Dienst van SURF
© 2025 SURF
In today’s intellectual capital literature, we see a shift from identifying intangibles towards understanding the dynamics of value creation. As it is not clear what “dynamic” stands for, the aim of this explorative and conceptual paper is to contribute to a better understanding of the dynamic dimension of IC. Based on a review of the early IC literature, the dynamic dimension (or dynamics) of intellectual capital seems to refer to the logic that value creation is the product of interaction between different types of (intangible) resources. As the idea of value creation through combination of knowledge resources is closely related to the New Growth Theory (Romer, 1990, 1994), this paper explores the New Growth Theory and its implications for the dynamic dimension of intellectual capital. Based on the exploration of the New Growth Theory, a conceptual model is presented in which the elements that constitute the dynamic dimension of intellectual capital are integrated. These elements are ideas, things, the process of knowledge creation, the process of continuous innovation, and institutions. The main conclusion of this paper is that the concept of knowledge is more closely related to the dynamic dimension of IC, than the concept of intellectual capital. Therefore, further research would probably benefit from approaching this topic from a knowledge management point of view. It is suggested that further research should focus on exploring the metaphors that contribute to a better understanding of the dynamics of IC, on the contribution that ideas can make to increase the effectiveness of knowledge management, and finally on the institutional arrangements that support the process of knowledge creation and innovation.
Residential public charging points are shared by multiple electric vehicle drivers, often neighbours. Therefore, charging behaviour is embedded in a social context. Behaviours that affect, or are influenced by, other publiccharging point users have been sparsely studied and lack an overarching and comprehensive definition. Consequently, very few measures are applied in practice to influence charging behaviour. We aim to classify and define the social dimension of charging behaviour from a social-psychological perspective and, using a behaviour change framework, identify and analyse the measures to influence this behaviour. We interviewed 15 experts onresidential public charging infrastructure in the Netherlands. We identified 17 charging behaviours rooted in interpersonal interactions between individuals and interactions between individuals and technology. These behaviours can be categorised into prosocial and antisocial charging behaviours. Prosocial charging behaviour provides or enhances the opportunity for other users to charge their vehicle at the public charging point, for instance by charging only when necessary. Antisocial charging behaviour prevents or diminishes this opportunity, for instance by occupying the charging point after charging, intentionally or unintentionally. We thenidentified 23 measures to influence antisocial and prosocial charging behaviours. These measures can influence behaviour through human–technology interaction, such as providing charging etiquettes to new electric vehicle drivers or charging idle fees, and interpersonal interaction, such as social pressure from other charging point users or facilitating social interactions to exchange requests. Our approach advocates for more attention to the social dimension of charging behaviour.
Digitalization enables public organizations to personalize their services, tuning them to the specific situation, abilities, and preferences of the citizens. At the same time, digital services can be experienced as being less personal than face-to-face contact by citizens. The large existing volume of academic literature on personalization mainly represents the service provider perspective. In contrast, in this paper we investigate what makes citizens experience a service as personal. The result are eight dimensions that capture the full range of individual experiences and expectations that citizens expressed in focus groups. These dimensions can serve as a framework for public sector organizations to explore the expectations of citizens of their own services and identify the areas in which they can improve the personal experiences they offer.
MULTIFILE
Single-Use Plastics (SUPs) are at the centre of European Union Agenda aiming at reducing the plastic soup with the EU Directive 2019/904. SUPs reduction is pivotal also in the Dutch Government Agenda for the transition to a Circular Economy by 2050. Worldwide the data on SUPs use and disposal are impressive: humans use around 1.2 million plastic bottles per minute; approximately 91% of plastic is not recycled (www.earthday.org/fact-sheet-single-use-plastics/). While centralised processes of waste collection, disposal, and recycling strive to cope with such intense use of SUPs, the opportunities and constraints of establishing a networked grid of facilities enacting processes of SUPs collection and recycling with the active involvement of local community has remained unexplored. The hospitality sector is characterised by a widespread capillary network of small hospitality firms nested in neighbourhoods and rural communities. Our research group works with small hospitality firms, different stakeholders, and other research groups to prompt the transition of the hospitality sector towards a Circular Economy embracing not only the environmental and economic dimensions but also the social dimension. Hence, this project explores the knowledge and network needed to build an innovative pilot allowing to close the plastic loop within a hospitality facility by combining a 3D printing process with social inclusiveness. This will mean generating key technical and legal knowledge as well as a network of strategic experts and stakeholders to be involved in an innovative pilot setting a 3D printing process in a hospitality facility and establishing an active involvement of the local community. Such active involvement of the local inhabitants will be explored as SUPs collectors and end-users of upcycled plastics items realised with the 3D printer, as well as through opportunities of vocational training and job opportunities for citizens distant from the job market.
