Dienst van SURF
© 2025 SURF
Seeing improvisation as something that really needs its place in conservatoire training and education may be more or less ‘new’. However improvisation itself is of course not at all new and has existed since as long as we can remember. I will not go into that any further, it would take not a single address but a symposium of at least two weeks.
With the rise of innovation and entrepreneurship as avenues for journalists to take in their search for journalistic work, we need to critically interrogate how these terms are understood. Various journalism institutions are pushing a particular understanding of journalism, and of what constitutes meaningful and innovative journalism. In this paper, we review the literature on these themes and draw on experimental research done by one of the authors to argue for a more process-oriented approach to journalistic innovation and entrepreneurship. As a researcher-maker, one of the authors created an innovative journalistic project and tried to develop a business model for this project. She participated in an accelerator process organised by one of the main funds aimed at journalism innovation in the Netherlands. We show that one existing, and prevalent, understanding of innovation in journalism is one that is linear, rational and outcome-oriented. We challenge this understanding and draw on process-oriented theories of innovation to introduce the concepts of effectuation, improvisation and becoming as new lenses to reconsider these phenomena. These concepts provide clearer insight into the passionate and improvisational nature of doing innovative journalistic work.
expressiveness, performance, musicians, skills, educationUsing the genre of Improvisational theatre as a basis, my research aims to design and develop instructional strategies that would help students enhance their expressive skills and achieve the flexibility to adapt their motor behavior to the musical piece. Embodying diverse characters and physicalities, as well as affective states or fictional realities through improv theatre exercises should enable them to expand their expressive range and, therefore, better convey their interpretation to their audience. Through this process, this study also seeks to gain an understanding of the effect this type of training may have on musicians' performance experience, as well as its implications in other areas of their development.
Vaak vinden middelbare scholieren het lastig te spreken in de vreemdetaalles. Ervaring leert dat dramatechnieken (bijvoorbeeld rollenspellen) hierbij kunnen helpen. We ontwikkelen een training voor vreemdetaaldocenten waarin ze leren om dramatechnieken in hun lessen te gebruiken.
Vaak vinden middelbare scholieren het lastig te spreken in de vreemdetaalles. Ervaring leert dat dramatechnieken (bijvoorbeeld rollenspellen) hierbij kunnen helpen. We ontwikkelen een training voor vreemdetaaldocenten waarin ze leren om dramatechnieken in hun lessen te gebruiken.Doel We ontwerpen een training om docenten moderne vreemde talen te laten werken met 'improvisationele dramatechnieken' (IDT), zoals rollenspellen en theatersport. Deze technieken helpen om een veilige en positieve sfeer te creëren. Hierdoor is de drempel om te spreken lager. Docenten kunnen IDT in de les gebruiken om leerlingen hun spreekvaardigheid te laten oefenen. De training in improvisatietechnieken wordt beschikbaar gesteld voor de lerarenopleidingen moderne vreemde talen. Resultaten Dit onderzoek loopt. Na afronding presenteren we hier een samenvatting van de resultaten. Looptijd 01 februari 2019 - 01 februari 2024 Aanpak Het onderzoek bestaat uit twee fasen. In deze eerste fase ontwikkelen we een training voor professionalisering van docenten. We maken hierbij gebruik van inzichten uit de wetenschappelijke literatuur en observaties in de praktijk. De training zal docenten moderne vreemde talen vaardigheden en materialen bieden die zij nodig hebben om dramatechnieken in te zetten in hun lessen. We geven de training in deze fase aan een eerste groep docenten. Op basis van een evaluatie passen we de training vervolgens aan. Deze aangepaste training bieden we in fase 2 van het onderzoek aan een tweede groep docenten aan. Catherine van Beuningen (hoofddocent Talenonderwijs en Meertaligheid, Hogeschool van Amsterdam) is als copromotor bij dit project betrokken.