Dienst van SURF
© 2025 SURF
Het aantal banen neemt toe. Jaarlijks ontstaan er volgens CBS (2019) ongeveer 900 duizend vacatures. Deze keer is de verandering op de arbeidsmarkt niet het resultaat van één enkele factor, maar eerder een combinatie van vijf factoren: snelle technologische vooruitgang, diepgaande veranderingen in gezondheid en demografie, een groeiende economie, toenemende globalisering en belangrijke maatschappelijke veranderingen - die samen een groot deel van wat we als vanzelfsprekend beschouwen, fundamenteel transformeren (Gratton, 2011). Digitalisering en automatisering spelen een grote rol bij deze veranderingen. Er zijn optimistische voorspellingen dat nieuwe technologieën de arbeidsmarkt ten goede komen. Technologie verlaagt bijvoorbeeld de werkdruk. We zouden door technologie zelfs naar een kortere werkweek kunnen en nieuwe banen erbij krijgen, zodat niemand ongewild zonder werk komt te zitten (Ford, 2015; Giang, 2015; Mahdawi, 2017; MGI, 2017). Echter, de angst dat automatisering banen over gaat nemen en er een tekort aan werk gaat ontstaan, is ook een veelgehoorde zorg (Alexis, 2017; Ford, 2015; Giang, 2015; MGI, 2017; WRR. 2013).
Reducing recidivism of individual offenders usually is a multifaceted task. Behavioural interventions, based on the ‘what works principles’ go along with interventions in the domains of education, work, housing and social networks. An integrative approach seems to improve the effectiveness of rehabilitation. In most accreditation panels for offender interventions, continuity in the planning and realization of the various services is one of the criteria. In the Dutch panel a distinction is made between synchronous continuity, that is integration of services at a given point in time, and diachronic, that is integration of the sequence of interventions in the course of the probation process. This contribution focuses on synchronous continuity.
Background: Despite high prevalence of mental problems among elderly migrants in The Netherlands, the use of psychosocial care services by this group is low. Scientific evidence points at the crucial role of social support for mental health and the use of psychosocial services. We therefore explored the role of social networks in the access to psychosocial care among elderly migrants in The Netherlands. Methods: A qualitative study was conducted using semi-structured group interviews and individual interviews. The eight group and eleven individual interviews (respectively n = 58 and n = 11) were conducted in The Netherlands with Turkish, Moroccan, Surinamese, and Dutch elderly. The data were analysed through coding and comparing fragments and recognizing patterns. Results: Support of the social network is important to navigate to psychosocial care and is most frequently provided by children. However, the social network of elderly migrants is generally not able to meet the needs of the elderly. This is mostly due to poor mental health literacy of the social network, taboo, and stigma around mental illness and the busy lives of the social network members. Conclusions: Strategies to address help-seeking barriers should consider mental health literacy in elderly migrants as well as their social networks, and counteract taboos and stigma of mental health problems.
LINK
The seaweed aquaculture sector, aimed at cultivation of macroalgal biomass to be converted into commercial applications, can be placed within a sustainable and circular economy framework. This bio-based sector has the potential to aid the European Union meet multiple EU Bioeconomy Strategy, EU Green Deal and Blue Growth Strategy objectives. Seaweeds play a crucial ecological role within the marine environment and provide several ecosystem services, from the take up of excess nutrients from surrounding seawater to oxygen production and potentially carbon sequestration. Sea lettuce, Ulva spp., is a green seaweed, growing wild in the Atlantic Ocean and North Sea. Sea lettuce has a high nutritional value and is a promising source for food, animal feed, cosmetics and more. Sea lettuce, when produced in controlled conditions like aquaculture, can supplement our diet with healthy and safe proteins, fibres and vitamins. However, at this moment, Sea lettuce is hardly exploited as resource because of its unfamiliarity but also lack of knowledge about its growth cycle, its interaction with microbiota and eventually, possible applications. Even, it is unknown which Ulva species are available for aquaculture (algaculture) and how these species can contribute to a sustainable aquaculture biomass production. The AQULVA project aims to investigate which Ulva species are available in the North Sea and Wadden Sea which can be utilised in onshore aquaculture production. Modern genomic, microbiomic and metabolomic profiling techniques alongside ecophysiological production research must reveal suitable Ulva selections with high nutritional value for sustainable onshore biomass production. Selected Ulva spp lines will be used for production of healthy and safe foods, anti-aging cosmetics and added value animal feed supplements for dairy farming. This applied research is in cooperation with a network of SME’s, Research Institutes and Universities of Applied Science and is liaised with EU initiatives like the EU-COST action “SeaWheat”.