Na een grondige analyse van de behoefte in de markt door middel van bilaterale gesprekken en een workshop, komt HAN Automotive Research (HAN AR) tot de conclusie dat het werkveld behoefte heeft aan ondersteuning bij het optimaliseren van ontwerp en aansturing van de elektrische en hybride aandrijvingen voor hun (proto-)voertuigen en -machines. De complexiteit van eisen, randvoorwaarden en technische mogelijkheden is moeilijk te overzien en te vertalen naar een succesvol product, dat aan de wensen van de klant voldoet. Het Intemas project beoogt genoemde bedrijven te ondersteunen bij dit belangrijke werk, door een voldoende gedetailleerde analyse van het lastproces (bijvoorbeeld: snelheid tegen de tijd), een wetenschappelijk gefundeerd ontwerp van het energiemanagement systeem (EMS) en een voorstel voor de dimensionering van de deelsystemen (batterij, verbrandingsmotor, e.d.). Het EMS is een systeem dat voortdurend het meest optimale werkpunt kiest voor de diverse energiesystemen aan boord van het voertuig. Deze keuze wordt bepaald op basis van eisen en wensen in termen van o.a. emissies, energieverbruik, prestaties en/of kosten. De HAN wil eigen kennis en ervaring combineren met die van diverse bedrijven en de groep regeltechniek van de Hochschule Rhein Waal om tot nieuwe inzichten en oplossingen te komen en deze te implementeren in het MKB. Veel bij HAN AR bestaande kennis en ervaring (besturingstechniek, modelontwikkeling, veiligheidsconcepten, testtechnieken) is opgedaan met de auto-industrie. Met Intemas willen we ons werkterrein uitbreiden richting de Agro-industrie, een bedrijfstak met veel potentie vanwege haar omvang en stand van techniek. Een kruisbestuiving tussen beide domeinen kan met relatief weinig inspanning tot grote voordelen leiden. Belangrijke deliverables van Intemas project zijn: TCO analyse van diverse producten, een softwaretool voor dimensionering van deelsystemen, Rapport EMS in praktische toepassingen en minimaal 2 demonstrators (elektrische fiets en een hybride trekker). Het bouwen van de demonstrators behoort niet tot het Intemas project; dit zal door de partner-bedrijven worden gedaan. Door de lange ervaring opgedaan in meerdere aanverwante (Raak) projecten, een promotieonderzoek op dit gebied en veel hands-on ervaring kan HAN AR van grote meerwaarde zijn voor de MKB?s en ook belangrijk bijdragen aan een nieuwe kennisbasis voor onderwijs op bachelor en master niveau, gericht op een meer systeem georiënteerde probleemaanpak.
Dit lectoren platform heeft zich in de afgelopen 2 jaren succesvol ontwikkeld. Dit is een netwerk van de lectoraten Duurzame Energievoorziening (Saxion, Richard van Leeuwen), Delta Power (Hogeschool Zeeland, Jacob van Berkel), Duurzaam Bouwproces met BIM (Hogeschool Rotterdam, Christoph Maria Ravesloot), Energietransitie (Hanzehogeschool, Jan-jaap Aué), Smart Energy (Avans Hogeschool, Jack Doomernik), Meet- en Regeltechniek (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Aart-Jan de Graaf), Energietransitie (Hogeschool Windesheim, Jeike Wallinga) en Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise (SEECE, Tinus Hammink). Het platform is 2 jaar actief. In de vorige periode is een onderzoeksagenda opgesteld met de volgende 5 programmalijnen: 1. 1. Kwantificeren: het effect op vraag en aanbod van technische oplossingen 2. 2. Systeembenadering in de praktijk: lokaal doen wat lokaal kan 3. 3. Systeembenadering in de praktijk: integraliteit bij grote spelers 4. 4. Integraliteit met andere disciplines: organisatorische en ICT-kant van de energietransitie samenbrengen met het technisch inzicht 5. 5. Systeembenadering in de aanpak: LEVE-visie uitdragen Zie tevens: https://specials.han.nl/sites/seece/actueel/documenten/LEVE-Onderzoeksagenda-2019.pdf Doel in het vervolg van het platform LEVE, LEVE II is: 1. 1. Agenda en visie uitvoeren met de nu deelnemende partijen; 2. 2. Verdiepen en verbreden van het lectoren netwerk (Windesheim is inmiddels aangesloten); 3. 3. Inrichten van een informatieplatform voor inzicht in kennisactiviteiten, resultaten en onderwijsmateriaal; 4. 4. Organiseren en uitdragen van de wervende doelstelling voor meerjarige programma’s (zoals nu de MMIP’s). In onze werkwijze stemmen we onze agenda en projecten af met een stakeholdergroep waarvoor elke hogeschool een “relatie” uitnodigt. Via de universiteiten en de TKI’s Nieuw Gas en Systeemintegratie toetsen we de relevantie van de vraagstukken die we oppakken. Dit plan is tevens verbonden en afgestemd met het lectorenplatform Urban Energy. Dit platform sluit aan op het thema Energie en Energievoorziening uit de strategische onderzoeksagenda van het hbo 2016-2020.