Dienst van SURF
© 2025 SURF
Allereerst verkent dit artikel het begrip human resource management en wordt vraag de beantwoord wat de bouwstenen van het vak zijn. Daarna wordt kritisch ingegaan op HRMdenken vanuit een complexiteitsbenadering. Vervolgens worden zeven perspectieven geschetst om naar HRM en met name naar de interactie tussen mensen in organisaties te kijken.
De titel van het lectoraat, gedifferentieerd Human ResourceManagement, is een vreemde combinatie van woorden. Waaromhet woord gedifferentieerd? Mensen en menselijke hulpbronnen(human resources) zijn toch immers per definitie verschillend enmanagementstijlen ook. Kennelijk was de beroepspraktijk in feite eenvormig georiënteerd en was een lectoraat nodig om de verschillen in het vakgebied terug te brengen. Ik zag het punt als een uitdaging en begon een zoektocht naar hoe in HRM met verschil wordt omgegaan, nam besluiten hoe dat te onderzoeken, welke thema’s daarbij essentieel zijn en wat dat betekent voor het beroepsonderwijs. Zo kreeg het thema gedifferentieerd HRM een inhoud die paste in de tijdgeest en de kaders die de hogeschool ons bood. Ik beschrijf vijftien jaar gedifferentieerd HRM voor zover ik denk dat het relevant is voor nieuwe inzichten en koerswijzigingen in de toekomst. Onderstaand verhaal is dus geen verslag van wat we doen in het lectoraat maar een reflectie op het overkoepelend thema en op het onderzoek daarnaar zoals dat is vormgegeven in de Faculteit Business en Economie van deHogeschool van Amsterdam (HVA).
HRM stond en staat onvermijdelijk in het teken van een adequate personeelsvoorziening. Deel I van de bundel (Arbeidsmarkt en personeelsvoorziening)gaat erop in. De personeelsvoorziening is er, gegeven de arbeidsmarkt met z'n tendens naar vergrijzing aan de ene, en z'n tendens naar ontgroening aan de andere kant, niet eenvoudiger op geworden. We hebben een verouderende beroepsbevolking en met dat feit zullen we de komende twee decennia moeten leren leven. Niettemin, tot dusver lijken we dit feit eerder te ontkennen dan er actie op te voeren. Dat is het thema van de bijdrage van Loet Polak in deze bundel. Veel plannen, adviezen, nobele bedoelingen, afspraken. Weinig concrete resultaten. Dat komt mede door de korte levensduur van de plannen en plannetjes. Het ene is nog niet afgekondigd of het volgende staat al in de startblokken. Dat belemmert een stevig leerproces aan de hand van de opgedane ervaringen. Het ontbreekt aan relevante feedback. In de huidige arbeidsmarkt is 'inzetbaarheid' misschien wel het grootste goed. Het is de andere kant van het verlies van de 'baan voor het leven' en het signaleert dat niet de baan maar eerder de loopbaan de eerste referentie is voor de beroepsbeoefenaar. De baan moet een plek vinden in de loopbaan en om dat te realiseren dient de loopbaan in de baan te worden geplaatst. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Vanuit onze school bezien is het daarom interessant te kijken naar de loopbanen van onze alumni. Waar gaan ze naar toe, welke baanwisselingen maken ze mee, hoe sluit de baan aan op de gevolgde studie? Bovendien, hoe staat het en hoe gaat het met het vakmanschap van de door ons afgeleverde professionals? Wat is vakmanschap, behalve een herstel, misschien, van het weten van het collectieve van elk vak en dus van het herstel van gemeenschappen van vakmensen die meer nog dan van de organisatie waar ze zijn aangesteld van hun vakgenoten leren wat aan de tijd, bij de tijd en misschien wel voor op de tijd is (Frans Berkers)? Een belangrijk aspect van de personeelsvoorziening is, naast het 'vinden' en 'boeien' van het personeel, de binding aan de organisatie. Beloning kan daar een belangrijke rol bij spelen, omdat beloning niet alleen een beloning voor geleverde diensten is maar ook een functie heeft in het beleid van organisaties om met de beloning signalen af te geven over de toekomstmogelijkheden van de werknemer in de organisatie. Dat roept dan tegelijk de vraag op of de signalen ook 'aankomen' en worden 'opgepikt'. Opnieuw feedback dus. Immers, wie organisatie zegt, zegt ook hiërarchie. En wie hiërarchie zegt, zegt tegelijk 'feedback': de feedback van leidinggevende naar medewerker, de feedback van medewerker naar leidinggevende. Aan de hand van het thema van de prestatiebeloning beschrijft Karin Potting hoe belangrijk de feedback is en hoe vaak de boot wordt gemist. Met het artikel van Karin Potting sluiten we het eerste deel van de bundel af. Het tweede deel van de bundel (Leren en professionaliseren) houdt het thema van de inzetbaarheid aan, zij het in een nieuwe context. Op twee manieren. In een artikel over leervermogen en persoonlijkheid schetst Rainer Hensel (samen met Ton Korver en Willem Looije) een gedifferentieerd beeld van welke persoonlijkheidstrekken voor welke leeropbrengsten in het kader van welke opleidingen in het geding zijn. Voor organisaties gericht op het verhogen van kennisproductiviteit aan de ene, en innovatievermogen aan de andere kant zijn de gevonden resultaten interessant, mede in het licht van de ontwerpmogelijkheden die hiermee samenhangen. Petra Zanders en Daphne Metsemakers (met Ton Korver) doen verslag van een onderzoek naar de effecten van het regelen in je werk. Het