De innovatiewerkplaats Campus Design (CD) richt zich op de duurzame ontwikkeling (SDG) van de campus door middel van praktijkgerichte oplossingen en onderzoek. Vanuit het lectoraat Facility Management van de Hanze, werkt CD samen met kennis- en onderwijsinstellingen, overheden en het bedrijfsleven, bijvoorbeeld om de kwaliteit, gastvrijheid en inclusiviteit te verbeteren zodat iedereen zich welkom voelt op de campus. CD streeft naar een betere aansluiting tussen de ruimte en organisatie op de campus; ook de vergroening en biodiversiteit rekenen we daartoe. Dit doen we door praktijkvragen van onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven te koppelen aan praktijkgericht onderzoek van onze senior-onderzoekers, onderzoekers, docenten en studenten, onder meer in architectuur, facility management, gastvrijheid, kunsten en vastgoed. Onze multidisciplinaire aanpak is zeer actiegericht; we willen de campuspraktijk écht veranderen en laten zien dat het betaalbaar is én werkt. We zorgen er dus voor dat oplossingen niet alleen theoretisch en empirisch uitstekend onderbouwd zijn, maar vooral ook praktisch toepasbaar en bewijsbaar beter. Door de goede samenwerking met onze partners, genereert CD oplossingen die onderwijsinstellingen inspireren en hen helpen de SDG te implementeren.
Met de opkomst van digitale diensten en de impact van digitale technologie is het vraagstuk van privacy hoog op de maatschappelijke agenda beland. Burgers gebruiken steeds vaker apps en andere online services, met als keerzijde dat we steeds meer informatie over onszelf moeten delen om optimaal gebruik te kunnen maken van deze faciliteiten. Dit kan leiden tot schending van onze privacy. Ook voor de meeste (mkb-)bedrijven is het lastig om inzicht te krijgen in de privacy implicaties van hun online services en in de privacy-eisen om deze implicaties te verzachten. Het privacyvraagstuk is voor deze doelgroepen grijpbaar te maken door de privacy-eisen waar online diensten aan moeten voldoen op een beknopte, overzichtelijke en duidelijke manier te communiceren. Privacy labels, in navolging van energielabels en voedingslabels, zijn hiervoor een veelbelovende methode. Binnen het, door NWO gefinancierde, SERIOUS project is een prototype ontwikkeld om privacy-eisen te visualiseren middels een multidimensionaal privacy label (Barth, Ionita en Hartel, 2020). Op basis van een vragenlijst met betrekking op datacollectie, dataverwerking en datadisseminatie kan de mate van privacy borging en bescherming worden vastgesteld. Het huidige prototype van dit privacy label is generiek. Echter is het mogelijk dat bepaalde elementen van privacy in de praktijk binnen sommige domeinen veel zwaarder wegen dan binnen anderen. Kenniscentrum Creating 010 onderzoekt, naar aanleiding van de vraag vanuit de samenwerkingspartijen van het SERIOUS project, binnen dit project hoe het SERIOUS prototype kan worden doorontwikkeld naar een volwaardig privacy label. Hierbij wordt nagegaan of en hoe het prototype in en voor verschillende sectoren werkt, deze zijn: retail, media en cultuur. Het doel van dit project is om middels een haalbaarheidsstudie de richtlijnen voor een domein-specifiek label te achterhalen en op te stellen die dienen als uitgangspunt voor een vervolgproject voor een domein-specifieke privacy tool.