Dienst van SURF
© 2025 SURF
© 2025 SURF
Uit de resultaten van een kwalitatief onderzoek bij de 32 grootste werkgevers van Noord-Nederland is lering getrokken voor het ontwerp en de uitvoering van honoursprogramma's in het hoger onderwijs.
The overall question of this study is: to what extent do connections existbetween mission statements, performance indicators, and program assessmentsthat might indicate a significant alignment and indicate the effectivenessof honors programs?
Presentatie Paper NVMO 2014, 6 november 2014.AchtergrondVeranderingen in de zorg, waarbij ingespeeld moet worden op een vergrijzende populatie en efficiëntie en effectiviteit steeds belangrijker worden, zorgen voor groeiende aandacht voor excellentie en het bevorderen van excellentie.1 Dit geldt zeker ook voor de paramedicus. Een manier om excellentie te bevorderen is het implementeren van honoursprogramma’s, programma’s in het Hoger Onderwijs voor talentvolle studenten die meer willen en kunnen dan hun reguliere opleiding biedt. Voor het vormgeven van honoursprogramma’s is het van belang te weten welke competenties horen bij een excellente professional, in dit geval de excellente paramedicus. In deze presentatie richten we ons op twee vragen: 1) Welke competenties beschrijven , volgens professionals, de excellente paramedicus? 2) Hoe beoordelen honours studenten het profiel van de excellente paramedicus, en hun eigen ontwikkeling in de competentiedomeinen van het profiel?
Het hoofddoel van deze studie is het verkrijgen van inzicht in welke factoren van het honoursonderwijs een meerwaarde opleveren voor het leren van studenten in honoursprogramma’s. Deze studie draagt hiermee bij aan kennis over de relatie tussen excellentiebevorderend onderwijs enerzijds en leergedrag en motivatie van studenten anderzijds. De praktische relevantie van deze studie ligt in het ontwikkelen van kennis voor het opzetten en verbeteren van talentgericht doceren, ter bevordering van het professionaliseren van docenten. In deze studie wordt bestudeerd wat volgens docenten de meerwaarde voor studenten is van honoursonderwijs. In deze exploratieve kwalitatieve interviewstudie werden twaalf docenten in drie verschillende honoursprogramma’s voor talentvolle bachelorstudenten bevraagd over hun opvattingen. De meerwaarde van hethonoursonderwijs voor studenten wordt volgens de docenten gekenmerkt door: (1) studentgerichtheid; (2) gebruik van andersoortige onderwijsvormen; (3) nadruk op ‘inquiry-based’ strategieën; (4) gerichtheid op kritisch en creatief denken; (5) hoge verwachtingen en ambitieuze doelen; en (6) kleinschaligheid en interdisciplinair karakter. Deze resultaten worden besproken en geïllustreerd met interviewfragmenten. Tevens worden de resultaten gerelateerd aan professionalisering voor docenten in honoursprogramma’s in het hoger onderwijs.
De doelstelling van dit onderzoek is na te gaan of indicatoren voor ontwikkeling van potentieel gebruikt kunnen worden om een voorspelling te doen over toekomstige excellente prestaties van studenten. Vierdejaarsstudenten Verpleegkunde hebben zichzelf gescoord op vragenlijsten over motivatie, ‘mindset’ voor ontwikkeling en multiculturele persoonlijkheid. Daarnaast scoorden docenten deze studenten op een lijst met indicatoren voor excellentie. De uitkomsten zijn gebruikt om de correlatie te berekenen tussen de scores op de drie vragenlijsten en de indicatoren voor excellentie. De resultaten laten zien dat de subschalen van de ‘Multiculturele Persoonlijkheidsvragenlijst’ (MPV) correleren met indicatoren voor excellentie. Meer precies correleren culturele empathie, het hebben van een ‘open mind’ en sociaal initiatief positief met indicatoren voor excellentie, terwijl emotionele stabiliteit en flexibiliteit negatief correleren. De uitkomst biedt een basis om in vervolgonderzoek na te gaan of de MPV ook gebruikt kan worden voor het identificeren van geschikte studenten voor honoursprogramma’s.
Het hbo kent een grote diversiteit in instroom wat betreft de vooropleiding, die varieert van mbo en havo tot vwo. Differentiatie is nodig om elke student de uitdagingen te bieden die hij of zij aankan (Onderwijsraad, 2008). Excellentieprogramma’s kunnen die uitdaging bieden voor de bijzonder getalenteerde studenten. De ontwikkeling van excellentieonderwijs in het hbo is nog heel jong, ook binnen de Hanzehogeschool Groningen. Vanaf 2005 ontwikkelde de Hanzehogeschool haar excellentiebeleid, gericht op het herkennen, erkennen en stimuleren van talent (zie Bisschop Boele, 2007). Het honoursprogramma van de opleiding Vastgoed & Makelaardij was een van de voorlopers in het hbo. De Hanzehogeschool Groningen diende in 2008 een aanvraag in bij het Siriusprogramma voor excellentieonderwijs en kreeg als eerste hbo-instelling in Nederland de Siriusaanvraag toegekend. Hierna wordt het belang geschetst van excellentie voor het hbo in het algemeen en voor de Hanzehogeschool in het bijzonder. Vervolgens worden de wijze waarop dit binnen de Hanzehogeschool is uitgewerkt, de eerste bevindingen en de dilemma’s nader toegelicht en volgen vragen voor discussie en nader onderzoek.
Onderzoek naar voorwaarden die succesvolle ontwikkeling en implementatie van honoursprogramma’s (HP’s) ondersteunen is nog schaars. In dit onderzoek zijn kenmerken in kaart gebracht om een succesvolle implementatie van HP’s te bevorderen. In eerste instantie is vanuit de literatuur een raamwerk opgezet met ontwerpprincipes voor HP’s. Dit raamwerk vormt de basis voor het vervolgonderzoek. Middels gestructureerde interviews en documentenanalyse, zijn de HP’s (n=8) binnen Saxion gescand en beschreven. Vervolgens zijn vragenlijsten afgenomen onder alle betrokken studenten (n=112) en docenten (n=29) om hun meningen, ervaringen en verwachtingen van de HP’s te inventariseren. De conclusies worden eerst per HP geformuleerd en vervolgens, waar mogelijk en wenselijk, overkoepelend over alle Saxion HP’s.
MULTIFILE