Dienst van SURF
© 2025 SURF
Dit onderzoek analyseert de ervaringen van leraren in de eerste fase van het voortgezet onderwijs m.b.t. omgaan met verschillen. Uit gesprekken met leraren blijkt dat zij te maken hebben met het gegeven dat leerlingen “bij de groep willen horen”. Sommige leraren verwijzen naar dit gegeven om uit te leggen dat omgaan met verschillen een onbereikbaar ideaal is, want leerlingen willen geen uitzondering zijn. Andere leraren maken bij het omgaan met verschillen juist gebruik van het gegeven dat leerlingen bij de groep willen horen. Doorgaans wordt als vanzelfsprekend aangenomen dat er in klassen de ‘ruimte’ bestaat, die leraren de mogelijkheid geeft om met verschillen tussen leerlingen om te gaan. De analyse van de interviews leiden echter tot het inzicht dat adaptief handelen een leerling in een uitzonderingspositie kan plaatsen, wat door hem of haar als bedreigend kan worden ervaren. Omgaan met verschillen kan dus veel gecompliceerder zijn dan vaak wordt verondersteld. Doordat leerlingen “bij de groep willen horen” moet differentiatie m.b.t. individuele gevallen gepaard gaan met integratie in het geheel van de groep.
Information about a research study on how data science and artificial intelligence can contribute to modern education aimed at identifying and developing talents of students. Het verslag is gepubliceerd onder de titel: Future skills of journalists and artificial intelligence in education
Competentie-ontwikkeling is gebaseerd op het doorontwikkelen van bestaande competenties. Voor beginnende leraren is de bestaande opvatting over de rol van de leraar de beginsituatie. De wijze waarop studenten van de lerarenopleiding hun opleidingsschool percipiëren is van invloed op de mate waarin zij traditionele of meer ontwikkelingsgerichte competenties ontwikkelen.
MSEs have encountered limitations while pushing the limits of catheter tip sensors performance. The limitations summarized: - sensors are not immune to electrical signal noise, cross talk, and EM fields; - sensors are not immune to high magnetic fields, i.e. not suitable for MR imaging; - extending the amount of sensors on the catheter tip is limited due to cluttering of wires. A fundamentally different approach using integrated optics is chosen for developing a new generation catheter sensors. The complexity of the design and production problems represents a knowledge gap, that can be bridged in the proposed consortium. This project consists of four work packages, total duration two years, subdivided into four phases. A crucial deliverable of the project is presented at the end of phase IV (WP4), namely a demonstrator integrating pressure and temperature sensors (obtained from WP1) with a newly designed readout system. This system is modularly extendable for future catheter tip sensors. In WP1, pressure- and temperature sensors are developed using two design approaches. In WP2 the influence of downscaling an ultrasound MZI device is explored and the microfabrication process parameters are studied. An additional goal of WP2 is to find the most suitable method for measuring lactate concentration. Among the deliverables five manuscripts: manuscript 1 includes simulations and measurements of the developed pressure and temperature sensors, manuscript 2 answers the question: can a grated fiber be used for measuring pressure and temperature on a tip? Manuscript 3 answers the question: which method is most suitable for measuring lactate concentration on a tip? Manuscript 4 answers the question: does a US intensity detector fit on a catheter tip while obeying the LoR? Manuscript 5 describes the performance of the demonstrator (Phase IV), i.e. integration of T/P sensing with a modular read out system.
Steeds meer bedrijven en consumenten streven naar meer Biobased producten en toepassingen. Het probleem begint vaak bij de grondstof: de conventionele materialen zijn veel goedkoper, overvloedig en gemakkelijk verwerkbaar dan de meeste Biobased alternatieven. Het is hierdoor dat Rodenburg en Avans de Initiatief nemen om materiaalonderzoek te verrichten met als doeleinde de Biobased materiaal assortiment op de markt positief te beïnvloeden. Er wordt gefocust op Biobased polyethyleen en polypropyleen als grondstof, waarin natuurlijke hout en bamboe vezels verwerkt worden om tot een nieuwe bio-composiet te komen. De belangrijkste aspecten van dit onderzoek zijn de menging tussen polaire vezels en apolaire polymeermatrix en de analyse van de recyclebaarheid van de composiet. Composiet ontwikkeling vindt in eerste instantie plaats op laboratorium schaal. Parallel daaraan wordt het materiaal mechanisch gerecycleerd, zodanig dat de werkelijke situatie wordt nagebootst. De materiaal eigenschappen worden gedurende de recycletesten gemonitord. De best presterende en geoptimaliseerde bio-composiet materiaal wordt opgeschaald door middel van spuitgietproductie van veel gebruikte artikelen. Uit dit project wordt een potentieel nieuwe Biobased alternatieve kunststof ontwikkeld met gereduceerde CO2-voetprint, die de kwaliteit en prijs van conventionele kunststoffen concurreert.
Ondervoeding is een erkend zorgprobleem bij oudere ziekenhuis patiënten. De diëtist adviseert ondervoede ouderen voldoende eiwitten te consumeren tijdens en na een ziekenhuisopname. Echter consumeren ouderen onvoldoende eiwitten tijdens en na ziekenhuisopname met als gevolg fysieke beperkingen, lagere kwaliteit van leven en hogere zorgkosten. De diëtist is verantwoordelijk voor de zorg om een adequate eiwitinname te realiseren. Intensievere diëtistische zorg, bestaande uit 1) betere communicatie met verpleegkundigen, collega diëtisten, artsen en ouderen, 2) multidisciplinaire samenwerking, 3) persoonlijk behandelplan met afstemming op eetlust, kennis en vaardigheden van ouderen en 4) monitoring op de eiwitinname, is belangrijk voor het optimaliseren van de eiwitinname van ouderen. Deze adequate eiwitinname is essentieel om het fysiek functioneren te verbeteren en kan leiden tot beter herstel en kwaliteit van leven. Daarnaast kan het mobiliseren van ouderen de effecten van een adequate eiwitinname op fysiek functioneren versterken. De eerste vraag is hoe de intensievere diëtistische zorg te verbeteren om de eiwitinname van ouderen in het ziekenhuis en thuissituatie te optimaliseren en hoe dit zorgpad te implementeren in de praktijk. De tweede vraag is of de optimale eiwitinname het fysiek functioneren van ouderen tijdens en na ziekenhuisopname verbetert en of het mobiliseren van ouderen de effecten van een optimale eiwitinname op fysiek functioneren kan versterken. Dit voorstel beoogt het zorgpad intensieve diëtetiek (ZID) te ontwikkelen om de eiwitinname van ouderen te verbeteren tijdens en na ziekenhuisopname. ZID wordt ondersteund door een webapplicatie en onderzocht in een pilot studie, waarna implementatie volgt. Vervolgens toetsen we de effecten van ZID op de eiwitinname en fysiek functioneren van ouderen tijdens en na ziekenhuisopname en of mobilisatie deze effecten kan versterken in een multicenter gerandomiseerde en gecontroleerde studie. Dit voorstel beoogt de diëtetiek over de hele keten te versterken en het fysiek functioneren en kwaliteit van leven van ouderen te verbeteren.