Dienst van SURF
© 2025 SURF
Mobility hubs facilitate multimodal transport and have the potential to improve the accessibility and usability of new mobility services. However, in the context of increasing digitalisation, using mobility hubs requires digital literacy or even owning a smartphone. This constraint may result in the exclusion of current and potential users. Digital kiosks might prove to be a solution, as they can facilitate the use of the services found at mobility hubs. Nevertheless, knowledge of how digital kiosks may improve the experience of disadvantaged groups remains limited in the literature. As part of the SmartHubs project, a field test with a digital kiosk was conducted with 105 participants in Brussels (Belgium) and Rotterdam (The Netherlands) to investigate the intention to use it and its usability in the context of mobility hubs. This study adopted a mixed methods approach, combining participant observation and questionnaire surveys. Firstly, participants were asked to accomplish seven tasks with the digital kiosk while being observed by the researchers. Finally, assisted questionnaire surveys were conducted with the same participants, including close-ended, open-ended and socio-demographic questions. The results offer insights into the experience of the users of a digital kiosk in a mobility hub and the differences across specific social groups. These findings may be relevant for decision-makers and practitioners working in urban mobility on subjects such as mobility hubs and shared mobility, and for user interface developers concerned with the inclusivity of digital kiosks.
LINK
The SynergyS project aims to develop and assess a smart control system for multi-commodity energy systems (SMCES). The consortium, including a broad range of partners from different sectors, believes a SMCES is better able to incorporate new energy sources in the energy system. The partners are Hanze, TU Delft, University of Groningen, TNO, D4, Groningen Seaports, Emerson, Gain Automation Technology, Energy21, and Enshore. The project is supported by a Energy Innovation NL (topsector energie) subsidy by the Ministry of Economic Affairs.Groningen Seaports (Eemshaven, Chemical Park Delfzijl) and Leeuwarden are used as case studies for respectively an industrial and residential cluster. Using a market-based approach new local energy markets have been developed complementing the existing national wholesale markets. Agents exchange energy using optimized bidding strategies, resulting in better utilization of the assets in their portfolio. Using a combination of digital twins and physical assets from two field labs (ENTRANCE, The Green Village) performance of the SMCES is assessed. In this talk the smart multi-commodity energy system is presented, as well as some first results of the assessment. Finally an outlook is given how the market-based approach can benefit the development of energy hubs.
LINK
For the development of a circular economy and the reduction of the environmental impact of supply chains, the sharing of reliable information throughout the entire chain is a prerequisite. In practice, this is difficult to realise which blockchain can improve. BCLivingLab aims to explore the application of blockchain technology in supply chain and logistics. The project develops four physical hubs and a virtual repository for blockchain knowledge to support SME’s in developing use-cases and experiment with blockchain applications. The ambition is to build a community of interested stakeholders and to be involved in current and future blockchain initiatives.
For the development of a circular economy and the reduction of the environmental impact of supply chains, the sharing of reliable information throughout the entire chain is a prerequisite. In practice, this is difficult to realise which blockchain can improve. BCLivingLab aims to explore the application of blockchain technology in supply chain and logistics. The project develops four physical hubs and a virtual repository for blockchain knowledge to support SME’s in developing use-cases and experiment with blockchain applications. The ambition is to build a community of interested stakeholders and to be involved in current and future blockchain initiatives.
Nederland wil in 2050 een circulaire economie zijn. Een economie zonder afval, waarbij alles draait op herbruikbare grondstoffen. Het zuiniger en slimmer omgaan met grondstoffen is ook voor de textielbranche van belang. De meest gebruikte en bekende hernieuwbare plantaardige grondstof voor de textielindustrie is katoen. De huidige niet-circulaire productie en toepassingen van katoen hebben vergaande negatieve impact op mens en milieu. De gebruikersduur van kleding wordt steeds korter en afgedankte kleding wordt laagwaardig verwerkt om uiteindelijk alsnog te worden verbrand. Zowel het economische als duurzame verbeterpotentieel voor circulair textiel is dan ook enorm. De kwaliteit van katoen vermindert met iedere (mechanische) recyclingstap omdat de vezellengte steeds korter wordt. De uitdaging is om meermaals te recycling waarbij in iedere recyclestap waarde wordt behouden en gecreëerd. Als uiteindelijke stap wordt nagestreefd de grondstof veilig terug te laten keren naar de biosfeer als voedingsmiddel waarna een nieuwe cascade kan beginnen: een kringloop in de vorm van regeneratieve cascades. Om dit te realiseren moet de hele keten samenwerken in een transparant systeem waarbij stakeholders meervoudige waarde in balans ontwikkelen, zodat geen partij in de keten wordt benadeeld. Organisaties worstelen met deze veranderende rollen en zoeken nieuwe bedrijfsmodellen, waarin herstel en volhoudbaarheid boven oneindige groei en uitputting staan. In dit project werken Nederlandse bedrijven (met name MKB) uit de gehele textielketen samen met Indiase bedrijven om de werking van een katoencascade -een regeneratief, circulair systeem van katoenzaad tot worteldoek- te onderzoeken en op te tekenen. Een interdisciplinaire benadering is hierbij cruciaal. De nadruk ligt zowel op onderzoek naar de technische haalbaarheid van de katoenvezel als op de ontwikkeling van collaboratieve bedrijfsmodellen. De geformuleerde onderzoeksvraag luidt: Welke collaboratieve bedrijfsmodellen ontstaan tijdens het ontwerponderzoek die geschikt zijn voor meervoudige waardecreatie in een katoencascade en hoe kunnen die bijdragen aan de verdere ontwikkeling van regeneratieve cascadeprincipes?