Dienst van SURF
© 2025 SURF
Door de ontdekking dat God een eenjarige muisgrijze ezel is, is de individualisering van Nederland in een stroomversnelling geraakt.
Tijdschriftaflevering beschikbaar bij de HU bibliotheek. De afgelopen decennia stonden in het teken van toenemende individualisering. Ieder voor onszelf en de overheid voor ons allen. Het beeld van de ideale burger is iemand met een grote mate van autonomie en zelfstandigheid: iemand die niet afhankelijk is van anderen en zichzelf goed kan redden. Mocht je niet aan dit ideaalbeeld voldoen, bijvoorbeeld vanwege een ziekte of beperking, dan hoor je er al gauw niet meer bij. Zo ontstond er een tweedeling in de samenleving. We komen erachter dat we onze sociale relaties ernstig verwaarloosd hebben. Hoog tijd om het tij te keren. En dat geld ook voor de hulpverlening.
Dit project heeft tot doel in kaart te brengen hoe virtuele en fysieke sociale interacties in de vrije tijd zich tot elkaar verhouden. Wat is de impact van virtualisering van de vrijetijd op lokale praktijken? Vrijetijdspraktijken worden traditioneel gezien als gelegenheden bij uitstek om op een laagdrempelige manier in contact te komen met anderen en worden aangewend om sociale cohesie te bewerkstelligen (bijvoorbeeld via urban gardens). Het internet heeft echter voor nieuwe vormen van vrijetijdsbesteding en daarmee gepaard gaande sociale interactie gezorgd. Het is mogelijk om -bijvoorbeeld in het kader van een hobby zoals gamen- contact te leggen met gelijkgestemden aan de andere kant van de wereld. Dit roept de vraag op naar de invloed van digitale media en individualisering van de vrije tijd op de omvang en aard van sociale netwerken die aan de basis staan van sociale cohesie en sociaal kapitaal. Mogelijk versterken virtuele praktijken lokale sociale netwerken. Aan de andere kant kunnen mensen met een beperkte toegang tot de virtuele wereld buitengesloten raken. Onderzoek is nodig om te begrijpen hoe virtuele en fysieke sociale contacten op elkaar inwerken. In afstemming met bewoners en lokale organisaties beoogt dit project vervolgens een antwoord te geven op de vraag hoe de interactie tussen virtuele en fysieke praktijken succesvol kan bijdragen aan de kwaliteit van de sociale leefomgeving. Het onderzoek zal een mixed methods benadering toepassen om inzicht te verkrijgen in de (micro)dynamiek van de interactie tussen virtuele en fysieke vrijetijdspraktijken Vervolgens zullen de resultaten van het onderzoek benut worden om met bewoners en lokale organisaties een instrument te ontwikkelen om zowel fysieke als virtuele sociale verbindingen in de buurt in kaart te brengen en te versterken. Het project maakt deel uit van het onderzoeksprogramma Placemaking and Events van Breda University of Applied Sciences.