Dienst van SURF
© 2025 SURF
Housing associations make too small a contribution to society, the government has to step in too frequently because of maladministration, and the associations’ executives are often unaware of the far-reaching impact of their decisions. These are the conclusions of new academic research conducted by Jan Veuger of Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM). In the author’s dissertation, he asserts that in numerous cases, there is no correlation between social and financial objectives. The Dutch House of Representatives debated the results of the report Ver van huis from the Parliamentary Committee of Inquiry on Housing Associations in early December, 2014. The research that is being carried out at the moment is constructed in a manner that if we understand something about value thinking and what underlying motivation is, an approach can be deducted that will allow us to control them. After the introduction, an explanation of the theme of the research will be given and the choice for a four-phase model with a deepening as to what value(s) is (and are). From the perspective of the four-phase model, the emphasis will be put on the socialization and thinking capacities, and parallels will be drawn between the values within the four-phase model, the examined values, and in specific, public housing corporations.
From the article: "Abstract Maintenance processes of Dutch housing associations are often still organized in a traditional manner. Contracts are based on lowest price instead of ‘best quality for lowest price’ considering users’ demands. Dutch housing associations acknowledge the need to improve their maintenance processes in order to lower maintenance cost, but are not sure how. In this research, this problem is addressed by investigating different supply chain partnering principles and the role of information management. The main question is “How can the organisation of maintenance processes of Dutch housing associations, in different supply chain partnering principles and the related information management, be improved?” The answer is sought through case study research."
Professionals van woningbouwcorporaties en gemeentes die zich bezig houden met verduurzaming hebben vragen over hergebruik van afvalhout uit hun (renovatie) projecten. De doelstelling van dit voorstel is het onderzoeken van de mogelijkheden om hout te hergebruiken door gebruik te maken van innovatieve digitale productietechnieken, en om implementatiestrategieën hiervoor te ontwikkelen voor publieke organisaties in de bouwsector, in het bijzonder woningcorporaties en gemeentes. Strategieën omvatten concrete voorstellen om a) afvalhout van woningen in te zamelen en te verwerken; b) waarde toe te voegen aan houtafvalstromen door middel van digitale productie; c) de betrokkenheid en acceptatie van huurders te vergroten bij circulaire verwerking van hout in nieuwe toepassingen; en d) goede toepassingen voor een circulaire economie te realiseren. Het project onderzoekt aard en omvang van houtafvalstromen uit woningrenovatie en identificeert de mogelijkheden voor het hergebruik van specifieke fracties daarvan voor (lokale) toepassingen. Uit voorgaande projecten blijkt dat digitale productie mogelijkheden biedt om stedelijk afval om te zetten in zinvolle circulaire producten. Digitale productie maakt de (lokale) creatie van unieke prototypen en grootschalige toepassingen mogelijk. Het onderzoek wordt uitgevoerd in vier werkpakketten. De eerste identificeert de aard van huishoudelijk houtafval (volume, houtsoort, verzamelproces) door zorgvuldig cases van Ymere en Rochdale te bestuderen. Daarnaast worden er een raamwerk van indicatoren gedefinieerd om projectresultaten te kunnen evalueren. Het tweede werkpakket onderzoekt welke toepassingen kunnen worden bedacht, gegeven de beschikbare houtfracties. In het derde werkpakket wordt een aantal case studies uitgevoerd voor concrete projecten van de deelnemende woningcorporaties. Deze applicaties hebben als doel het potentieel van digitale productie met houtafval te laten zien, rekening houdend met het perspectief van bewoners. Het biedt belangrijke inzichten in de uitvoerbaarheid van concrete toepassingen uit teruggewonnen hout. In het vierde werkpakket worden alle projectbevindingen gecombineerd in een set implementatie strategieën voor publieke organisaties in het stedelijk domein.
Positive Energy Districts (PEDs) can play an important part in the energy transition by providing a year-round net positive energy balance in urban areas. In creating PEDs, new challenges emerge for decision-makers in government, businesses and for the public. This proposal aims to provide replicable strategies for improving the process of creating PEDs with a particular emphasis on stakeholder engagement, and to create replicable innovative business models for flexible energy production, consumption and storage. The project will involve stakeholders from different backgrounds by collaborating with the province, municipalities, network operators, housing associations, businesses and academia to ensure covering all necessary interests and mobilise support for the PED agenda. Two demo sites are part of the consortium to implement the lessons learnt and to bring new insights from practice to the findings of the project work packages. These are 1), Zwette VI, part of the city of Leeuwarden (NL), where local electricity congestion causes delays in building homes and small industries. And 2) Aalborg East (DK), a mixed-use neighbourhood with well-established partnerships between local stakeholders, seeking to implement green energy solutions with ambitions of moving towards net-zero emissions.