een ‘stille revolutie’, ofwel vanonderwijsvernieuwing en schoolontwikkeling, vanuit het hart van het onderwijs, de school zelf. Ten slotte zal ik uiteenzetten welke activiteiten in het kader van het lectoraat Vmbo zullen worden georganiseerd en wel de doelen ermee beoogd worden.
Vanaf 2025 gaat het gebeuren. De elektriciteitsmarkt ondergaat dan een majeure verandering, “Heel moeilijk is die voorspelling niet. Investeringen in zon en wind verlopen planmatig. Dus konden we al tien jaar geleden berekenen dat Nederland nu 50% van haar stroom uit zon en wind zou halen. In 2030 is dat 85%. Er is dan circa 60 GigaWatt aan opgesteld zon- en windvermogen in Nederland, bij een gemiddelde stroomvraag van circa 15 GW. U begrijpt, al bij een beetje zon en wind komt de elektriciteit in 2030 onze oren uit.”
LINK
Nederlandse bedrijven lopen achter op het gebied van Smart Industry. Er wordt veel over nagedacht en geschreven, maar de daadwerkelijke toepassing staat nog in de kinderschoenen. Ondernemers zijn nog onvoldoende bekend met de komende digitale revolutie en de gevolgen daarvan voor hun bedrijf. Grote bedrijven kunnen complexe oplossingen aanschaffen. De mkb’er wil echter zelf met zijn proces kunnen experimenteren. Met vaak eenvoudige middelen is het mogelijk om met behulp van data het productieproces te optimaliseren of om de kwaliteit van een product te verbeteren. Dit project ontwikkelt methoden en tools die mkb’ers hierbij helpen. Bij bedrijven worden al veel data verzameld. Deze data staan vaak op verschillende locaties. Industriële computers houden gegevens over het proces bij. Handmatige kwaliteitscontroles worden ingevuld op formulieren en er worden rapporten opgesteld. Ook worden specifiek ontwikkelde meetsystemen gebruikt. Voor al deze bronnen zijn er wel deeloplossingen om de gegevens te ontsluiten. Een betaalbaar en handig systeem waarmee het bedrijf zelf daadwerkelijk inzicht krijgt in het gehele proces is er echter nog niet. In dit project onderzoeken we hoe je een gemakkelijk te gebruiken systeem ontwikkelt. We ontwikkelen daartoe een generiek en flexibel monitorsysteem waarmee data uit verschillende bronnen eenvoudig kunnen worden geïntegreerd en geanalyseerd. In het project doorlopen we vier fasen: 1) bepalen verbeterdoelstellingen, 2) dataverzameling, -handling en -opslag, 3) data-analyse en visualisatie, en 4) validatie, kennisverspreiding en –valorisatie. Als resultaat leveren we een hard- en softwaresysteem op, alsook een methode met best-practices voor de industrie. In het project richten we ons op actuele casussen van de consortiumpartners. Tegelijkertijd ontwikkelen we generieke kennis, waar niet alleen de partners direct mee verder kunnen, maar waar ook andere mkb’ers gebruik van kunnen maken. Op deze manier kunnen veel meer bedrijven belangrijke stappen zetten voor de ontwikkeling van Smart Industry in Nederland.
“Hoe krijgen we onze mensen mee?” is de meest gestelde vraag aan onze onderzoeksgroep, met name door mkb’ers die aansluiten bij de vierde industriële revolutie. Een terechte vraag, want HRM is de discipline die beleid, systemen en praktijken ontwikkelt om het gedrag van medewerkers te beïnvloeden. Middels dit postdocprogramma geven wij antwoord op die vraag door de relatie tussen configuraties van HR-praktijken en het verandervermogen van medewerkers inzichtelijk te maken. In dit postdocprogramma culmineert de in onze onderzoeksgroep opgebouwde kennis over het vormgeven van integrale HRM-configuraties. We verbinden deze kennis met inzichten uit organisatiepsychologie, organisatiekunde, verandermanagement, en onze specifieke kennis van het technische mkb. Vervolgens maken wij deze gebundelde kennis operationeel in een HRM simulatiemodel en bijbehorende serious game waarmee wij samen met technisch mkb, bedrijfsspecifieke HRM-configuraties ontwerpen en implementeren zodat hun medewerkers mee willen en kunnen bewegen met de veranderende eisen die het werk stelt. Met deze ‘key enabling methodology’ dragen we bij aan het voorbereiden van medewerkers en organisaties op grote maatschappelijke uitdagingen op het gebied van de energietransitie, digitalisering en Smart Industry. Daarmee ligt dit onderzoek in het hart van de Saxion onderzoeksagenda en regionale en nationale human capital agenda’s. Dit postdocprogramma geeft de kans om de kandidaat door te laten groeien naar een associate lector positie binnen de onderzoeksgroep. Studenten, docenten, mkb-bedrijven en onderzoekers zijn structureel onderdeel van dit postdocprogramma. Dat resulteert in een verregaande vervlechting tussen onderzoek en onderwijs via ‘HR-labs’ en ‘afstudeerkringen’. Impact op (regionale) bedrijven is gewaarborgd door deelname van ons beproefd consortium van mkb-bedrijven die aan de slag willen op het gebied van de energietransitie, digitalisering en Smart Industry.