uitgangspunt was dat docenten in het bijzonder van hun regeltaken leren. Daartoe zijn drie typen regelingen onderscheiden: routineregelen, situationeel regelen en incidenteel regelen. In dat verband zijn een aantal stellingen (hypothesen) opgesteld en getoetst, steeds met op de achtergrond de gedachte dat leren van het werk en professionaliseren van hetzelfde werk twee kanten van een en dezelfde medaille zijn. De resultaten zijn niet al te sterk, maar sterk genoeg om verder onderzoek langs dezelfde lijnen met enige nadruk aan te durven bevelen. Bij elkaar: kapitale kansen. We doen er goed aan ze te benutten. In deze bundel doen we verslag van enkele jaren kenniskring HRM. We bieden de resultaten ervan graag aan u aan. U, daar verstaan we onze collega's onder, we verstaan er geïnteresseerde studenten onder, we verstaan er collega's in het land onder. We hebben ernaar gestreefd 'laagdrempelig' te schrijven. Geen jargon, geen technische toelichtingen maar verhalen, betogen en uiteenzettingen over hoe je van verwondering tot nieuwsgierigheid komt en van nieuwsgierigheid tot het doen van onderzoek: en waarom dat de moeite waard is.
Despite Dutch Hospitality industry’s significant economic value, employers struggle to attract and retain early career professionals at a time when tourism is forecasted to grow exponentially (Ruël, 2018). Universally, hospitality management graduates are shunning hospitality careers preferring other career paths; stimulating the Dutch Hospitality to find innovative ways of attracting and retaining early career professionals. Following calls from the Human Resource Management (HRM) community (Ehnert, 2009), we attribute this trend to personnel being depicted as rentable resources, driving profit’’ often at personal expense. For example, hotels primarily employ immigrants and students for a minimum wage suppressing salaries of local talent (Kusluvan, et al 2010, O’Relly and Pfeffer, 2010). Similarly, flattening organizational structures have eliminated management positions, placing responsibility on inexperienced shoulders, with vacancies commonly filled by pressured employees accepting unpaid overtime jeopardizing their work life balance (Davidson, et al 2010,). These HRM practices fuel attrition by exposing early career professionals to burnout (Baum et al, 2016, Goh et al, 2015, Deery and Jog, 2009). Collectively this has eroded the industry’s employer brand, now characterized by unsocial working hours, poor compensation, limited career opportunities, low professional standing, high turnover and substance abuse (Mooney et al, 2016, Gehrels and de Looij, 2011). In contrast, Sustainable HRM “enables an organizational goal achievement while simultaneously reproducing the human resource base over a long-lasting calendar time (Ehnert, 2009, p. 74).” Hence, to overcome this barrier we suggest embracing the ROC framework (Prins et al, 2014), which (R)espects internal stakeholders, embraces an (O)pen HRM approach while ensuring (C)ontinuity of economic and societal sustainability which could overcome this barrier. Accordingly, we will employ field research, narrative discourse, survey analysis and quarterly workshops with industry partners, employees, union representatives, hotel school students to develop sustainable HRM practices attracting and retaining career professionals to pursue Dutch hospitality careers.
Circularity represents an innovative approach to sustainability, aiming to transition from linear systems to cyclical ones by minimizing waste and optimizing resource utilization. Key to this concept is the repurposing of waste into valuable resources, which not only reduces environmental impact but also fosters innovation and produces further value. By utilizing their own waste, organizations can not only decrease their ecological footprint but also promote the development of materials with enhanced circularity thus mitigating environmental harm. Embracing circular practices provides a tangible pathway towards harmonizing human activities with the natural world, nurturing a regenerative global ecosystem. In a concerted effort to tackle biomass waste generated from JvEsch's operations, a strategic partnership with MNEXT is forged. This collaboration endeavours not only to replace unsustainable materials but also to enhance operational efficiency. Central to this initiative is a one-year research feasibility project which focuses on upcycling JvEsch’s biomass waste into valuable products for use in their business model. By examining JvEsch's waste streams, opportunities for the production of alternative materials were being explored. Among these materials, mycelium biocomposites (MBCs) emerge as a promising option for waste reduction and material innovation. The primary objective of this project is to explore the viability of manufacturing and utilizing MBC plant pots using JvEsch's waste. Unlike conventional pots, these innovative alternatives eliminate the need for removal before planting. Through replacing traditional plastic pots commonly used in the industry, the investigation aims to practically demonstrate the transformative potential of circularity in waste management and material production within an organization.